index   edito   kalender   koncertberichten   recensie   kolofon  

Koncertberichten

 

<M&M> 'Novelty'

We openen 2010 met een veelzijdig programma dat de stilistische knipoog allerminst schuwt.

woensdag 13 januari 2010 om 20u

'Heet van de naald' is een uitdrukking dat we gerust letterlijk mogen nemen bij Stichting Logos. Vaak is de programmatie van de <M&M>- koncerten pas een paar uur voor openingstijd helemaal definitief. En als steeds is platte reproduksie taboe bij ons: wij gaan voor niets minder dan nieuw werk, nieuwe media en nieuwe manieren om de menselijke ekspressie te verruimen zonder ons te verlagen tot de slaafsheid aan de komputer. Dat nieuwe repertoire komt, zoals steeds, van onze vaste medewerkers, maar ook een onvervalst adept van de algoritmische kompositie, Lukas Huisman, doet zijn bijdrage aan dit programma.

'Novelty' is anderzijds een muzikaal genre op zich: even navigeren op de Wikipedia levert ons volgende omschrijving op: 'Novelty is een vorm van amusementsmuziek die het in de eerste plaats moet hebben van zijn merkwaardigheid. Vaak gaat het om onzinnige grappenmakerij, maar ook vormen van avant-garde kunnen tot de novelty worden gerekend, evenals platen met maar een paar zinnen of met een onbelangrijk onderwerp. Noveltyhits worden meestal gescoord door eendagsvliegen, al bouwen sommige artiesten er een complete karrière mee op.'

Da's nu wel heel veralgemenend, maar we zouden Logos niet zijn als we geen podium zouden verlenen aan het uitzonderlijke, het alternatieve, hetgeen de geijkte denkpistes verlaat om stem te geven aan iets origineels. En dat origineels komt zoals steeds van onze vaste medewerkers, zijnde Yvan Vander Sanden, Moniek Darge, Sebastian Bradt, Barbara Buchowiec, Kristof Lauwers, Dominica Eyckmans en Xavier Verhelst. Het geheel staat onder leiding van dr. Godfried-Willem Raes.






New Media I - Mecha/Orga

woensdag 20 januari 2010 2008 om 20u

Programma:
  • Bret Battey: Lacus Temporis
  • Jen-Kuang Chang: Drishti III
  • Brigid Burke: Strings
  • een volledige set Yiorgis Sakellarioy

In 2009 organiseerden we bij Logos een 'call for works'. Het plan was eenvoudig: we zouden kunstenaars die zich bezighouden met het maken van elektroakoestische muziek (vooraf opgenomen elektronische muziek) vragen om hun werk in te sturen. Daaruit zouden we een selektie maken en die presenteren als een konsert.

Het werd al snel duidelijk dat we het enthousiasme van de scene licht onderschat hadden. Na het verstrijken van de inzendtermijn keken we aan tegen een berg met meer dan honderd cd's en dvd's, de online bijdragen niet eens meegerekend. Alleen al een eerste beluistering van al die werken heeft ons inmiddels weken gekost. Niet dat we dat erg vonden, want de kwaliteit was dikwijls zeer hoog.
Uit al die inzendingen slechts 5 werken kiezen om een konsert mee te vullen, dat zou een gemiste kans zijn. Langzaamaan begon een nieuw idee vorm te krijgen: waarom geen (bijna) maandelijks themakonsert organiseren rond elektroakoestische muziek? Maar omdat niet iedereen warm loopt van een maandelijks konsert met enkel een paar luidsprekers op het podium, besloten we het toch wat ruimer aan te pakken.

'Logos New Media' is een maandelijks terugkerend thema geworden met zowel elektroakoestische muziek op het programma, alsook andere vormen van geluidskunst met digitale media. We denken bijvoorbeeld aan video, live-elektronika of nieuwe interfaces, al dan niet in kombinatie met meer traditionele muziek. Niet dat dit bij Logos nog niet aan bod kwam, want wie de laatste maanden de tetraeder bezocht herinnert zich zeker het memorabele optreden van Lukas Ligeti (elektronische marimba) of de erg visuele performance van Hallveig Agustsdottir. Wel besteden we vanaf nu nog meer aandacht aan dit deel van onze programmatie, en wordt dat ook duidelijk zichtbaar via het label 'New Media'.

