LOGOS naar BEOGRAD
Een beknopt koncertreisverslag in een enkele aflevering
Het verzoek om in Beograd, letterlijk vertaald, de witte stad, te koncerteren is vrij onverwacht gekomen. Meer zelfs, feitelijk totaal onvoorzien en toch… Sinds mijn solo muziekdoosperformances in galerie Art-o-Nivo heb ik echt de kriebels te pakken: van vage hersenspinsels tot konkrete aktie. Een grote nieuwe droom: mijn zelfgebouwde muziekdozen, die simpele en vaak guitige geluidenkastjes zijn, ook op buitenlandse podia tot leven wekken.
S.K.C. Studentski Kulturni Centar |
Eén v/d affiches van april 2003 |
En kijk, eensklaps is het zover en krijg ik de kans van mijn leven.
De telefoon rinkelt en Mario van Horrik van Stichting Antarctica, vertelt me dat hij en Petra Dubach uitgenodigd zijn voor het festival "APRIL MEETINGS" in Belgrado. De organisatoren vroegen hen een gans programma samen te stellen en naast enkele Nederlandse musici en één Duitse audio art kunstenaar had hij aan Godfried-Willem en aan mij gedacht. En ja hoor, "Songbook" kan, maar een muziekdozenperformance is zeker een reuze idee, dat helemaal in het opzet van het festival kadert. Jaren terug had niemand minder dan Joseph Beuys het "APRIL MEETINGS Festival" geopend, dus beeldende kunst en audio art is zeker op zijn plaats. Door de Balkan-oorlog en de nasleep ervan heeft het evenement 10 jaar stilgelegen en wordt nu opnieuw opgestart. Niet alleen de organisatoren, maar vooral ook het publiek uit Beograd zal wat blij zijn, dat er opnieuw buitenlanders naar hun stad komen en dan nog om te participeren in hun "APRIL MEETINGS kunstfestival".
Danseres Petra Dubach probeert Godfrieds onzichtbare intrument uit. |
Mark Dykstra, Petra Dubach en Hans W. Koch in het S.K.C. |
Ik kan mijn oren moeilijk geloven. Dat alles zo eenvoudig kan verlopen lijkt wel een heel simpele vervulling van zo'n grote droom. Eerst had dit zo onbereikbaar ver geleken, want hoe naast de apparatuur voor Godfrieds muziekteaterstukken en mijn viool ook nog handen vrij hebben om muziekdozen mee te nemen, was me een raadsel. Maar hier is reeds de oplossing. Er zou door de Nederlanders toch met een busje worden gereisd en de materialen zouden zodoende over land vervoerd kunnen worden. Dus hoeven we niet echt te kijken op gewicht, alleen wel op volume, want er zal een ganse equipe kunstenaars en musici meegaan. Naast Petra en Mario, zal ook ook Leon van Noorden, Mark Dijkstra, Jan van Riet, Hans W. Koch en dus nu ook het Logos Duo aan het "APRIL Festival" te Belgrado participeren.
Zo zou er op één festivaldag een solo muziekdoosperformance op het programma kunnen staan, op een andere dag Godfried-Willems "Songbook", dat we als Logos Duo uitvoeren en vervolgens naast de optredens van Stichting Antarctica en het Maciunas Ensemble ook enkele kollektieve muziekevenementen, die we allen samen ter plaatse in detail zouden uitwerken. Godfried komt op het schitterende idee als tema voor ons kollektief werk een lamentatie over de oorlog in Irak te kiezen. Iedereen is het er roerend mee eens en zo voeren we een ingetogen anti-Irak-koncert op, waaraan we met z'n allen participeren.
Verder zou er ook nog de installatie van Hans W. Koch en de live video performance van Mark Dijkstra op het programma staan. Zodoende zouden we voor de hele duur van het festivalprogramma aktief met audio art, muziekteater en koncerten bezig zijn. Klinkt dat niet heerlijk? Zeg nu zelf!
Logos duo speelt "songbook" van Godfried-Willem Raes >
Wij boeken vanuit Brussel een rechtstreekse vlucht. Met een pex-tarief zullen wij het week-end na het festival in Beograd blijven, waardoor we anderhalve dag de kans zullen hebben de niet eens zo lang geleden gebombardeerde stad iets beter te leren kennen.
Mipi is het koosnaampje van de organisator die alles praktisch zou regelen, maar die zelden tot nooit rechtstreeks van zich laat horen. Slavko Timotijevic is de algemeen direkteur, die als puntje bij paaltje komt alles in geoliede en gestroomlijnde vormen giet, voor zover dat in Beograd tot de mogelijkheden behoort.
