inhoud   kalender   koncertberichten   kiekje   newfoundland   kolofon

Koncertberichten

 

 

<M&M>
donderdag 8 mei 2003 om 20 uur

In het <M&M> labo wordt al enige maanden koortsachtig gewerkt aan de verbetering van de radar-technologie. Deze wordt gebruikt in het Onzichtbare Instrument zodat via bewegingen de automaten bestuurd kunnen worden.
"Quadrada" is een microwave radar installatie die informatie over bewegingen van het menselijk lichaam opvangt die dan gebruikt kan worden om de automaten en robots te besturen. De installatie kan natuurlijk ook gebruikt worden met midi-apparaten zoals synthesizers of audio apparatuur. De radar technologie is een substantiële verbetering van de vroegere "onzichtbare instrumenten" gebaseerd op sonar-technologie. Nu wordt het mogelijk om alle informatie te hebben om de exakte plaats van de performer te bepalen. Ook parameters zoals de grootte van het bewegende lichaam, de snelheid van de beweging kunnen nu preciezer vastgelegd worden. Door deze technologie wordt het bijvoorbeeld mogelijk om één plaats in de ruimte te verbinden met één bepaalde klankautomaat.

Moniek Darge en Kristof Lauwers laten u op dit koncert ook een volgende episode horen uit het kollektieve werk "Robot Garden". Hier gaat de elektrische viool een dialoog aan met het uitgebreide robotorkest en beschouwt hierbij iedere automaat als een volwaardige medemuzikus... zo wordt Robot Garden een muzikaal interaktief stuk, waarbij de grens tussen kompositie en het ontwerpen van instrumenten en interfaces in software vervaagt!

Ook Eva Van de Voorde speelt <Baklava>, een nieuw stuk van Godfried-Willem Raes voor basklarinet en het automaten orkest.

 

 

Dan Senn
maandag 12 mei 2003 om 20 uur

programma:
  • aMaize (video & live "Lyde" instruments)
  • Three Girls (video)
  • Still Moving: Four Sides of a Japanese Language School (video & live violin)
  • Leeks (video)
  • Garden Stories (video)
  • Gandydancer (video & live violin)
  • White Man, Black Kids and Static (live Vertical lyre)

Op dit koncert stelt Dan Senn eigen "video-sound installations" voor die hij de voorbije 10 jaren ontwierp. Deze werken geven een goed beeld van de produktiviteit van deze Amerikaanse muzikant-cineast. De video's van Senn zijn eerder bezinnend en fokussen steeds op 1 onderwerp. Ze zijn voorzien van een (live-) soundtrack. Vaak bespeelt hij hiervoor zelf ontworpen instrumenten.

De video "aMaize" bijvoorbeeld begeleidt Senn met geluiden van zijn "Lyde" instrumenten. Dit zijn eigenlijk deksels van pannen of potten voorzien van een handvat. Ze worden bespeeld zoals een glasharmonium door (met rubber) op de rand te wrijven zodat een heldere klank ontstaat die zeer lang blijft doorklinken. Senn toont ook zijn video "Four Sides of a Japanese Language School" die hij maakte over een verlaten Japanse school. Hij wil hiermee een visuele kaart kreëren van de geschiedenis van deze school die ooit deel uitmaakte van een florerende Japanse gemeenschap in de VS. (De school werd verlaten door de massale internering van Japanners tijdens WO II). De video wordt door Senn live voorzien van een (geprepareerde) viool-soundtrack.

Een andere video "Three Girls" toont hoe nauw het visuele en auditieve verweven zijn in zijn werk. Op drie video's worden 13-jarige meisjes getoond die vertellen over hun leven. De tekst van hun verhalen verschijnt ook op lange stukken papier die tegelijkertijd dienst doen als resonator waardoor je die verhalen kunt horen (piezo elementen laten het papier meetrillen).

Senn speelt ook een kompositie zonder video voor zijn zelf-ontworpen "Vertical 'lyre", een instrument waarbij hamertjes in beweging gebracht worden door subaudio geluiden en daarna (versterkte) snaren aanslaan. De onhoorbare lage tonen die de hamertjes aandrijven komen van een CD die tegelijkertijd ook (hoorbare) geluiden laat weerklinken.

