| In 1980 had Herve Thys, directeur van de Filharmonische 
        Vereniging en als zodanig de programmator achter de klassieke concerten 
        in het Palais des Beaux Arts, het idee opgevat om, in navolging van de 
        Royal Albert Hall in London, ook in Brussel voortaan bij de uitvoeringen 
        van Tchaikowsky's 1812 ouverture echte kanonschoten te gebruiken in plaats 
        van de armtierige paukenslagen die gebruikelijk waren geworden maar zeker 
        niet door de componist bedoeld. Gezien mijn competentie inzake constructie 
        en instrumentenbouw en het feit dat we bij Logos een goed uitgerust atelier 
        hadden, kreeg ik de opdracht die kanonnen te maken. Daarvoor laste ik 
        vijf stalen kubusvormige vaten, elk ongeveer een kubieke meter groot, 
        voorzien van een nauwpassend en van sloten voorzien deksel en een cylindrische 
        schoorsteen. Zowel de resonantiefrequentie van de vaten als die van de 
        schoorstenen, die als resonator waren bedoeld, waren berekend op het bereiken 
        van het echte geluid van een kanonschot. De schoten werden afgelost bij 
        middel van springstofpatronen met een elektrisch ontstekingsmechanisme. 
        Elk vat mocht maximaal met vijf munitie patronen worden geladen. Het afschieten 
        kon gebeuren met een afstandsbediening die ik had ontworpen en gebouwd 
        en die kon worden bediend door de slagwerker van dienst. Daar zat een 
        sleutel op, zodat niet een of andere onverlaat 'per ongeluk' op een knopje 
        zou kunnen drukken en een onverhoeds schot lossen.Omdat Herve Thys protesten en bezwaren vreesde zowel vanwege de musici 
        als vanwege de verantwoordelijken van de Henry Le Boeuf zaal, moest ik 
        mijn hele ontwerp voorleggen aan de technisch verantwoordelijken van de 
        Royal Albert Hall in London teneinde een conformiteitsattest te bekomen. 
        Ik ben daarvoor naar London gegaan en bekwam, na een lange bespreking 
        van de kleinste details, het gevraagde attest. Herve wou dat ik ook de 
        springstof uit London zou meebrengen, maar dat stuitte op allerlei grote 
        bezwaren, niet in het minst omdat het transport van munitie door een particulier 
        sowieso verboden was. Dat hebben we uiteindelijk opgelost door een contact 
        tot stand te brengen tussen de Britse vuurwerkmaker die die springstof 
        leverde en een professioneel vuurwerkmaker uit Brabant, waarbij die laatste 
        precies gelijke springstofpatronen kon leveren. Omdat ik vanzelfsprekend 
        een en ander op voorhand goed moest kunnen testen, verkreeg ik alras een 
        grote voorraad springstofpatronen onder de uitdrukkelijke voorwaarde ze 
        niet uit handen te geven, laat staan door te verkopen of onbewaakt achter 
        te laten. De experimenten bij Logos verliepen naar wens, al moeten we 
        de buurt wel regelmatig aan het schrikken hebben gebracht...
 Bij de eerste uitvoering in de Henry Le Boeuf zaal, was Herve Thys zo 
        vooruitziend geweest bordjes te laten plaatsen in de inkomhal waarop het 
        publiek ervan verwittigd werd, dat er kanonschoten zouden worden gelost. 
        Hij wilde immers niet aansprakelijk worden gesteld voor gebeurlijke hartaanvallen 
        onder het vergrijzend publiek. Die eerste uitvoering verliep uitstekend, 
        al waren er vanuit het orkest wat protesten te horen vanwege mogelijk 
        gevaar op gehoorschade. Dat laatste had ik natuurlijk voorzien en daarom 
        had ik op voorhand ook metingen gedaan van de geluidsdruk. Om die aanvaardbaar 
        te houden, liet ik dan ook de kanonnen op de hoogste balkons van de zaal 
        plaatsen, hoog boven het orkest en op plaatsen waar ook geen publiek werd 
        toegelaten. Volgende opvoeringen verliepen grotendeels zonder problemen 
        maar, op een keer gebeurde iets heel ergs. Tijdens een opvoering was het 
        deksel met schoorsteen van een van de vaten weggevlogen en was midden 
        in het orkest terecht gekomen. Er waren gelukkig geen slachtoffers noch 
        gewonden en de schade bleef beperkt tot het strikt materiele. Het orkest 
        ging prompt in staking, en een zoektocht naar de verantwoordelijke werd 
        ingezet. Vanzelfsprekend ging alle verdachtmaking mijn richting uit. Maar, 
        een onderzoek wees algauw uit dat de technici die voor de opstelling van 
        de kanonnen verantwoordelijk waren, hadden nagelaten de deksels van de 
        vaten met de daarvoor door mij bijgeleverde grendels en sloten dicht te 
        maken. Ze wilden niet geloven dat zoiets echt zou kunnen gebeuren... Ik 
        slaakte een zucht van opluchting. Mijn hachje was gered, maar de kanonnen, 
        die werden nooit meer gebruikt.
 De springstof patronen hebben later bij Logos nog verschillende toepassingen 
        gevonden in allerlei spectaculaire openluchtprojecten.
   |