index   kalender   koncertberichten   krikri   on the road   kolofon  


Koncertberichten


<M&M> TextSound

maandag 4 april om 20u
Text + Sound + Art = TextSoundArt

Een heel bijzondere <M&M>-editie wordt dit, want we proberen een simbiose te bewerkstelligen tussen taal, tekst en muziek. We worden voor even onderdeel van het jaarlijkse KriKri-festival, waarover u verderop in dit Logos Blad meer info vindt. Het koncert is de afsluiter van een vierdaagse reeks voorstellingen, reden te meer om de klap op de vuurpijl voor onze rekening te nemen.

En wat kan u zoal verwachten? Kort samengevat zal Dominica Eyckmans zich buigen over enkele vokaaltechnische hoogstandjes in de Récitations van George Aperghis. Haar kennende wordt het een beklijvende performance. Niet minder beklijvend is de versie die de Nederlandse zangeres-aktrice Marjolijn Zwakman neerzet van John Cage's Songbooks. Kristof Lauwers en Lazara Rosell Albear werpen zich op een daverende mix van live drumming en interaktie met de robots ob, toypi en snar en tot slot is er een heuse kreatie van een man die al langer dan vandaag voor onze robots wil schrijven en nu de daad bij het woord voegt: mikrotonalist Adrian Pertout.

De Récitations van de Grieks-Franse komponist Georges Aperghis (1945) zijn tegelijk muziek en teater. Aperghis schreef deze kompositie niet alleen voor de stem maar voor het gehele lichaam van de vertolker. Klinkers en medeklinkers, de bouwstenen van onze taal, worden gevarieerd, geartikuleerd en gekleurd, wat resulteert in een stuk van een buitengewone intensiteit. Het is een veeleisende maar konstruktieve partituur waarin kleine patroontjes een graduele op- en afbouw bewerkstelligen.

Marjolijn Zwakman is een jonge Nederlandse teaterstudente die onlangs in de media opdook door een bijzondere, 23 minuten durende naaktwandeling op de Rotterdamse Coolsingel. Zwakman was poedelnaakt op haar bontlaarsjes na. Een voorbijganger filmde de hele wandeling en postte zijn footage op YouTube, waar die in een mum van tijd een eigen leven ging leiden. Zwakman volgde een opleiding aan de Toneelakademie in Maastricht en is gebiologeerd door de mens en zijn gedragingen. In die hoedanigheid neemt ze vaak haar eigen lichaam als uitgangspunt voor performances. Aan het Sandberg Instituut, de masteropleiding van de Rietveld Akademie, verdiept ze dit onderzoek naar eigen zeggen door haar zelfgemaakte foto's, video's en performances samen te brengen in installaties. Ze werkt tevens samen met het muziekteater-ensemble TIME van het koninklijk Konservatorium in Den Haag.

Andrián Pertout werd geboren in Santiago (Chili) en woont tegenwoordig in Melbourne (Australië). Zowel filosoof als komponist van opleiding zijnde maakt hij voornamelijk symfonische en ensemble-muziek. Werk van hem werd gekreëerd door onder meer Melbourne Symphony Orchestra, Tasmanian Symphony Orchestra, Louisville Orchestra (USA), Sonemus Ensemble (Bosnië-Herzegovina), Ensemble für Neue Musik Zürich (CH), Orquestra Petrobrás Sinfônica (Brazil) en La Chapelle Musicale de Tournai (België). De man is tevens gebiologeerd door wiskunde, experimentele stemmingswijzen en polyritmiek, drie zaken die hij uitdiepte in zijn toy piano-studie Exposiciones.

A Borboleta (2011) is de titel van zijn eerste robotkompositie. Het werd geschreven in opdracht van vzw Krikri als bijdrage bij het 7de internationale Krikri-festival en maakt gebruik van maar liefst 37 muziekrobots. A Borboleta betekent letterlijk 'vlinder' en heeft minder met het diertje zelf te maken als met wiskunde: Pertout baseert zich op tal van wiskundige paradigma's zoals The Butterfly Effect, chaosteorie, fraktaalteorie, The Koch Snowflake, The Cantor Set, waarschijnlijkheidsleer en Markovketens. Het stuk is opgebouwd als een 15-stemmige kanon waarbinnen de tempi van de stemmen onderling via strikte verhoudingen gerelateerd zijn.