Dan Senn is een veelzijdig kunstenaar. Hij is komponist van zowel elektronische als akoestische muziek, een maker van nieuwe instrumenten en installaties, een video- kunstenaar, een keramist en ten slotte ook een dokumentaire cineast. Zijn werk is sterk beïnvloed door de Japanse raku-keramiek. Dit is een soort van aleatorische pottenbakkerskunst -ontstaan uit de teeceremonie - waarbij de schoonheid van het niet-perfekte en het asymmetrische centraal staan. Kleine foutjes -barsten, een scheve konstruktie - moeten de kunstenaar altijd opnieuw in verbazing brengen.

Senn kwam via de visuele kunsten in de audio art terecht. Hij studeerde eerst keramiek, begon daarna muziekintrumenten te ontwerpen en ontwikkelde vervolgens komputer software om deze raku-techniek te gebruiken in muzikale komposities. Het laatste decennium gebruikte Senn vooral veel slingertechnieken in zijn zelfgemaakte instrumenten. Zijn installaties worden aangevuld met video en tekst (fragmenten uit een persoonlijke journaal dat hij sinds 1974 bijhoudt).

Dan Senn tradt op in Europa, de V.S., Canada en Nieuw-Zeeland en kreeg de voorbije tien jaar in de V.S. en elders talrijke onderscheidingen. In 2002 werd zijn dokumentaire "The Exquisite Risk of Civil War Brass " bekroond op het Da Vinci filmfestival in Oregon (VS).

Senn heeft een doktoraat in muziekkompositie en keramiek. Hij studeerde o.a. bij Ben Johnston. Zelf gaf hij les aan de universiteiten van Illinois en Indiana en aan de Canberra School of Music (Australië) waar hij ook de komputer-muziekstudio ontwierp en leidde.
In 1978 was hij mede-oprichter van Roulette, één van de toonaangevende zalen voor nieuwe muziek in New York. In 1993 richtte hij de koncertorganisatie Newsense Intermedium op die zich specialiseert in experimentele uitvoerende kunsten.

Uitgebreide info (met veel audio- en video-fragmenten) is te vinden op de website van Dan Senn :
http://www.newsense-intermedium.com

 

 

Barton Workshop
donderdag 15 mei 2003 om 20 uur

"Alvin Lucier" programma:
  • In Memoriam Stuart Marshall (1993) basklarinet en sinusgenerator
  • Bar Lazy J (2003) (première) klarinet & trombone
  • 40 Rooms (1996) kwintet en LARES systeem
  • Q (1996) kwintet en zuivere geluidsgolf-oscillatoren
  • Nothing is Real (Strawberry Fields Forever) (1990) piano, versterkte teepot, tape recorder en miniatuur geluidssysteem
Alvin Lucier zal zelf ook aanwezig zijn op het koncert.

Samen met kunstenaars als John Cage, LaMonte Young en James Tenney is Alvin Lucier één van de pioniers en exponenten van de Amerikaanse experimentele muziek. Hij gebruikte "brain waves" in live uitvoeringen, noteerde de fysische beweging van de uitvoerders om een bepaald geluid te bekomen, experimenteerde met de interaktie tusen visuele media en muziek en gebruikte de akoestische eigenschappen van een kamer of zaal als hoofdmateriaal voor komposities. De werken van Lucier vertrekken vaak vanuit één simpel idee waaruit dan een komplex resultaat ontstaat. Het zijn poëtische geluidexperimenten waardoor het publiek in verwondering raakt van het klankresultaat en de speelse exploratiedrang van de komponist.
Sinds 1990 maakt hij vaak werken en installaties met akoestische instrumenten en sinusgeneratoren waarbij het instrument vlak naast of op de toonhoogte speelt van deze glijdende (sinus)tonen. Voorbeelden hiervan zijn "In Memoriam Stuart Marshall" (1993) (voor basklarinet & sinusgenerator) en "Q" (1996) (kwintet en sinusgenerator) die beide op het koncert in Logos gespeeld worden.

