index   kalender   koncertberichten   on the road   kolofon  


Koncertberichten


New Media XV : Born in the Sound of Rockets

maandag 4 mei om 20u
Noisy improvisaties uit het Oostblok, met George Bagdasarov (electronics & saxofoon) en Alexandr Vatagin (cello)

George Bagdasarov werd geboren in 1978 in een Armeens gezin. Na een reeks nomadische omzwervingen in Oost-Europa (onderwijl liep hij eventjes stage aan het konservatorium van Moskou en de Sint-Petersburgse filmakademie) belandde hij uiteindelijk in Praag. Daar begon hij een blitzkarričre als saxofonist bij een psychedelische punkband maar hij ontpopte zich later via het pad van de konceptuele techno tot fulltime improvisator. Een groot deel van de elektronische apparatuur die hem daarbij van pas kon komen, vergaarde hij intussen op vlooienmarkten of tijdens nachtelijke ritten als taxichauffeur. De genres die hij aandoet, zijn jazz, noise en experimentele elektronika of een mengeling van de drie. Althans, wat de muziek betreft, want de man produceert vandaag de dag nog steeds films en beeldend werk.

Alexandr Vatagin stamt dan weer uit Jalta (Oekraďne, 1982) maar verhuisde in 1991 naar Oostenrijk. Daar kreeg hij op de relatief late leeftijd van 23 jaar - en geheel als autodidakt - de principes van cello en kontrabas onder de knie. Deels als producer, deels als singer-songwriter en deels als improvisator kamt hij met grote regelmaat de Weense experimentele muziekscčne uit. Hij speelt mee in vier groepen: Port-Royal, Tupolev, Slon en het Werner Kitzmüller Trio. Tot nog toe heeft hij twee studio-albums uitgebracht bij Valeot Records en werd hij in 2009 door het Oostenrijkse kunsttijdschrift TheGap bij de 100 meestbelovende Oostenrijkse muziektalenten gerekend.

Born in the Sound of Rockets heet het projekt dat George en Alexandr graag in Logos zouden komen voorstellen: een bonte mix van noise, improvisatie en gesofistikeerde grooves waarvan u reeds een voorproefje kan smaken als u surft naar http://jokebux.klingt.org/gro.tgnilk/mp3s





<M&M> Birds

donderdag 19 mei om 20u

In mei legt elke vogel een ei, dist het klisjee ons al van oudsher op. Nu, deze maand legt elke robot uit het <M&M> robotorkest op zijn beurt duidelijk een vogel - kwestie van de paradoks van de kip of het ei uit de weg te gaan. We stellen deze voorstelling geheel en al in het teken van onze gevleugelde en gevederde vrienden, en doen dat met een bonte greep uit een nogal typerend repertoire.

Olivier Messiaen bijvoorbeeld, zal van alle komponisten veruit het sterkst met vogelgezang geassocieerd worden. De man was amateur-ornitoloog en baseerde een deel van zijn oeuvre op de muzikale patronen die hij in vogelgezang waarnam en stelselmatig noteerde. Titels als Abîme des Oiseaux (uit het Quatuor pour la Fin du Temps, 1944), Oiseaux Exotiques (1956-1958), Catalogue d'Oiseaux (1958), La Fauvette des Jardins (1971), spreken wat dat betreft voor zich. Réveil des Oiseaux (1952-53) voor symfonisch orkest was het resultaat van nachtenlang observeren en beluisteren van ontwakende vogelsoorten in de Jura. Van hem arrangeerde Xavier Verhelst 2 op merelzang gebaseerde stukken die beide Le Merle Noir heten : het ene was een opgelegd werk voor fluitisten in het Parijse konservatorium (1952) en een ander uit Petites esquisses d'oiseaux (1985).

Een oude muziek-toets avant la lettre krijgen we dan weer met William Byrd's Pavan to the Earle of Salisbury, Jean-Philippe Rameau's La Poule en Clément Jannequin's Le Chant des Oiseaux. En zoals elke vogel zingt zoals hij gebekt is, zo speelt elke robot (met name puff, bomi, thunderwood en piperola, die heel realistische vogelgeluiden kunnen voortbrengen) zoals we hen hebben geprogrammeerd. Dat deden Kristof Lauwers en Sebastian Bradt trouwens ooit al eens, met respektievelijk BurdenBirds en The .Ko.Birds.