Dit koncert komt voorts tot stand met medewerking en artistieke bijdragen van Jelle Meander, Maja Jantar, Dominica Eyckmans, Barbara Buchowiec, Moniek Darge, Sebastian Bradt, Xavier Verhelst, Helen White, Zam Ebalé & Kristof Lauwers, olv. Godfried-Willem Raes.



New Media XIV – MARIE vs. <M&M>

donderdag 14 april om 20u

De transatlantische clash tussen twee machineorkesten...
of spelen ze harmonieus samen?

Een kleine twee jaar terug in de tijd kregen we bij Logos een stagiair over de vloer: Troy Rogers (US), komponist-programmeur en ontwerper van muziekinstrumenten. Troy studeerde bij Scott L. Miller aan St. Cloud State University in Minnesota en later vervolmaakte hij zich aan de University of Oregon bij Jeffrey Stolet en David Crumb, bij wie hij het Intermedia Music Technology Program volgde. Nadien volgde bij aan de Simon Fraser University's Sonic Research Studio kursussen in acoustic ecology en soundscaping bij Barry Truax. Troy's betrokkenheid bij het maken van robots begon met 'PercusBot', een automaat die trommels en klokken aanslaat en die hij ontwierp als een onderdeel van zijn afstudeerprojekt.


vlnr: Steven Kemper, Troy Rogers & Scott Barton

Troy ontving een Fulbright Scholarship om bij ons onderzoek te verrichten in het kader van een onderzoeksprojekt dat uit drie komponenten bestaat: 1) komponeerwerk voor de <M&M> robots, 2) leertijd inzake het maken van nieuwe instrumenten en 3) het ontwerp maken van een zingende/sprekende robot. Hij is tevens, in samenwerking met Steven Kemper en Scott Barton, mede-oprichter van Expressive Machines Musical Instruments (EMMI, www.expressivemachines.org), een groep komponisten die zich sedert 2007 toelegt op het ontwerp van low budget-muziekrobots en er al vaak optredens mee gaf op Noordamerikaanse bodem.

Hun nieuwste verwezenlijkingen zijn geregeld te zien op lokale konferenties rond new Media, zoals New Interfaces for Musical Expression (NIME), International Computer Music Conference (ICMC), Guthman New Musical Instrument Competition, Pixilerations festival, Livewire festival en BradFest. Een van hun projekten, Drum Circle, wordt binnenkort als videoclip gereleased bij EcoSono DVD.

Na zijn teruggekeer naar The States legde Troy zich hoofdzakelijk toe op zijn volgende target, met name MARIE: a virtuoze groep robots, gemaakt voor en door muzikanten. MARIE staat voor 'Monochord-Aerophone Robotic Instrument Ensemble' en bevat tal van getokkelde en gestreken snaarinstrumenten en veelal klarinet-achtige blaasinstrumenten. Net als de <M&M>-robots spelen ze allemaal sinkroon en zuiver akoestisch. De werking van MARIE is in grote lijnen gebaseerd op die van Heli, de geautomatiseerde helikon van het <M&M> orkest die naast een akoestische klankgenerator tevens als een soort luidspreker kan gezien worden.

De kleine robotjes die MARIE samenstellen zijn modulair en kunnen als een puzzel allemaal met elkaar gekombineerd worden. Met MARIE wil het EMMI-genootschap naar eigen zeggen voor muziekrobots betekenen wat Don Buchla en Robert Moog indertijd betekenden voor de ontwikkeling van de synthesizer. Hun slogan is: "Help thwart the imminent robot vs. human wars by demonstrating how fun, cool, and sonically interesting it can be when humans and robots combine their powers for good". Laat de cyborgs daar maar eens een antwoord op verzinnen...

