inhoud    kalender    koncertberichten    japan    road    kolofon

 

Logos Duo in Japan
(deel 9)
(wat voorafging) (deel 10)

De zoektocht van de Japanse festivalgangers naar de soundscapes die Godfried-Willem en ik deze voormiddag bij elkaar hebben gesprokkeld in de omgeving van de Otogikan en in het dorpje Kawamoto zelf, verloopt vrolijk. De zon heeft het gehaald op het druilerige regentje en de stemming onder de participanten kan niet stuk. Iedereen is duidelijk opgelucht vrij in de buitenlucht te kunnen rondlopen en voor het eerst sinds de aankomst ook zo meteen de omgeving te kunnen verkennen. Maar tegelijkertijd valt het me op hoe de deelnemers de opdracht plichtsgetrouw zeer ernstig nemen. Niemand waagt het doelloos rond te kuieren om gewoon wat te genieten van dit eerste momentje ogenschijnlijke vrijheid. Neen, er wordt druk gezocht en overleg gepleegd.

En wij die dachten dat de geluiden in één, twee, drie te lokaliseren zouden zijn... niets blijkt minder waar. Zelfs de in onze oren meest eenvoudige klanken, de kakelende kippen, worden niet op slag gelokaliseerd. Na een uurtje - voor de meesten tevergeefs - zoeken, kan je de spanning voelen stijgen. Tegelijk heeft zich een boeiend socialiseringsproces voorgedaan: sommige leden hebben hechte zoekteams gevormd en krijgen na verloop van tijd medewerking van aanvankelijk concurrerende groepjes, terwijl een enkeling zich afzondert en besluit het op eigen houtje te wagen, los van alle anderen. Ook worden wij al vlug voortdurend in het oog gehouden. Geen stap of blik van ons in een bepaalde richting gaat nog onopgemerkt voorbij.

Maar ook lichaamstaal lijkt niet zonder slag of stoot kultureel uitwisselbaar. Want nu hebben wij het zo stilaan warm, dat onze opdracht juist niet door trivialiteit, doch door een te grote moeilijkheidsgraad een flop zal worden. We proberen de bespieders ongemerkt naar de juiste plekken te loodsen, via allerhande -naar onze mening duidelijke, maar nonverbale signalen. Het blijkt helemaal niet te werken. Na een poosje kom ik tot de verbijsterende vaststelling, dat deze musici zich in hoofdzaak niet door hun oren, maar door hun verstand laten leiden. Iets wat bevestigd wordt door het relaas, dat elke deelnemer uitbrengt over zijn wedervaren, eens terug binnen in de gemeenschappelijke zaal.

We spelen de mini-disk af en krijgen bv. bij de kakelende kippen te horen, dat men binnenin het schooltje op zoek is gegaan naar die dieren. Dat men dus eerst de huisbewaarder diende te vinden om het gebouw te openen. Dat er uiteindelijk enkel konijnen en cavia's, maar geen kippen in de klaslokalen waren. Hoewel het gekakel duidelijk hoorbaar is aan de achterkant van het schoolgebouw, waar het kippenhok tegen de buitenmuur aanleunt, is het niemand opgevallen. Neen, zo redeneerden zij: scholen houden verzorgingsdieren voor het bijbrengen van verantwoordelijkheidszin aan kinderen. Die kippen horen dus binnen te zijn. Dat ze nu toevallig hier in Kawamoto buiten huizen, is ondanks hun hoorbaar gekakel een onmogelijkheid, want volgens de gangbare regels een ondenkbaarheid... Het is een heel boeiend avontuur: de Japanners leren inderdaad veel over onze westerse oren, maar tegelijk krijgen wij een beter begrip van een denk- en ervaringswijze die ons aanvankelijk totaal vreemd is. Wat een boeiende uitwisseling komt hier niet tot stand.

Eén geluid is maar door eenenkele participant ontdekt: dat is het geluid van de klapperende koorden tegen de bamboevlaggenmasten van het shinto-heiligdom. Een deelnemer die zich naar hun normen het meest asociaal heeft gedragen en volledig op eigen houtje op zoek is gegaan, heeft dit geluid kunnen lokaliseren. Doch ook hier heeft hij er eerst voor geredeneerd en dan pas geluisterd. "Ik vond het geluid bij het shinto-schrijn als volgt", zo vertelt hij ons. "Westerlingen die de streek niet kennen, gaan niet in de eerste plaats naar de meest triviale plaatsen in een Japans dorp kijken en luisteren. Zij zoeken de opvallende plekken op", zo bedacht ik, "en dat zijn toch wel de tempels en schrijnen." En gelijk heeft hij. Dat is effektief wat mij heeft geleid. De ontdekker van het vlaggenmastengeluid is duidelijk in zijn nopjes en krijgt spontaan applaus, waarop hij fier te kennen geeft, reeds in Europa te zijn geweest, wat hem nog meer lof en bewondering van de anderen bezorgt. Op slag krijgt hij de algemene groepserkenning, ondanks het feit dat hij -naar Japanse normen- zo asociaal alleen op stap is geweest.

We realiseren een korte kollektieve soundscape-kompositie met de opgenomen geluiden en onze eerste Logos-workshop in Kawamoto zit erop. Weer zijn we een heel stuk dichter bij elkaar gekomen en hebben we niet te versmaden stevige bruggen van beter begrip tussen twee toch zeer ver uiteenliggende kulturen kunnen bouwen. Eventjes zijn we zelfs naar de andere kant kunnen oversteken.

De volgende dagen houden we nog een improvisatieworkshop en demonstreert Godfried-Willem zijn 'Invisible Instrument', dat vervolgens door alle participanten wordt uitgetest. Bij de voorbereidingen van ons gezamenlijk koncert, oogst ik tonnen lof van de Yamaha-vertegenwoordiger, omdat ik -zonder van zijn komst op de hoogte te zijn geweest- toch wel uitgerekend op een Yamaha elektrische viool speel. En bovendien nog spontaan verklaar dit instrument voor deze koncertreis te hebben verkozen boven mijn 18de eeuwse akoestische viool. Beter skoren ware moeilijk geweest.

Grappig is het om samen met deze musici, die alles zo zorgvuldig op voorhand organiseren en tot in de kleinste puntjes regelen, nu uitgerekend werk van John Cage in te studeren. Onze optredens zullen tegen volgend jaar op CD worden geperst, dus is het zaak alles heel goed voor te bereiden. Toch moet Cage tegelijk Cage blijven. Hoe rijg je toeval en Japan aan elkaar? Maar ja hoor, hier in Kawamoto blijkt dat te slagen. Zowel ons duo koncert ,als het gezamenlijke optreden verlopen wonderwel. Toch hebben we maar een drietal dagen kunnen samenwerken. Ik ben verbluft door zo'n kwaliteitsvol resultaat.

Na afloop van het festival kan ik mijn waardering in een lang interview voor een lokaal muziektijdschrift kwijt. Ook daar is blijkbaar aan gedacht. Ja, er valt hier nog een en ander op te steken...

(deel 10)
M.D.