Zoals steeds tweeten ook volgende bontgekleurde vogels dit koncert bijeen: Dominica Eyckmans, Barbara Buchowiec, Moniek Darge, Helen White en Zam Ebalé, onder leiding van Godfried-Willem Raes.





ZAUM – Beyond Mind

donderdag 26 mei om 20u

De term Zaum (spreek uit za-oem) betekent vrij vertaald 'buiten zinnen' (beyond mind) en is ontleend aan het oeuvre van de Russische futuristen. Het was meerbepaald Velimir Chlebnikov die de taalexperimenten van de toenmalige generatie van experimentele klankdichters zoals Vladimir Mayakovski en Alexei Kruchenyck observeerde en er een kunststrekking uit poogde te distilleren. Kruchenyck's Zaum in Tiflis uit 1918 vormde de basis van tal van vokale performances. Zaum werd een roep-naam die een state of mind typeert, net zoals we vandaag al eens zeggen dat een film nogal Lynchiaans dan wel Shyamalanesk is; het zegt tegelijkertijd alles en niets.

Zaum: Beyond Mind is ook een vorm van muziekteater die enige tijd geleden ontsproot aan de breinen van komponist-bandoneonist Caroline Wilkins en performer Oded Ben-Tal. Stem, piano, bandoneon, live electronics en een wel heel eigen koreografie zijn de elementen die dit optreden zullen peperen. U krijgt tevens fragmenten te zien uit Dziga Vertov’s film Man with a Movie Camera uit 1929. Wilkins formuleert het koncept als volgt: “Zaum: Beyond Mind explores physical presence and absence, the ‘undesiring’ bodies of voices-off, the animate/inanimate, and the reversal of performer/instrument relationships.” Al de rest is vooralsnog surprise. Met deze nieuwe produktie werd inmiddels met sukses getoerd op internationale konferenties in het Verenigd Koninkrijk (Sussex University en Brunel University). De Britse jury van de ISCM verkoos Zaum: Beyond Mind als uithangbord op de World Music Days 2011 in Kroatië.

Oded Ben-Tal is Israeliër. Hij studeerde kompositie aan de Rubin Academy of Music in Jeruzalem en volgde nadien een postgraduaat in Stanford bij Jonathan Harvey en Brian Ferneyhough. Tijdens die opleiding raakte hij gekonnekteerd (of hoe zeg je zoiets) met de CCRMA (Center for Computer Research in Music and Acoustics) en verrichte hij enkele aan akoestiek gerelateerde onderzoeksprojekten. Oded's oeuvre bestaat, naast instrumentale en vokale werken, voornamelijk uit (interaktieve) elektroakoestische stukken waarmee hij sukses oogstte op festivals zoals Dartington International Festival, Domaine Forget, Apeldoorn International Young Composers' Meeting en Seoul's International Electroacoustic Music Festival. Zijn muziek werd reeds gekreëerd in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Columbia, de Verenigde Staten, Israël, Nederland en Denemarken.

Caroline Wilkins (UK, 1953) studeerde piano en kompositie bij Jeremy Dale-Roberts aan het Royal College of Music in Londen. In de periode 1982-87 verbleef ze in Sydney, waar ze als gastspreker rond muziekteatrale improvisatietechnieken werkte. In die periode kreeg ze een beurs om haar studies verder te zetten bij Mauricio Kagel in Keulen. Muziek, teater en improvisatie zijn sedertdien drie kernwoorden waar Wilkins' oeuvre om draait. In 1986 naturaliseerde ze zich down under en tot op de dag van vandaag doceert ze aan The Sydney Conservatory of Music.

Als komponist en performer heeft ze tal van projekten op haar palmares staan, veelal in samenwerking met het Drama Action Centre in Sydney. Wilkins laat geregeld van zich horen op internationale podia zoals op de ISCM World Music Days en kreeg opdrachten van onder meer Hilliard Ensemble (Madrigal voor vier mannenstemmen, 1994), Ensemble Köln (Automatophone, 1991) en het Deutsche Akkordeon Lehrerverband (Fusa II , 1989). In 2000 kreeg ze de Karl Sczuka-prijs van de Westdeutscher Rundfunk voor haar hoorspel Mecanica Natura. En voor wie het nog niet mocht weten: ook voor de playerpiano van ons eigenste roborkest heeft ze reeds gekomponeerd.