Op dit koncert krijgen we overigens meer dan een oude bekende over de vloer: ongeveer een jaar geleden programmeerden we, vers uit de artscene die Rogers frekwenteert, de saxofonist Michael Strauss en fagottist Dana Jessen. Samen vormen zij sedert 2005 het EAR (Electro-Acoustic Reed) Duo, toegespitst op -naast arrangementen van het werk van Terry Riley, Steve Reich en James Tenney- ook eigentijdse komposities die speciaal voor hun bezetting werden gekoncipieerd. Ze maken graag gebruik van elektroakoestische media en van allerhande ludieke props zoals Tibetaanse singing bowls, gerecycleerde objekten en hun beruchte 'squeaky toys' - ask Floesj for more info...

We hebben dus veel volk geëngageerd voor deze voorstelling: Troy, Steven en Scott op de modulaire robotjes van MARIE, Dana en Michael op niet-geautomatiseerde blazers, en zij gaan in dialoog met het grootste robotorkest ter wereld. Bereid u voor op een merkwaardige, transatlantische ontmoeting tussen twee generaties muziekrobots, voor een keer 'familiaal' verenigd in de Logos tetraeder.



EAR Duo




David Friend (piano/electronics)

donderdag 21 april om 20u
  • Daniel Wohl: Aorta (mvt. III)
  • Helmut Lachenmann: Filter Swing uit Ein Kinderspiel
  • Kate Moore: Sensitive Spot
  • Henry Cowell: Dynamic Motion en Aeolian Harp
  • Jacob ter Veldhuis: Cities Change the Songs of Birds
  • Thomas Adčs: Darknesse Visible
  • Angelica Negrón: Nieuw Werk
  • Chris Marianetti: I think it would be beating a dead dog if we do anything but present this statement

De Amerikaanse pianist David Friend (www.davidfriendpiano.com) werd geboren in 1981 in Lake Charles, Louisiana. Hij verkaste naar New York om les te volgen bij professor Philip Kawin en settelde zich als een van de miljoenen maden in de onderbuik van The Big Apple. Van daaruit ontpopte hij zich een beetje als freelancer en werkte (vanuit zijn Bang on a Can- en Aspen-gerelateerde konnekties) terloops samen met komponisten als Steve Reich, David Lang, Julia Wolfe, Charles Wuorinen, alsook met gitaarknutselaar Bill Frisell, klarinetrebel Don Byron en de Japanse popperformer Ryuichi Sakamoto.

Vanuit zijn hoedanigheid als freelancer onderhoudt Friend dan ook tal van kontakten met jonge, beloftevolle komponisten uit alle hoeken van de wereld die speciaal voor hem nieuw werk schreven. Hij trad reeds op in Carnegie Hall, Royal Festival Hall (London), Lincoln Center en het Reina Sofia Museum (Madrid). Friend is tevens mede-oprichter van TRANSIT Collective, een groep jonge artiesten die zich engageert voor nieuwe muziek.

Friend's benadering is behoorlijk postmodern te noemen: hij beseft als geen ander dat een solorecital voor piano in de 21ste eeuw geen sinekure is. Zijn attitude daarin is open, filosofisch en wars van alle Belle Epoque-achtige konnotaties. Alles kan, als het optreden maar muzikaal relevant en betekenisvol is. Fixed media en het gebruik van (live)electronics maken daar een belangrijk deel van uit. Vandaar dat hij ook op zoek gaat naar originele komponisten die het lef hebben om buiten de lijntjes te kleuren.

Aorta voor piano en electronics bijvoorbeeld, is een onderdeel van een trilogie die Daniel Wohl recent aan David Friend opdroeg en kwa estetiek sterk aanleunt bij de popkultuur. Het elektronische laagje daarbij bestaat uit manueel gedelayede, live-opgenomen audiosamples. Dit alles is bewust heel low level gehouden, terwijl de pianopartij van een pulserende virtuositeit is.

