inhoud   kalender   koncertberichten   puff   kolofon

 

Koncertberichten

 

Continuum Ensemble (CA)
dinsdag 2 december 2003 om 20 uur

Een unieke kans om te horen wat er beweegt in Canada op het vlak van de hedendaagse klassieke muziek. Het Continuum Ensemble, één van de leidende ensembles in zijn soort over de grote oceaan, speelt recent werk van komponisten die in Canada wonen en werken.
www.continuummusic.org

  programma:
  • Urban Canticle - Michael Oesterle (°1968)
  • Luxe, calme et volupté - Inouk Demers (°1970)
  • In a bed where the moon was sweating...
    - Paul Dolden (°1956)
  • Moi qui tremblais - Linda C. Smith (°1957)
  • New Work - Allison Cameron (°1963)

Urban Canticle (1995) - Michael Oesterle
De komponist omschrijft dit werk als een "buurt liturgie", een muzikale galm van zijn omgeving in Montréal. Oorspronkelijk was de bezetting: fluit, klarinet, viool, cello en piano maar toen het werk later door het Continuum Ensemble werd uitgevoerd, werd er een slagwerkpartij aan toegevoegd.
Michael Oesterle is afkomstig uit Duitsland maar leeft sinds 1996 in Canada. Het jaar daarvoor was hij de winnaar van de internationale Gaudeamus kompositieprijs. Zijn werken werden uitgevoerd door o.a. het Chicago Civic Orchestra, Berlin Rundfunk-Sinfonie Orchester, Ensemble Intercontemporain, Ensemble Moderne en Les Percussions de Strasbourg. Oesterle is composer-in-residence van L'Orchestre Metro-politain de Montréal en schrijft ook de muziek voor een serie van experimentele animatiefilms van Canada's National Film Board.


Luxe, calme et volupté - Inouk Demers
De fascinatie voor Ravel is het uitgangspunt voor dit werk van de Canadese komponist en gitarist Inouk Demers. Als gitarist verzorgde hij premičres van werken van Brian Cherney, Michael Oesterle, Matthew Schlomowitz en Claude Vivier. Kompositie studeerde hij achtereenvolgens aan de McGill University (Montreal) en Princeton University. Ensembles als Nouvel Ensemble Moderne (Can), New York New Music Ensemble en het Cygnus Ensemble (VS) voerden zijn werk uit.


In a Bed Where the Moon Was Sweating. Resonance #1 (1993) - Paul Dolden
Intimiteit in de muziek. Dit is het centrale koncept van dit stuk. Muzikanten worden gekonfronteerd met hun eigen (opgenomen) klank, een "narcistische reflektie" zoals de komponist het noemt. Daarnaast worden ook stemgeluiden gebruikt, "het intiemste en verleidelijkste geluid omdat dit het lichaam representeert dat overladen is met ver-schijningen, illusies, valstrikken, dierlijke parodieën en rituele simulaties. Zoals in al mijn muziek worden deze elementen op verschillende tracks gezet om een toestand van overvloed en exces te kreëren die ons misschien zwetend achterlaat in een bed van herinneringen."
Paul Dolden specialiseert zich als komponist in elektro-akoestische muziek. Deze werken voor tape en/of instrument werden werden veelvuldig gespeeld en uitgezonden in Amerika en Europa. Dolden won verschillende prijzen (o.a. Bourges International Competition in 1986,1988 en 1990). Zijn komposities worden gekarak-teriseerd door een maximalistische opvatting waarbij honderden opgenomen instrument- en zanggeluiden in allerlei lagen worden gekombineerd.

Moi qui tremblais - Linda C. Smith
Linda Smith liet zich dan weer inspireren door het gedicht Le Bateau Ivre van Arthur Rimbaud waardoor het stuk een "golvend" ritme krijgt. Linda Smith werd geboren in New York maar leeft in Toronto (Canada). Van 1988 tot 1993 was ze artistiek direkteur van een ander Canadees Ensemble voor nieuwe muziek, nml. Arraymusic. Niet aleen dit ensemble maar ook groepen als Modern Quartet, Eve Egoyan, Les Coucous Bénévoles en het Penderecki Quartet verzorgden haar uitvoeringen op internationale podia.