We beginnen het jaar op 20 januari met Mecha/Orga. Aangezien deze geluidskunstenaar liefst in het donker werkt, programmeren we voor de pauze een selektie van videoinzendingen uit onze call for works. Op 22 februari nodigen we Jorge Isaac uit. Niet voor een traditioneel blokfluitkonsert, maar voor een nieuwe performance met video en live-electronics. In maart wordt de 'new media'-fakkel doorgegeven aan 'rare degree', met Michael Strauss en Dana Jessen. Zij kombineren saxofoon en fagot met speelgoed, recyclagemateriaal, wii remotes en live-electronics. Verder in het jaar komt meer materiaal uit de call for works aan bod, naast een grote verscheidenheid aan videokunst, live-electronics en ongetwijfeld andere nieuwe geluidskunst die tot onze verbeelding spreekt. We hopen u te mogen verwelkomen op een van onze volgende 'New Media' konserten.
(yvan vander sanden en Kristof Lauwers)

Mecha/Orga (pseudoniem van Yiorgis Sakellarioy) werd geboren in Athene in 1976 en studeerde ginds klassieke gitaar en ud. De laatste tijd is het voornamelijk fieldrecording en komputergegenereerde muziek waar hij zich op toelegt: of het nu gaat om voorbijrazende treinen, zoemende frigo's, watervallen of woestijnwinden, Mecha/Orga mixt het in real time bijeen en probeert daar de luisteraar zoveel mogelijk bij te betrekken. En dat doet hij het liefst door zijn optredens in volstrekt duister te laten plaatsvinden. Zo verduisterde hij reeds festivals in Griekenland, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland en in 2004 richtte hij zijn eigen label 'Echo Music' op, waarop hij tot nog toe zeven releases heeft laten verschijnen. Voorts is hij geëngageerd als lid van het Centre Of Contemporary Music Research, The Hellenic Electroacoustic Music Composers Association en Ear to the Earth. Geregeld publiceert hij artikels over komputergegenereerde muziek. De eerste helft van dit koncert is voor hem gereserveerd. In de tweede helft komen vooral werken aan bod in kombinatie met videoprojektie, zoals:

Bret Battey's Lacus Temporis (2008) voor videoprojektie en vierkanaals geluid was een opdracht van de Britse Treshold Studios. Het stuk ging in première op het Hull International Film Festival en werd bekroond met een eervolle vermelding op het Abstracta Cinema Festival in Rome, 2008. Battey liet zich inspireren door beelden van de Lacus Temporis, een van de grootste kraters in het maanoppervlak. Door de rotatie van de maan wordt de oppervlaktematerie (een basaltachtig soort lava) meegestuwd en vervormd tot grillige, abstrakte patronen.

Jen-Kuang Chang zegt over haar stuk Drishti III (2008) het volgende: 'Drishti III', a term describing visions one experiences during meditative states, is the third installment in the series realized when taking up an artist residency at the Kimmel Harding Nelson Centor for Arts in 2008. Both computer-generated and sampled sounds are incorporated as to achieve the intended variety of sonic landscapes to match the vivid, but delicate visualisation. The sampled sounds include sonic elements contributed by fellow residents at KHN Center, including sounds captured during a poetry reading as well as wood-sanding sounds by visual artist Annette Shepherd.

Strings (2007) van de Australische klarinettiste, komponiste en vizueel kunstenaar Brigid Burke draait om de transformatie die ze een gesamplede prepared piano liet ondergaan. Het begrip 'string' heeft ze hierbij op heel diverse manieren geinterpreteerd: niet alleen als de voorstelling van een trillend fisiek objekt, maar ook de 'strings' die bijvoorbeeld in het menselijk zenuwstelsel voorkomen, of infrastrukturele 'strings' als verbindingen tussen grootsteden hebben haar hierin sterk beïnvloed. Ook vizueel is ze van deze klustering van snaren vetrokken om de oorspronkelijke klank letterlijk te verweven tot een enorm kanvas van kleuren, timbres en teksturen. (http://www.brigid.com.au)