Naast een werk dat speciaal voor de Barton workshop geschreven is ("Bar Lazy J" voor klarinet en trombone uit 2003 dat hier zijn première beleeft) staat ook "Nothing is Real (Strawberry Fields Forever)" uit 1990 op het programma. In dit werk -geschreven voor de Japanse pianiste Aki Takahashi- speelt de pianist fragmenten uit de gelijknamige Beatles song, wordt dit opgenomen en onmiddellijk weergegeven in een teepot die dan dienst doet als resonator (en zo ook wordt "bespeeld").

In "40 Rooms" (1996) voor kwintet en LARES maakt Lucier (en dus de Barton Workshop op het koncert) gebruikt van een LARES-apparaat van Lexicon dat ontwikkeld werd om op elektronische wijze de akoestiek van een zaal te verbeteren. Lucier gebruikt het toestel echter om er een komplexe feedback mee te genereren tussen de mikrofoons en de speakers.

Van 1966 tot 1976 maakte Alvin Lucier (°1931) deel uit van het legendarische Sonic Arts Union samen met Robert Ashley, David Behrman en Gordon Mumma. Tussen 1962 en 1970 dirigeerde hij ook het Brandeis University Chamber Chorus dat zich toelegde op nieuwe muziek. Sinds 1970 geeft hij les aan de Wesleyan University. Hij trad op in Amerika, Europa en Japan en zijn werken werden opgenomen door labels als Disques Montaigne, Nonesuch, en Lovely Music Records. Hij schreef ook een boek -Chambers- dat uitgegeven werd bij de Wesleyan University Press.

 

 

Karin De Fleyt
maandag 19 mei 2003 om 20 uur

programma:
  • Entführung - Karlheinz Stockhausen (piccolo)
  • NoaNoa - Kaija Saariaho (fluit en elektronika)
  • L'orrizonte luminoso di Aton - Salvatore Sciarrino (fluit)
  • Felix Regula - Roberto Doati (fluit, altfluit en tape)
  • Windblown (whirligig of my selves) - Pedro R. Rivadeneira (fluit en "sounds")

Entführung komt uit de slotscène van de opera MONTAG uit de LICHT-cyklus van Stockhausen en is ontstaan uit het EVA-Lied dat de kinderen in die scène zingen:
" Mon-ta----k ge- bo-ren aus Li--cht,
Ze-re-mo-nie u-----n--t Ma-gie."
Na een 'aankondiging' stijgt een spiraal in 13 x 2 kronkelingen uit boven de melodie die telkens aanvangt op een andere toon. Wie deze spiraal aanhoort wordt ontvoerd naar een magische wereld met "brillirender, glitzernter, tirilierenxer, zipirilifer, trillikiper, glissiriner, prickiliher, schriltisiker, klitiriser, quirrimizer, kissipijer, tinkiliniler, piccoliniger" toonideeën.
Dit solowerk voor piccolo is in 1986 gekomponeerd en opgedragen aan Kathinka Pasveer.

NoaNoa ("geurig") is in 1992 ontstaan. Tijdens het schrijven aan haar balletmuziek Maa kreeg de Finse Kaija Saariaho nieuwe inspiratie voor een fluitwerk. Saariaho zelf schrijft hierover:
..." I wanted to write down, exaggerate, even abuse certain flute mannerisms that had been haunting me for some years, and thus force myself to move into something new. Formally, I was experimenting with the idea of developing several elements simultaneously, first one after the other, then superimposed".
De titel refereert aan een houtsnede van Paul Gauguin, genaamd NoaNoa. Er bestaat ook een reisdagboek onder diezelfde naam van de hand van Gauguin, geschreven tijdens zijn verblijf in Tahiti van 1891-93. Uit dit boek haalde Saariaho tekstfragmenten die worden gereciteerd in de kompositie.