Nieuw Werk - Allison Cameron
De Canadese komponiste Allison Cameron zorgt voor dit koncert voor een nieuw werk (waarvan nu nog geen titel gekend is). Deze komponiste was op festivals als Bang-On-A-Can (VS) of het Newfoundland Sound Symposium te horen. Ze studeerde kompositie bij Louis Andriessen, Gilius van Bergeijk, Per Norgard en Frederic Rzewski. Ze was mede-oprichter van twee ensembles voor experimentele muziek Drystone Orchestra en Arcana Ensemble. Sinds 2000 is ze de artistiek leidster van het ensemble Arraymusic; daarnaast is ze ook aktief als improvisator (op kleine versterkte klankobjekten) in de levendige improvisatie scene van Toronto.

Het Continuum Ensemble werd in 1985 opgericht als een kollektief van komponisten en uitvoerders die de hedendaagse muziek wilden promoten. Het ensemble heeft meer dan 100 werken in premičre gebracht die in opdracht van het ensemble door (vooral Canadese) komponisten geschreven waren. Het succes van deze groep is ook te danken aan de diversiteit van moderne muziekstijlen die ze uitdraagt en aan de tweejaarlijkse nationale en internationale "Call for Scores". Het Ensemble heeft vooral veel jonge komponisten de kans gegeven om werk te schrijven voor deze bezetting. In de meeste steden van Canada heeft Continuuum getoerd en momenteel staat een Europese tour op stapel langs Duitsland, Nederland, België en Engeland.
Artistieke leidster is Jennifer Waring, de dirigenten zijn Rosemary Thomson en Patrick Gallois. De muzikanten: Anne Thompson (fluit), Peter Stoll (klarinet), Mark Fewer (viool), Paul Widner (cello), Laurent Philippe (piano) en Ryan Scott (slagwerk).

 

 

Ferdinand Försch (D)

donderdag 4 december 2003 om 20 uur

performance op zelfgebouwde instrumenten
synthese van visuele en auditieve kunst

Een muziekinstrument als beeldende kunst. Een skulptuur dat geluid maakt. Het werk van de instrumentenbouwer Ferdinand Försch schippert ergens tussen deze twee uitersten. Zijn visueel zeer aantrekkelijke instrumenten zijn zuiver akoestische en kunnen veelal als slagwerk omschreven worden. Försch zelf staat in voor de komposities en de uitvoering daarvan.

Ferdinand Försch

De klankskulpturen van Ferdinand Försch vallen zowel onder de noemer beeldende kunst als muziekinstrument. "Vorm" is daarbij het bind-middel tussen klank en beeld. In zijn instrumen-ten overheersen basisvormen als cirkels, drie- en vierhoeken en strakke lijnen. Het zijn bijna letterlijk vormen die klanken voortbrengen. Voor zijn produkties "4Cage" en "Ex Bach" worden de letters c-a-g-e en b-a-c-h als klanken, ver-houdingen en strukturen gebruikt in installaties, sculpturen, video's en muziekstukken.

De verstrengeling tussen beeldende en auditieve kunst is ook merkbaar in het "Klanghaus" dat hij in 1997 in Hamburg oprichtte. Hier vinden zowel koncerten als tentoonstellingen (van klank-skulpturen) plaats en de ruimte fungeert als een. experimenteel ontmoetingsforum voor beeldende en uitvoerende kunstenaars.

Al meer dan 20 jaren is Ferdinand Försch (°1951) als instrumentenbouwer aktief. Dat resulteerde in meer dan 150 klankskulpturen, installaties en instrumenten. Als materiaal gebruikt hij voornamelijk metaal en hout. Vaak zijn er gelijkenissen met bestaande slagwerk-instrumenten. Dat hij in feite perkussie studeerde (gelijktijdig met studies kompositie en elektronische muziek) zal hier wellicht niet vreemd aan zijn.

