inhoud    kalender    koncertberichten    vermont    w.w.w.    <belly>    shop    archief    geschiedenis    lente    kolofon

 

EEN BOEIENDE MUZIEKGESCHIEDENIS


Het boek "Het Tweede Thema. Of de verwaarloosde geschiedenis van de Componerende Vrouw" van Simonne Claeys heeft m.i. twee grote verdiensten: eindelijk een nederlandstalige muziekgeschiedenis, die zo vlot leesbaar geschreven is, dat je het met veel plezier doorneemt en er jezelf op betrapt te lezen en te blijven lezen. Iets wat van maar heel weinig muziekgeschiedenissen gezegd kan worden.
Daarenboven is het geheel heel systematisch geordend in diverse hoofdstukken die direkt aangeven waar het om gaat, bv. "Vrouwen op de Barricade" (Johanna Kinkel, Luise Adolpha Le Beau, Ether Mary Smith, Elfrida Andree, Elizabeth Kuyper) ... "Nieuw en Origineel" (Ruth Crawford, Johanna Magdalena Beyer)..."Establishment" of nog "Live Performnce" (Pauline Oliveros, Moniek Darge, Meredith Monk, Laurie Anderson, Joan La Barbara) en "Beauty is Revolution" (Galina Oestvolskaja, Sofia Goebajdoelina, Kaija Saariaho, Maria de Alvear, Mary Jane Leach, Beth Anderson).

Het tweede grote voordeel is dat dit boek meer is dan wat de ondertitel beweert: het brengt ons inderdaad een muziekgeschiedenis met klemtoon op komponerende vrouwen, maar dit telkens tegen de achtergrond van de -of laten we liever zeggen, een van de mogelijke - klassieke muziekkronologieen, waarin men normaliter vrouwen brutaalweg steevast weglaat. De index alleen al verraadt deze meerzijdige aanpak. Dit is geenszins een muziekgeschiedenis waaruit de man is weggegomd. In dat opzicht niets dan lof voor hedendaagse vrouwelijke geschiedschrijvers: zij schrijven gewoon een veel eerlijker en objektievere geschiedenis. Simonne Claeys haar werk is hier een prachtig voorbeeld van: het is een faire benadering van de muziekgeschiedenis, waarin zowel vrouwen als mannen aan bod komen.

Vanzelfsprekend is ook deze muziekgeschiedenis ideologisch getint. Maar welke niet? De ideologie achter dit boek, is niet 100% de mijne, maar dat hoeft ook niet. Simonne Claeys toont ons door de zeer heldere systematisering duidelijk welke richting zij zelf uitgaat en wat haar voorkeur wegdraagt en dit siert haar m.i. enorm.

Vanaf de middeleeuwen tot de 21ste eeuw voert zij ons mee langs enkele hoofdlijnen van het westerse muzikaal gebeuren. Haar aanpak van de geschiedenis laat zij uitmonden bij het postmodernisme (sic). Doch dit verruimt ze dan weer danig door uitspraken als volgt: "Komponisten als Pauline Oliveros, Meridith Monk, Laurie Anderson en Joan La Barbara zijn in een ruimer perspektief gemakkelijk met de postmoderne ideeen te vezoenen."
Wat meer de wenkbrauwen doet fronsen is naar mijn gevoel het vooruitgangsgeloof dat Simonne Claeys blijkbaar in haar boek stopt: zo van goed, via beter, naar best. En dat beste is dan "schoonheid", als een begrip waar een konsensus over zou bestaan. Het schoonheidsbegrip wordt in het laatste hoofdstuk als iets niet relatiefs geponeerd. In de multikulturele wereld zoals deze waarin wij allen leven is dit een onbegrijpelijk standpunt. Vandaag de dag is het toch voor eenieder meer dan duidelijk dat waarden en normen kultuurgebonden en vanzelfsprekend ook tijdsgebonden zijn. Hier zou de auteur m.i. toch beter moeten weten.