De organisatie heet officieel SKC, Studentski Kulturni Centar, maar zowel Mipi als Slavko zijn minstens even oud als wij en in het Studenten Kunsten Centrum zijn studenten slechts een onderdeel van het publiek, tussen allerlei leeftijdkategorieen in. Niemand van de organisatie is student en de naam van het centrum is gewoon sinds 1968 dezelfde gebleven. De studenten zijn ondertussen vijftigers of meer…
Dat lijkt me wel aantrekkelijk, hoewel op zijn zachtst gezegd bizar.
Algemeen direkteur v/h SKC Slavko Timotijevic |
Mipi |
Bij aankomst worden we opgehaald door Mipi die een uurtje of zo later is dan verwacht en die ook geen haast heeft om van de luchthaven te vertrekken want Leon van Noorden is zoek. Hij zou met dezelfde vlucht als de onze komen, maar dat blijkt niet het geval.
Na wachten en nog eens wachten, een aktiviteit die in het hedendaagse Beograd nog tot de hoofdbezigheden van minstens onze dagtaak behoort, worden we per taxi naar een hotel gebracht. De radiator in de kamer lekt en het is dus zaaks niet op sokken of blote voeten op het vasttapijt in de buurt van de radiator te lopen, tenzij je van een sompig voetbad houdt, wat behoorlijk kwalijk ruikt ook. Maar geen nood. Alles in de piepkleine badkamer werkt en we hoeven niet eens onze kamer hiervoor te verlaten. Alleen is het wel aangeraden een dikke handdoek op het afvalwaterputje in de vloer te leggen, wil je geen reukhinder in de slaapkamer telkens je een afvoer of het toilet gebruikt.
|
Gebombardeerde regerings gebouwen. |
We zoeken op eigen houtje het SKC en moeten hiervoor tussen het parlementsgebouw en het presidentieel paleis door wandelen. Voor de deur militaire jeeps met zowel Amerikaanse militairen als Servische milities en politie plus rijkswacht. Allen even grimmig kijkend en zwaar bewapend, zodat ik instinktmatig mijn pas versnel, stuurs voor me uitkijk en pas opgelucht ademhaal eens we voorbij de wachters zijn.
Op een glorieuze ochtend wanneer we -hoewel nooit argeloos- passeren, worden we eensklaps dringend aangemaand de straat ijlings over te steken en voor ik besef wat er gebeurt, waan ik me in een James Bond-film. Vanuit verschillende richtingen komen amerikaanse legervoertuigen aangereden en militairen in boskamoeflage springen uit de rijdende wagens. Hoewel het achteraf bekeken een oerkomische scene was, boskamoeflage met tropenhelm, netten, zonnebril, bebladerde takken en al inkluis in het midden van een betonnen stad, knikken mijn knieën op staande voet. Maar geen nood. Het is niet opnieuw oorlog doch enkel de aankomst van een zwarte geblindeerde wagen met een of andere politieke hoge piet die bescherming geniet. Pas twee weken terug werd de premier om de hoek van de straat bij het verlaten van zijn wagen koudweg neergeschoten. Vandaar het machtsvertoon.
Wanneer we tijdens onze anderhalve vrije dag langs die misdaadsite wandelen, beginnen mijn knieën weer te daveren, deze keer niet van de toch wel hilarisch uitgedoste amerikanen, maar van de lugubere aanblik van de gebombardeerde gebouwen van de hoofdkwartieren van Milosevic. Niets is heropgebouwd. Je kan zo de inslag van de bommen en het afgelegde trajekt ervan volgen. Ik sta aan de grond genageld. Geen tv hebbende ben ik dit soort beelden enkel van de krant gewoon en derhalve nog niet immuun voor de volle gruwel van dergelijk geďnstitutionaliseerd geweld. Ik maak gegeneerd enkele foto's, denkend aan dit artikel, maar de kiekjes lijken ook weer zo ontdaan van alle onmenselijkheid die de met opzet door mensen aangerichte ruines in realiteit eigen is.