Nadar Ensemble

maandag 25 januari 2010 2008 om 20u

Programma:
  • Martin Schüttler: Schöner Leben 3 voor versterkte fluit, neonlamp en electronics
  • Beat Furrer: Presto Con Fuoco voor fluit en piano (1997)
  • Stefan Prins: Ensuite voor cello solo (2008)
  • Martin Schüttler: Venus_5 voor piano en live electronics (2002)

In de zomer van 2006 staken enkele jonge muzikanten uit het Gentse konservatorium de koppen bij mekaar. Met hun gemeenschappelijke passie voor hedendaagse muziek wilden ze een extra dimensie toevoegen aan het Vlaamse muzieklandschap. Plannen werden gesmeed en op 10 december 2006 was er al een eerste koncert gerealizeerd. In de mierezaal van het konservatorium overtuigden ze het publiek met een origineel programma dat gevestigde waarden uit binnen - en buitenland verenigde met jonge Gentse komponisten. Nadar was geboren.

Sommige mensen associëren dit woord in de eerste plaats met 'dranghekken' en pas in de tweede plaats met de Franse schrijver, tekenaar, fotograaf, karikaturist en ballonvaarder Nadar, pseudoniem van Gaspard - Félix Tournachon (1820 - 1910). Diens atelier aan de Boulevard des Capucines in Parijs was een ontmoetingsplaats voor komponisten (Liszt, Fauré, Debussy, Berlioz...), schrijvers (Zola, Hugo, Sand...), schilders (Monet, Manet, Courbet, Corot...), acteurs enz. De bekendste foto's van deze grootheden zijn van Nadar's hand. Tegelijkertijd fotografeerde hij ook Parijs vanuit zijn luchtballon, Le Géant. Om de veiligheid van de omstaanders te garanderen maakte hij gebruik van dranghekken, vandaar. Belangrijk is ook dat de veranderingen in perspektief (vervlakking) en de abstrahering van de realiteit die met deze vorm van fotograferen gepaard gaan, van krusiaal belang zullen zijn voor het ontstaan van de revolutionaire kunststromingen aan het begin van de twintigste eeuw.

De musici van Nadar kennen als geen anderen de moeilijkheden waar jonge komponisten in het begin van hun karrière mee te maken krijgen. Ze willen hen dan ook een forum annex experimenteerruimte bieden in de vorm van opdrachten en kreaties. Daarnaast willen ze de deuren naar de hedendaagse muziek wijd open zetten dmv. originele kombinaties van nieuwe én oude werken.

Nadar Ensemble zijn in deze produktie Katrien Gaelens (fluit), Elisa Medinilla (piano), Pieter Matthynssens (cello) en Martin Schüttler (live-electronics).

Stefan Prins besloot in zijn Ensuite voor cello solo om de konfrontatie met Bach op te zoeken, eerder dan die te vermijden. Op een hedendaagse manier probeert hij hetzelfde kompositorische vraagstuk te tackelen dat Bach in zijn tijd met zijn suites -op een overigens geniale manier- wist op te lossen: 'Hoe maak je een polyfone kompositie voor een eenstemmig instrument?' Eerder dan op harmonisch en melodisch vlak te zoeken naar polyfonie, kreërt hij in Ensuite een 'fysieke polyfonie' waarin verschillende stemmen gekarakteriseerd worden door verschillende manieren om de cello te bespelen. Geïnspireerd door de granulaire synthese-technieken die hij vaak hanteert in zijn elektronische muziek had Prins hierbij het beeld voor ogen van twee klankwolken, elk bestaande uit kleine klankpartikels met specifieke eigenschappen, die in elkaar schuiven en weer uit elkaar drijven als twee zwermen vogels. In Ensuite bestaat de ene klankwolk uit slagklanken die geproduceerd worden door met het hout van de strijkstok op diverse wijzen op de snaren te slaan, de andere uit 'gewreven' klanken, die ontstaan door met de boog op verschillende manieren de snaren te bestrijken. Binnen elke klankwolk ontstaan al gauw allerhande differentiaties, kombinaties en perspektiefwissels, die de polyfonie konstant doen variëren. Eens een stabiele klankdensiteit is bereikt, lijkt het alsof de twee klankwolken definitief versmelten tot één grote kolkende massa die, afhankelijk van het perspektief, statisch (oppervlakte) dan wel dynamisch (inhoud) is. (Hoewel de zwermen vogels als één geheel steeds dezelfde richting uit vliegen, verandert de interne konstellatie onophoudelijk). Eens dit punt van ogenschijnlijke stabiliteit is bereikt, volgen verschillende tijdelijke evenwichtstoestanden elkaar snel op, waarin het basismateriaal telkens vanuit een andere polyfone invalshoek wordt benaderd. (Vrij naar Prins' eigen programmanota's)