Ferdinand Försch

Met zijn solo-koncerten op eigen instrumenten was Försch te horen op o.a. Electronic Music Festival (Stockholm), Geneva Percussion Festival, "The Kitchen" (New York), "Shanghai Art Festival" en talrijke plaatsen in Duitsland. Van al deze muzikale aktiviteit getuigen drie CD's: "Bach 4/7", "4Cage" en "Superstring".

Hij speelde ook samen met zeer diverse (jazz, improvisatie, blues, hedendaags,...) muzikanten als Jack Bruce, Tracy Silverman, Steve Lacy, Mel Lewis en Trilok Gurtu.

 

 

<M&M> ensemble
dinsdag 16 december 2003 om 20 uur

Zoals steeds zit ook dit <M&M> koncert vol premičres en nieuwigheden. Stemkunstenaar Jelle Meander brengt samen met Kristof Lauwers (besturing automaten) het laatste deel uit "Amorgós". Op de <M&M> koncerten in januari en juli kon je al de eerste twee delen van deze performance voor stem en automaten van Jelle horen. "De wandeling is bijna ten einde" is de enige omschrijving die hij ons voorlopig kan geven van het slotdeel uit dit drieluik.
Samen met Maja Jantar stelt hij ook de eerste versie voor van het nieuwe 'A day in the life of two polypoets'. Dit werk voor 2 stemperformers (zonder elektronika of automaten) wordt "een reflektie op de recente evoluties binnen de polypoëtische wereld. Een Big Brother van de polydichters."
Kristof Lauwers, Jelle Meander en Maja Jantar zien we op dit koncert nogmaals samen aan het werk in een nieuwe kompositie van Kristof voor stemmen en elektronika. Vanop zijn vertrouwde plaats achteraan de zaal zal hij allicht enkele verrassende stemtransformaties uit zijn laptop toveren.
Naast dit jonge trio kan je op de rest van het koncert ook nog de vertrouwde <M&M> artiesten aan het werk zien: Barbara Buchowiec, Moniek Darge en Godfried-Willem Raes.

Kristof Lauwers legt zich toe op elektro-akoestische muziek, live-electronics en algoritmische kompositie. Hij studeerde ook gitaar bij Ida Polck aan de Hogeschool Gent. Recent was hij nog samen met Laura Maes te horen in hun gezamelijke produktie "Whirl Wash", een klankperformance vollledig gebaseerd op huis-, tuin- en keukengeluiden met de wasmachine als prima-donna.

Sinds 1995 geeft Maja Jantar performances. Haar voorstellingen zijn gebaseerd op een eigen tekst en een aan de hand daarvan uitgewerkte enscenering. Zo ontstonden Da Capo (1995), Maskers van Zwijgen (1998), Huis van de ongeboren dichter (2000), Medusaleum (2002), No Detour (2002) en Tsutsu Izutsu (2003). Ze heeft samengewerkt met Johannes Taelman, Nicoletta Branchini en René Mogensen.
Ze regisseerde onder meer De Schilder en de Waterman van Meander en de opera Infinito Nero van Salvatore Sciarrino. Ze is eveneens werkzaam in het poëtisch kollektief KriKri. Zij volgde workshops bij Lydia Lunch en David Moss in het Institute for Living Voice en heeft in de zomer van 2001 bij Herman Nitsch gestudeerd (action painting) aan de zomerakademie in Salzburg. Haar werk werd o.a. in Gent, Brussel en Salzburg tentoongesteld.

Jelle Meander is dichter en musikoloog. Hij brengt zijn werk konsequent op het podium in de vorm van voordrachten en performances (onder meer in Gent, Brussel, Antwerpen, Arnhem, Wenen, …). Titels zijn o.a. Triplum (Nr. 1), Slaapversjes voor Lorelei (Nr. 2), Hors d'oeuvre(s), Dicht Boek en Vers Boek. Momenteel is hij aktief bezig met de volgende projekten: Krikri (poëtisch kollektief), Alies (open vorm-projekt) en N.I.M (klankstrukturen). Als onderzoeker is hij bezig met een proefstuk aan de Gentse Universiteit omtrent de versmelting van poëzie en muziek na 1950.