inhoud   kalender   koncertberichten   on the road   beograd   kolofon

 

Koncertberichten

 

Carl Ludwig Hübsch & Jaap Blonk
dinsdag 14 oktober 2003 om 20 uur

Carl Ludwig Hübsch en Jaap Blonk spelen zowel eigen solo-komposities als duo-stukken.
Jaap Blonk solo voert de première uit van zijn "Calculated Untruth" voor stem en live-elektronica, een "fonetisch onderzoek naar de mogelijkheid van een leugen zonder woorden" zoals hij het zelf noemt. "Scherzando al niente" is een stuk voor wangsynthesizer, volgens de Nederlandse stemkunstenaar een instrument "dat ieder mens bezit, maar dat slechts weinigen bespelen. Door de luchtdruk en de druk van de vingers op beide wangen te variëren kan men in een groot frequentiegebied tot vierstemmig polyfoon spelen." Van Blonk zijn ten slotte ook nog "Zes Eenzelvige Zangen voor stem en tape" te horen, zes korte liederen ondersteund door een band met bewerkte stemklanken.
In de solo-werken van Carl Ludwig Hübsch is goed merkbaar hoezeer deze Duitser zich gespecialiseerd heeft in allerlei moderne tuba-technieken. Door zijn onconventionele speelwijze en zijn muzikaliteit bouwde hij zich al een hele reputatie op met zijn solo-concerten. In 1997 verscheen zijn eerste solo CD, genoemd naar een boek van Copernicus. Wat is het verband tussen een tuba en een verre planeet? Hübsch: "De geschiedenis van de astronomie kun je zien als een model voor de zoektocht van de mens naar struktuur en zin in een chaotisch universum - als een verlangen naar duidelijkheid en inhoud. Deze zaken inspireren ook muziekimprovisatoren. Astronomen interpreteren de ongekende wereld volgens menselijke modellen en principes. In deze zin observeren zij eigenlijk zichzelf. Muziekimprovisatie kun je ook zo zien: als een poging om orde in de geluidscosmos te brengen. Improvisatoren en luisteraars vinden nooit verifieerbare strukturen; in feite observeren zij enkel zichzelf."
Als duo verkennen beide muzikanten vooral het stereobeeld van de muziek. Carl Ludwig Hübsch speelt met de afwisseling van klanken uit de beker van de tuba en de door een extra microfoon opgevangen geluiden bij het mondstuk en de ventielen. Jaap Blonk bespeelt twee microfoons met een scala aan stereo-mogelijkheden, waarbij hij naast de stembanden ook keel, tong, lippen en wangen als klankbron inzet.

Carl Ludwig Hübsch (°1966 Freiburg) speelde aanvankelijk klarinet maar verruilde die al gauw voor tuba. Als tiener speelde hij in allerlei rock- en jazz groepen. Daarna studeerde hij zang, slagwerk en elektronische muziek in Freiburg. Hij legt zich zowel op improvisatie als op kompositie toe. Tot 1997 trad hij samen met verschillende jazz- en improvisatieensembles op. In dat jaar nam hij ook een solo CD op ("Der erste Bericht") en twee jaren later startte hij een trio met Matthias Schubert en Wolter Wierbos. In 2001 tourde hij samen met de violist Harald Kimmig door de VS.

Jaap Blonk (°1953) heeft al vaak met succes opgetreden in Logos. De optredens van deze stemkunstenaar, klankdichter en musicus zijn zowel muziek, poëzie als theater. Hij schrijft klankgedichten en andere teksten, zowel voor solo-uitvoering als voor diverse muziekgroepen. Daarbij creëert hij nieuwe combinaties van vocale en instrumentale partijen. Hij schreef onlangs een solowerk in opdracht van de Donaueschinger Musiktage.
Veel komposities maakte Jaap Blonk voor zijn in 1983 opgerichte groep Splinks (cd Splinks, 1993), die later werd uitgebreid tot een orkest van 13 musici. Zijn visuele partituren werden ook al enkele malen tentoongesteld. Sinds een aantal jaren begeeft Blonk zich ook op het gebied van de elektronische muziek en algoritmische kompositie. Daarbij zijn zijn eigen stemklanken altijd het uitgangspunt. Jaap Blonk is te horen op een reeks CD's, solo op o.a. Flux de Bouche, Vocalor en Averschuw; in allerlei formaties (trio, quartet) op o.a. BRAAXTAAL, Speechlos, Dworr Buun, Six Sound Poems en Come To Catch Your Voice.
Jarenlang voerde Blonk de performance Liederen uit de Hemel uit. Dit was ook de titel van zijn eerste poëziebundel, in een doos met cd uitgegeven door Perdu te Amsterdam (1993).
Jaap Blonk verscheen op internationale festivals op zeer uiteenlopend gebied: hedendaagse muziek, jazz, literatuur, performancekunst en theater. Hij trad in vele Europese landen op, ook voor radio en tv; buiten Europa tot dusver in de Verenigde Staten, Canada, Indonesië, Zuid-Afrika en Latijns-Amerika.