Filter Swing van Helmut Lachenmann komt uit diens cyclus Ein Kinderspiel en bulkt van de speelse, ingenieuze ideeën. Er wordt nauwelijks een toets aangeraakt in dit stuk; Lachenmann laat het de solist louter doen met extended techniques en meetrillende snaren. Door de luisteraar van meet af aan in die onortodokse klankwereld binnen te loodsen, kreëert de komponist hier ahw. een tweede taal, een filter die 'alles wat je tot nog toe van een pianoklank gewend was' weglaat om de 'bruďtistische restfraktie' hoorbaar te maken.

Kate Moore is een jonge Nederlandse komponist. Haar Sensitive Spot bestaat uit een reeks vooraf opgenomen audiotracks en één live uitgevoerde track. Op de uitvoering sandwicht de pianist alles boven elkaar, waarbij verschuivingen en phasings na verloop van tijd een betoverend halo kreëren. Het stuk is gekoncipieerd als een meditatie over mens versus machine, in een steeds drastischer gedigitaliseerde wereld.

De Amerikaanse pianist, komponist, experimentator en teoretikus Henry Cowell was zonder overdrijven zijn tijd ver vooruit. Zelfs zijn allervroegste stukken blijven ook vandaag de dag buitengewoon radikaal en Dynamic Motion en Aeolian Harp zijn daar tekenende voorbeelden van. In Dynamic Motion bespeelt de uitvoerder de piano meer met zijn vuisten en voorarmen dan met zijn vingers, terwijl Aeolian Harp dan weer een subtiel koraal is dat wordt gespeeld door met de rechterhand akkoorden stom te drukken op de toetsen en met een plektrum in de linkerhand de korresponderende snaren te tokkelen. Het oor neemt eerst een kluster waar, tot de resonanties van de open snaren stilaan bloedmooie harmonische progressies opleveren.

Onze noorderbuur Jacob ter Veldhuis vertrekt van een popgeoriënteerde basis. Vaak zijn zijn stukken komisch dan wel satirisch van aard. Maar het is allerminst lachen geblazen in diens Cities Change the Songs of Birds, waarin ter Veldhuis vertrekt van stukjes klank uit een dokumentaire over dakloze, aan heroine verslaafde tienermoeders in New York. Cities Change the Songs of Birds is een keihard stuk dat de pianist voor een keer niet profileert als een onaantastbare held op de toetsen, maar als een exhibitionist die de luxe heeft om zijn publiek te verwennen terwijl op de achtergrond de diepste menselijke ellende doorschemert. Wellicht verbaast het u niet, maar dit stuk zorgde voor enige ophef op de premičre.

Darknesse Visible, een jeugdwerk van de Brit Thomas Adčs, is gebaseerd op een luitstuk van John Dowland. Hedendaagse en Renaissance-toonspraak vloeien naadloos ineen op een tekstuur die eerder aan luit- dan aan pianospel doet denken.

Het nieuwste stuk van zangeres-komponist-akkordeonist Angelica Negrón is een opdracht die Friend haar recent gaf. Negrón is een excentrieke persoonlijkheid, klassiek getraind maar behoorlijk beďnvloed door populaire Puertoricaanse volksmuziek. Ze tapt estetisch uit tal van vaatjes en sloopt graag de grens tussen muziekgenres. De pianist krijgt in haar stuk Moritz Eggert-gewijs de rol van 'One Man Band' toebedeeld, en bespeelt, naast de toetsen, een heel gamma van neveninstrumenten.

Uitsmijter I think it would be beating a dead dog if we do anything but present this statement van Chris Marianetti wordt door de auteur omschreven als 'een duet voor solo performer'. En hier mogen we het volgende onder verstaan: naast een virtuoze pianopartij moet de solist ook een hiphop-achtige mondperkussie (lees: beatboxing) ten beste geven. Dit wordt een hilarische 'showstopper' en doorbreekt ten lesten male het historisch misgroeide sérieux van een pianorecital.