Volledigheid is in dit boek niet nagestreefd en tenandere bij voorbaat in welke geschiedenis dan ook uitgesloten. Het boek van Simonne Claeys dankt echter juist veel van zijn aantrekkelijkheid aan de beknoptheid en de overzichtelijkheid. Maar toch ontbreken er naar mijn bescheiden oordeel twee hoofdstukjes zeker. Enerzijds de elektro-akoestische muziek met boegbeelden als de Canadese Hildegard Westerkamp en de Nieuwzeelandse Annea Lockwood (om er maar een paar te noemen).
Anderzijds mis ik ook de jongste generatie aankomende vrouwelijke komponisten, wat erg te betreuren is. De jongste in dit boek besproken komponist is van 1960. Zij is dus ondertussen toch al 42 jaar oud. Opgenomen worden in een geschiedenis als deze, had voor veel komponisten, die nieuw zijn op de scene, een extra stimulans kunnen zijn. Hier is een mooie kans gemist, vrees ik.

Maar deze punten van kritiek mogen geen afbreuk doen aan de hogervermelde grote verdiensten, die Simonne Claeys met dit boek te beurt vallen. Een vlot leesbare, nederlandstalige muziekgeschiedenis, die de vrouw de plaats geeft die haar toekomt is beslist een aanrader! Na het lezen blijft mij een groot verlangen over: nu wil ik zo vlug mogelijk al deze hier beschreven muziek ook horen of herbeluisteren. Van hoeveel muziekgeschiedenissen kan men zoiets zeggen?

M.D.



Simonne Claeys, "Het Tweede Thema. Of de verwaarloosde geschiedenis van de componerende vrouw." Alamire, 2002, ISBN 90-6853-150-6.
Te koop aangeboden bij Stichting Logos of rechtstreeks te bestellen bij de uitgever.

 

REAKTIE VAN SIMONNE CLAEYS


"Beste Moniek,

Heel mooi en ik heb helemaal geen problemen met positieve kritieken hoor! Het is natuurlijk wel zo dat het erg moeilijk was om een selectie te maken.

Het begrip vooruitgangsgeloof ligt mij helemaal niet… Op één van de interviews vroeg men welke componist mij nu het meest lag: wie vind je leuker of wat vind je het mooist: Mozart of Beethoven ? Lili Boulanger of Carreño? Ik vind al mijn vrouwen interessant en boeiend, en ik sta 100% achter hen en hun muziek die ik vaak tijdens voordrachten laat horen. Tussen haakjes ik heb dinsdag tijdens een voordracht in Bonheiden een fragment uit jouw Man- Mo laten horen. Het was de vierde lezing in een reeks en het ging over de voorbije eeuw. Opvallend waren sommige heel positieve reacties op mijn voorbeelden. Vaak reageert men afwijzend tegenover wat men nieuwe muziek noemt, maar deze keer kon men ook Beyer, Monk, jouw werk, naast Maxwell (niet in mijn boek) en Goebajdoelina echt waarderen. (ik had meer vrouwen en voorbeelden hoor).

Goed, beter, best is dus niet wat jij denkt of veronderstelt. Mijn boek is niet zo geconcipieerd. Het komt misschien zo over bij jou. Ik zocht naar mooie en interessante titels in plaats van bv "classicisme", "preromantiek", "rococo", werd het "In de schaduw van de verlichting", en "Live performance" had eventueel ook "Don't call them Lady composers" kunnen genoemd worden, en ga zo maar verder. Het laatste hoofdstuk "Beauty is revolution" is genoemd naar het pamflet van Beth Anderson. En om die reden heb ik haar ook laatst gezet. Je hoeft er echt niets anders achter te zoeken.

Verder wou ik echt vermijden om te veel Belgen, Vlamingen in mijn boek te vermelden omdat het nu eenmaal maar 160 pp zijn en omdat het een overzicht is van Middeleeuwen tot nu, en er al zovele componisten geen plaats kregen. En jij weet ook Moniek dat NU verschillende stijlen en richtingen inhoudt. Dus geen goed, beter, best, wel alles even boeiend en interessant !


Hartelijk bedankt voor je artikel en tot een volgende keer,

Simonne

P.S. Wanneer komen jouw Muziekdozen in het instrumentenmuseum in Brussel ?