foto: Anna MerzSinds zijn allereerste komposities tast de Zwitser Beat Furrer de mogelijkheden van het onkonventionele geluid af. In ganse stukken is soms nagenoeg geen enkele vorm van traditioneel klankmateriaal aanwezig. Het onderzoeken van ruis in al zijn verscheidenheid staat aan de ene kant; aan de andere kant staat de bijzonder genuanceerde wijze waarop Furrer die ruis uitkomponeert met aandacht voor variabele aspekten zoals ritme, kontinuïteit, dynamiek, kleur en enveloppe. Hierdoor kan van de schoonheid van de ruis gesproken worden, in kleurschakeringen van metaalachtig naar dof, van geajoureerd naar opaak, enzovoort. In Presto Con Fuoco gaan fluit en piano ogenschijnlijk elk hun eigen weg. Maar toch zijn er raakpunten waarop beide instrumenten elkaar schijnen te vinden in iets wat een dialoog kan worden. Dat gebeurt zowel in de onkonventionele geluiden als in de 'normale klank', en zeker in de momenten van uiterste versnelling en ontwikkeling waardoor de beweging te pletter loopt op een ijzingwekkende verstening. Aan het einde van het stuk blijven enkel wat sporadische geluiden over, als schaarse lichtpunten in de nacht. (Vrij naar Yves Knockaert, Programmaboekje van het concert van 23 oktober 2002, deSingel, Antwerpen)

De duitser Martin Schüttler baseerde zijn Schöner Leben 3 op het levensverhaal van Milly Vanilly, een in 1988 in Duitsland uit de grond gestampte avant dance-formatie van frontmannen Fab Morvan en Rob Pilatus. Hun bij Arista Records verschenen debuutalbum All or Nothing scheerde hoge toppen in de internationale hitlijsten en leverde hen in 1990 een Grammy op voor de meestbelovende nieuwkomer. Toen ze echter betrapt werden op playbacken tijdens een live show, werd hun Grammy alsnog weerhouden. Niet lang daarna kwam nog meer bedrog aan het licht: de stemmen op het album bleken in de verste verte niet die van Pilatus of Morvan te zijn. Met niet minder dan 26 aanklachten tegen hun formatie besloten de heren wijselijk de groep op te doeken. Gelet op het sukkelstraatje waarin ze vandaag de dag verkeren, kan Schöner Leben 3 als een requiem voor een mislukte groep worden beschouwd.

Martin Schüttler's Venus_5 tot slot ontstond in nauwe samenwerking met de pianist Sebastian Berweck aan het Zentrum für Kunst und Medientechnologie in Karlsruhe. Het stuk is één grote doorgekomponeerde karaktervariatie. Struktureel gezien vertrekt de komponist van enkele basismotieven die hij langzaam manipuleert en van timbre doet variëren. De motieven worden ook in steeds kleinere brokjes gesplitst, zodat het stuk letterlijk versplintert in de tijd. Daarboven worden bepaalde passages tijdens de uitvoering opgenomen, in real time bewerkt en door de ruimte gespatialiseerd. De pianist speelt dus tegen zijn eigen opname. Een evenwichtige, symmetrische spatialisatie is hierbij net hetgeen Schüttler wil vermijden: perspektief en de akoestische wisseling daarvan zijn hem primordiaal.