Mipi (met afgeschoren baard) en Godfried-Willem Raes
In het SKC wacht ons een warm onthaal, hoewel we eerst een uurtje moeten … wachten. Wachten is het kernbegrip van ons verblijf in Beograd. Veel whisky en bier trekt aan mijn nietalkoholdrinkende lichaam voorbij en maakt de tongen rondom los. Er wordt eerst schroomvallig dan met steeds meer animo over de oorlog en de verloren 10 jaar, zoals zij het voorbij decennium noemen, gepraat. Naarmate de uren verstrijken worden we kameraden. Plannen maken voor onze vele optredens kan wachten tot morgen. Eerst de verbroedering met de gasten uit het westen. De nieuwe toekomst kan beginnen, wordt er gelachen. Het juk is definitief afgeworpen. We worden met open armen onthaald. Nog een beetje en ik kan me als bevrijder voelen. Hopelijk beseft iedereen ten volle dat ik met alles behalve amerikaanse of eender welke militairen wens te worden geassocieerd. Gelukkig zijn we wereldburgerkunstenaars, de Nederlanders, de ene Duitser, de twee Belgen of zeggen we liever Vlamingen en de Beogradenaars die nu eens Servisch dan weer Joegoeslavisch of bij uitzondering Kroatisch, maar zeker niet Bosnisch kunnen zijn. In heinde en verre in de ganse stad niet een enkel moment van eender welke dag een hoofddoekje te bespeuren.
Uiteindelijk opteerde ik toch voor het zelf torsen van mijn muziekdozen. Schafte me een tweedehandse grote flightcase aan en propte die vol, voor een keer niet met 19 inch racks elektronische apparatuur, maar met niets dan muziekdozen, die nu eens zelfstandig rondrijden, dan weer knorren, krekelen of piepen, rondhossen naar het licht toe of juist omgekeerd.
Onze vele koncerten verlopen alle volgens hetzelfde stramien: veel wachten op technici die een kabeltje uit het niets zouden weten te toveren, veel wachten op de koördinatoren die niet komen opdagen tot uiteindelijk de direkteur, Slavko, alles zelf regelt, veel wachten om de zaal afgesloten te krijgen om te kunnen uit eten gaan en tenslotte veel wachten tot er voldoende publiek is om het koncert te kunnen beginnen. Uiteindelijk valt alles nog sterk mee. De Serven zijn entoesiaste luisteraars, kritische kijkers en geďnteresseerde toehoorders. Sloven zich uit met vragen en sturen een piepjonge joernalist op ieder van ons af, die over alles het fijne wil weten. De Serven zijn aangeslagen en diep ontroerd door ons anti-oorlog-koncert. Met Petra, Mario en de anderen spelen is heerlijk en verloopt bijzonder vlot. Een toffe samenwerking gedurende vijf dagen brengt ons nader bij elkaar en wanneer ze hun busje weer volladen met al hun materiaal, vult mijn hart zich met heimwee, omdat straks onze vrienden vertrekken en wij in grauw Beograd alleen met ons tweetjes achterblijven.
De anderhalve dag die ons rest, vullen we met rondneuzen in de stad, met als hoogtepunt een bezoek aan het museum, dat tegelijk ook een mausoleum van Nikola Tesla blijkt te zijn. Een jonge vrouw treedt alleen voor ons op als gids en legt ons vakkundig (zo lijkt mij, maar daar is Godfried het geenszins mee eens) uit hoe alle opgestelde proeven funktioneren. De meeste apparaten kunnen in werking worden gesteld en hoogspanning zorgt voor spektakulaire vonken, voor het draadloos oplichten van neonbuizen en voor het ontzag die iedere leek voelt voor een rechtgeaard wetenschapper die zijn hele leven gewijd heeft aan research, om dan hier in dit museum in een bolvormige urne als een restje as te huizen.
|
Godfried-Willem Raes in het Tesla Museum
< Nikola Tesla en Godfried-Willem Raes |
Hoe zou de wereld er zonder Tesla hebben uitgezien. Hoe zou Beograd er zonder Balkan-oorlog, zonder festival, zonder koncerten of muziekdozen, zonder "Songbook" of tout court zonder muziek hebben uitgezien.
de oevers van de SAVA-rivier
Voor de bruine berin die op het gehavend beton haar twee welpjes zoogt in de armetierige zoo van de witte stad (o cynisme van een naam!) is vast alles eender gebleven. Voor de jonge student bij de ingang van het SKC evenwel die nu voor het eerst in zijn leven aan de festivalbezoekers prefab ijsjes kan verkopen als zelfstandig handelaar om zo zijn studies te betalen en dan te vertrekken naar het rijke westen, verzekert hij ons, is Beograd meer belovend dan ooit. Zal muziek ooit een gebombardeerde plek tot witte stad kunnen maken? Ik wens het uit de grond van mijn hart, Beograd!
m.d.
Moniek in het Kalemegdan park
|