L'orrizonte luminoso di Aton is het voorlaatste deel uit de bundel Fabbrica degli incatesimi (1977-89). Voor Salvatore Sciarrino is elke kompositie een kosmos waarin de artiest door het ordenen van zijn materiaal een idee van de wereld reflekteert, en het beeld van dit universum weerspiegelt een voorstelling van onze maatschappij. Belangrijk is dat de virtuositeit van de uitvoerder niet alleen wordt gezien als eigen bravura, maar als een statement van morele en estetische principes. De verklanking bij dit werk is tegelijk kwetsend en helend opgevat. In dit latere werk wordt de intense relatie tussen geluid en licht sterk ontwikkeld. Elke klank omvat zijn eigen schaduw, wat essentieel is om te kunnen schijnen. De betovering is afkomstig van een fluit die vibreert, ademt, fluktueert in een kontinue afwisseling, een klank geboren uit en teruggrijpend naar adem. De fluitist, die door het instrument ademt, wordt één met dat instrument.

Felix Regula is geïnspireerd door het werk van de Luikse komponist en teoretikus Johannes Ciconia (1340-1411) die zijn laatste levensjaren in Padova (waar ook Roberto Doati leeft) doorbracht. De komponist Doati werd vooral geboeid door het spel met spiegelbeelden in het virelai 'Sus une fontayne'. Roberto Doati werkt reeds sinds lange tijd met komputer en wil, net zoals Ciconia, wetenschap en muziek met elkaar verbinden. Hij gebruikt nieuwe wetenschappe-lijke procedures om de muzikale vorm die het virelai is, te onderzoeken en te transformeren. Dit werk heeft 5 verschillende versies. Telkens wordt de vorm van het virelai uiteengerafeld en opnieuw opgebouwd door gebruik te maken van verschillende muziek-instrumenten die elkaar spiegelen. Voor de wiskundige berekeningen met de komputer is daarbij uitgegaan van de 'geest van de geometrie' uit Ciconia's werk. Het akoestisch instrument treedt op als een transformator die, gebruik makend van hedendaagse technieken (slap, tongue ram, multiphonics, enz.), het oorspronkelijke virelai volgens verschillende modaliteiten uitzendt.
Felix Regula is een opdrachtwerk van het 'Centre de Recherches et Formation Musicales de Wallonie' in Luik en werd gerealiseerd in 1997.

Karin De Fleyt (°1972) studeerde aan het koninklijk konservatorium te Gent bij Eric Dequecker en Phillippe Benoit voor dwarsfluit en bij Godfried-Willem Raes voor hedendaagse kamermuziek. Tijdens haar opleiding spitste zij zich toe op de interpretatie van hedendaagse fluitmuziek. Zij nam deel aan verschillende festivals en koncerten in o.a. Tilburg, Essen (D), Aveiro, San Francisco, Buffalo, Stockholm, Parijs, Berlijn.

Bij Kathinka Pasveer (D) specialiseert zij zich in het fluitrepertoire van Karlheinz Stockhausen. Tijdens de Stockhausen Kursus te Kürten (D) speelde zij als soliste al herhaalde malen voor Karlheinz Stockhausen. In 1999 behaalde er de derde prijs voor "Flautina" (fluit, altfluit en piccolo) en in 2000 bijzondere prijzen voor "Zungenspitzentanz" (piccolo en synthesizer, samen met Marc Maes) en "Elufa" (fluit en bassethoorn, samen met Michele Marelli). In augustus 2001 werd zij beloond met een tweede prijs voor de uitvoering van "Ave" (voor altfluit en bassethoorn). Tijdens de Stockhausen Kurse in 2002 won zij de eerste prijs voor de uitvoering van "Der Kinderfaenger" (altfluit, piccolo en elektronische muziek). Tijdens diezelfde zomer werkte zij mee aan de CD- opnames van "Europa Gruss" en "Stop und Start" onder leiding van Karlheinz Stockhausen.

Zij werkte ook samen met komponisten als Brian Ferneyhough, Salvatore Sciarrino, Godfried-Willem Raes, Moniek Darge, Stefan Van Eycken, Kaija Saariaho, Charlie Morrow, Phil Niblock, Karlheinz Essl, Zachar Laskewicz, en anderen.
In maart 2001 werd zij finaliste van het Gaudeamus Vertolkers Concours te Rotterdam. In november 2001 werd zij laureate aan het Orpheusinstituut, waar zij een post-graduaat studie afrondde over 'de extensiemogelijkheden van hedendaagse fluitmuziek'.


Karin De Fleyt en Michele Marelli in "Ave" van Karlheinz Stockhausen