 

 

Marilyn Nonken (VS)
pianoprogramma "portret Tristan Murail"

woensdag 22 oktober 2003 om 20 uur

Comme un oeil suspendu et poli par le songe... (1967)
Dit werk werd geschreven door de jonge Murail als een toelatingswerk voor de kompositieklas van Olivier Messiaen, die daarvoor al studenten als Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen en Iannis Xenakis gehad had. De titel komt uit een gedicht van Murail's vader. De akkoorden, het ritme en de struktuur wijzen op de invloed van Messiaen. Tegelijkertijd is de fascinatie van Murail voor extreme registers, nauwkeurig gekontroleerde luidsterktes en ongewone pedalen reeds aanwezig.

Estuaire (1971)
Dit werk bestaat uit twee bewegingen: "Pres des rives" en "Au Melange des Eaux". De partituur van dit werk staat vol met poetische referenties naar golven, stromingen, brandingen en zelfs misthoorns. De plotse, vaak agressieve contrasten reflekteren de schoonheid en brutaliteit van de natuur. Zoals in Murail's ensemble stuk "Couleurs de mer" uit diezelfde periode, ligt de klemtoon niet op de vorm of het proces maar op de nuanceschakeringen en schaduwen.

Territoires de l'Oubli (1978)
"Tegenwoordig wordt de piano gewoonlijk omschreven als een perkussie instrument, waarschijnlijk omdat veel hedendaagse komponisten een hevig verlangen voelen om het krachtige romantische en impressionistische beeld van dit instrument te vernietigen." Tristan Murail gaat verder in zijn voorwoord tot dit epische werk: "Territoires de l'Oubli benadrukt een andere karakteristiek van dit instrument: een groep snaren die vibreren omdat ze aangeslagen worden of omdat ze mee resoneren met andere tonen. Daarom is de rechterpedaal van het begin tot het einde van het werk ingedrukt: het werk is geschreven voor de resonanties en niet voor de aanslagen." Territoires de l'Oubli is één van de meest innovatieve pianowerken uit de 20ste eeuw, waarschijnlijk vooral door de bijzondere manier waarop klankwerelden verschijnen, verdwijnen en in elkaar overlopen.

Cloches d'adieu et un sourire… (1992)
Olivier Messiaen stierf in 1992 en dit werk is een hulde van Murail aan zijn leraar. De titel verwijst naar Messiaens pianoprelude "Cloches d'angoisse et larmes d'adieu" die op het einde van het werk geciteerd wordt.

La Mandragore (1993)
"Onder de galg groeit de alruin (la mandragore). Bij volle maan wordt het geplukt onder de opgehangen man. "Alruin is een plant die gebruikt wordt in tovermiddelen. De wortel van deze plant heeft de vorm van een kleine mens (homunculus). Aan deze wortel worden magische krachten toegeschreven. De titel is ook een onrechtstreekse verwijzing naar "Le Gibet" (de galg) uit Gaspard de la Nuit van Ravel."

Les Travaux et les Jours (2003)
Dit recentste werk van Murail ontleent zijn titel aan de antieke Griekse schrijver Hesiodus. Dit nieuwe stuk evenaart "Territoires de l'Oubli" in zijn brede opzet en bestaat uit verschillende kleine miniaturen met een eigen vorm en opzet. Meer dan in zijn vroeger werk speelt in "Les Travaux et les Jours" de pianistieke virtuoziteit een belangrijke rol. Het werk is geschreven voor Marilyn Nonken met steun van de Fromm Music Foundation (Harvard University). Op dit koncert beleeft het stuk zijn Belgische première.

Tristan Murail (°1947, Frankrijk) geldt samen met Gerard Grisey als een hoofdfiguur van de "spektrale" muziek. Deze muziekstijl legde de nadruk op de harmonie in de muziek en de relatie van die harmonie met de akoestiek. Murail studeerde bij Olivier Messiaen en won in 1971 de Prix de Rome. In 1973 stichtte hij het ensemble Itinéraire dat een internationale reputatie opbouwde voor zijn uitvoeringen met elektronika. Vanaf 1980 gebruikte Murail ook de komputertechnologie voor zijn onderzoek van akoestische fenomenen. Dat leidde tot een samenwerking met het IRCAM waar hij van 1991 tot 1997 verantwoordelijk was voor het kompositie programma en waar hij ook meehielp aan de ontwikkeling van de Patchwork software.
Tristan Murail gaf les aan het conservatorium van Parijs, het IRCAM, de Darmstadt Ferienkurse, en de Toho University in Tokyo. Nu is hij professor kompositie aan Columbia University.

