inhoud   kalender   koncertberichten   logos on the road   newfoundland   kolofon

 

LOGOS DUO IN NEWFOUNDLAND


(deel 9)

(wat voorafging) (deel 10)

Zoals het hoort bij een echte avonturentocht stevent het bootje niet recht op het doel af. Eerst een voorprogramma. We varen tot bij Gull Island. Het eiland is overdekt met witte uitwerpselen en duizenden meeuwen van allerlei soorten scheren rakelings over onze hoofden heen. Nu, het is ondertussen jaren en jaren geleden dat ik de multimedia kompositie "Stormfugle", wat Deens is voor meeuw, maakte, maar hun krijsen beroert me nog steeds. Dus wil ik echt graag, zelfs van dit voorprogramma een klankopname maken. Maar, o wee, het kabaal van die motor… Het bootje scheert ijlings langs de oevers van het toch wel erg naar guano stinkende eiland en mindert dan vaart. Met de mikrofoon in aanslag wacht ik mijn kans af. Wat een geluk. De kapitein zet de bootmotor volledig af, om ons te laten genieten van de door elkaar heen krassende en gillende meeuwenstemmen. Oef, ik slaak een zucht van verlichting, druk de opnametoets in en uitgerekend op dat moment beslist de ijverige gids, dat ze hoognodig alles moet bekommentariëren: "ginds meeuw zus en daar meeuw zo" en mijn eerste klankopname is om zeep. Even grol ik inwendig en heb zin om "shut up" te roepen. Maar geen nood, sus ik mezelf, meeuwgeluiden vind ik wel meer. Zelfs, als het moet, aan onze eigen Noordzee.

Hup, daar knarsen de motoren weer. Gull Island wordt snel opnieuw het groengestreepte witte eiland aan de einder. De golven klotsen rustig tegen de boegen op. Gelukkig is het helder weer en de wind niet al te guur. Stilletjes zit ik te bedenken, hoe je beleefd een taterende gids de mond kan snoeren. Diverse scenarios spelen zich in mijn gedachten af, maar veel tijd tot overleg heb ik niet, want daar doemen de langverwachte papagaaiduikertjes reeds met honderden tegelijk in de lucht op.

Wanneer de boot de oevers van de langverwachte Puffin Islands nadert, trek ik mijn stoute schoenen aan. Wiebelend me een weg naar voor banend, repeteer ik inwendig mijn zinnetje. "Can you please ask through your microphone all passengers to keep a moment silence, because I would like to make a recording of these birds." De gids glundert opgetogen. Dat heeft ze blijkbaar nog niet veel meegemaakt.

Oef, ik heradem:
de boordmotor ligt stil,
de stemmen verstommen,
alleen de vogels praten in duizendvoud.
Innerlijk kom ik tot rust. Het wordt een onvergetelijke reeks nieuwe soundscapes.
Daarna leer ik het onderscheid tussen "murres", de pinguinachtige vogels die eenenkel scherpgepunt ei leggen, zodat het niet naar beneden kan rollen, de "common murres" en de "thick billed murres", de witte "gannets", de zwarte "cormorants" en de "guillemots die overwegend zwart zijn met een witte vlek.

Maar bovenal verkies ik de grappige puffins met hun kleurige papegaaienbek, hun korte dikke zwemvliespootjes, die feloranje uitsteken onder hun gedrongen lijfjes en bij opstijgen of dalen als stuntelig navigatieroer dienst moeten doen.
Terug aan wal komt de direkteur van de Obrien firma, captain Lolaya, zoals hij zichzelf voorstelt, met ons kennismaken. Wanneer hij van mijn klankopnames hoort, bespeur ik een twinkel in zijn ogen en na zijn speechke, doet hij stiekem teken hem te volgen. In zijn kantoor begint hij uitbundig te vertellen hoe hijzelf geluidenjager is en aan de manier waarop hij praat kan ik wel opmaken dat hij gebeten door zijn passie is. Hij wil me kopies bezorgen van vogelgeluiden op diverse lokaties, maant zijn personeel aan terstond in aktie te schieten, wat ze ook glimlachend doen, maar de bus laat niet op zich wachten en toetert het vertreksein. Geen nood. Captain Lolaya weet raad. Hij zal een bode sturen, wanneer ik hem het adres geef waar we logeren. Hij is zo geestdriftig dat ik hem op zijn woord vertrouw en waarachtig, wanneer we 's avonds in Rankinstreet aankomen, ligt de CD-Rom waarachtig op me te wachten!
In de bus geniet ik na van deze verkwikkende dag, die nog meer voor ons in petto heeft.

Terug op de kade in St.John's worden we uit de bus geladen bij een "indoor installation", afgestemd op ons zeeavontuur. "The Blackbird Project" is van de hand van Helen Gregory en heeft zowel een visueel als een audio luik. Tegen het plafond zijn zwarte, papier mache zeemeeuwen met ingebouwde schelpen, kreeftenpoten en dergelijke meer, opgehangen. Komponist Sean Ferguson zorgde voor een kraaien-soundscape en live fluitist Kate Herzberg beweegt al spelend doorheen de ruimte. Het publiek schuift zachtjes onder de donkere vogels door. Hier en daar zitten luisteraars genietend op de grond tegen een paal of muur geleund, starend in de hoogte. De buiken van de zwartpapieren vogels dragen het leven van de zee in zich. Ook de muziek en de vogelgeluiden vloeien naadloos in elkaar over. Het geheel vind ik indrukwekkend mooi en vertel het de auteurs, die zichbaar glunderen.
Op dergelijke momenten is er voor mij geen grens meer tussen kunst en realiteit.


(wordt vervolgd) (deel 10)
m.d.