Sinds haar debuut in 1993 in New York en in 1997 in Boston wordt Marilyn Nonken als één van de meest getalenteerde jonge muzikanten gezien in de Amerikaanse hedendaagse muziek. Voor haar debuut optredens kreeg ze lovende kommentaren in o.a. de New York Times en de Boston Globe. Nonken tradt op in Carnegie Hall, Lincoln Center, Guggenheim Museum en verschillende andere zalen, universiteiten en conservatoria in de VS. Buiten de VS was ze ondermeer te horen in het IRCAM (Parijs).
Nonken is ook zeer aktief in allerlei kamermuziekensembles o.a. in het Ensemble 21 en de New Music Group. Van deze laatste groep is ze tevens stichtend lid en artistiek direkteur. Komponisten die voor haar werken schreven, zijn o.a. Milton Babbitt ("Allegro Penseroso"), Mario Davidovsky ("Quartetto No. 3"), Jason Eckardt ("Echoes' White Veil"), Michael Finnissy ("North American Spirituals"), Tristan Murail ("Les Travaux et les Jours"), Jeff Nichols ("Chelsea Square"), David Rakowski ("Fists of Fury," "Sliding Scales," "Plucking A," "12-Step Program") en Paul Nauert ("A Collection of Caprices"). Daarnaast werkte ze samen met Alvin Lucier, Salvatore Martirano en Jonathan Harvey.
Nonken realiseerde CD-opnames bij New World Records, Mode, Koch, Lovely Music, and CRI. In 2001 verscheen de CD "American Spiritual", een kollektie van werken die voor haar geschreven werden. Nonken neemt ook het volledige piano-oeuvre van Tristan Murail op. Met dit programma is ze niet allen te gast in Logos maar ook op het Resonances festival (IRCAM), in Amsterdam, Cambridge (UK), Cleveland, Baltimore en Washington DC.
Nonken behaalde ook een diploma in de muzikologie aan Columbia University. Haar artikels verschenen in Perspectives of New Music, Agni, Current Musicology en de Journal of the Institute for Studies in American Music.


photo: Richard Termine   -   ill.: Riccardo Vecchio

 

 

Konstantin Gockel
"Die Stimme der Schlange II"

woensdag 29 oktober 2003 om 20 uur

"Sinds mijn eerste produktie "Die Stimme der Schlange" heeft de metafoor van de slang mij niet meer losgelaten. De slang is het onberekenbare dat plots tevoorschijn komt en weer verdwijnt. Zij is ongrijpbaar en even behendig als het lot. Dit dier "zonder voeten" past zich door haar sensibele kontakt perfekt aan aan de aarde. Uit de rustige, continue beweging komt de plotse en gewelddadige aanval. Haar ogen zonder leden kennen geen rust. "Die Stimme der Schlange II" probeert om via deze associaties en beelden te overtuigen." - Konstantin Gockel

Dit werk is het resultaat van het experimenteren met de volgende aspekten:
  - spel met tonaliteit
  - herstel van een imaginaire, harmonische ruimte
  - discontinuïteit en plotse veranderingen
  - integreren van het onvoorspelbare en het toeval in plaats van planning, ontwikkeling en intentie
  - "tweespraak" en nuanceringen in de vioolklank"

Konstantin Gockel deed zijn viool studies en afsluitende meesterkursussen bij Max Rostal, Igor Ozim, Hermann Zitzmann en Cecil Aronowitz. Daarnaast deed hij ook filosofiestudies. Hij behaalde de "Grand Prix" op de Internationale Kamermuziekwedstrijk van Colmar en in 1995 de Logos Award , uitgereikt voor het beste koncert in dit jaar georganiseerd door Stichting Logos.
Hij realizeerde talrijke radio- en CD-opnames, o.m. met Maria Bergmann en Eckhart Seilheim van werken van Mendelssohn, Reger, Zimmermann, e.a. Hij ondernam heel wat koncertreizen in alle Europese landen, in de USA, Canada, Zuid-Amerika en Zuid Korea. Hij speelde meer dan 30 kreaties van nieuwe komposities voor viool (van o.m. Morton Feldman, Pauline Oliveros, Doris Hays, Kevin Volans en Klarenz Barlow) op festivals voor nieuwe muziek; tal van komposities werden daarbij trouwens aan hem opgedragen. Bij zijn eigen komposities vermelden we o.m. de cyklus 'Fliehende Worte' (een WDR produktie), en 'Die Stimme der Schlange' (in 1999 verschenen op het Logos Public Domain label lpd002).