Logos Productions: | ensembles | projects | concerts worldwide | logos public domain |
door Miet Van Stichel
Butoh is een uiterst gestileerde dansvorm afkomstig uit Japan. Hoewel de dans stilaan ook in Vlaanderen meer verspreid raakt, hebben nog maar weinig mensen van butoh gehoord. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Emilie de Vlam danst butoh sinds haar twaalf jaar en geeft graag een woordje uitleg.
Emilie: “Butoh is wel degelijk dans en er zijn evenveel stijlen als er dansers zijn. Wij gebruiken ons lichaam als een instrument. Er zijn wel enkele raakvlakken met theater. Zoals in alle theatervormen hebben we een kader nodig, een lijn waar we naar toe gaan. Binnen dat kader speelt improvisatie een belangrijk rol. Bovendien is butoh vooral optreden. Dansen voor iemand, is altijd heel sterk aanwezig. Wij hebben een publiek nodig om onze dans te kunnen overbrengen. Een butoh-performer is heel sterk gefocust. Hij is zich volledig bewust van de ruimte en het publiek. Oorspronkelijk is butoh ontstaan als een avant-garde beweging.
Emilie: “Ik denk dat veel mensen er wel kunnen inkomen als ze zich laten leiden door het ritme achter het dagdagelijkse. Een butoh-danser toont iets en spreekt daarbij alle delen van zijn lichaam aan. Als kijker kan je misschien iets herkennen, iets dat bij jou aanwezig is in je droomwereld of een gevoel dat je hebt. Butoh is heel persoonlijk maar ook transparant. Het is meer dan alleen maar je eigenste ervaring uitleven. Het is feedback: je doet een beweging, je lichaam weet wat je hebt gedaan en gaat daarop verder.”
Emilie: “Toen ik twaalf jaar was, ben ik daar heel toevallig ingerold. Ik woonde in Brugge en daar werd een cursus ‘body weather’ georganiseerd. Die trainingen werden gegeven door Huub Onzia, Caro Lambert die de mosterd haalden bij Min Tanaka die toen in België en de buurlanden was. Zo is het begonnen. Later ben ik op zoek gegaan naar de oorsprong van butoh en de grondleggers ervan. Mijn grote droom was in Japan gaan studeren en dat is me ook gelukt. Ik ben twee maal naar Japan getrokken en heb daar heel intens gedanst. Ik kreeg trainingen door onder andere Min Tanaka, Masaki Iwana en Kazuo Ohno, allemaal heel gerenommeerde dansers, en studeerde later intensief bij de butoh –en euritmiemeester Akira Kasai.”
Emilie: “Het zijn vooral de trainingsmethodes die me heel erg aanspreken. Voor mij staat dat zo dicht bij wat dans is. Het is zo simpel, zo eenvoudig. Je luistert naar je innerlijke, naar je lichaam en je gewaarwording maar tegelijkertijd is butoh ook heel concreet en fysiek.Volgens Tanaka draait alles rond het lichaam, de omgeving en zoveel mogelijk doorstroming. Dat is het concept maar dat kan nooit helemaal bereikt worden. Ook in voorstellingen proberen we in onze improvisaties te streven naar die transparantie tussen lichaam en omgeving. Als butoh-danser moet je kunnen reageren op impulsen. Daarom zijn een aantal oefeningen ontwikkeld en met de jaren is dat uitgegroeid tot een echt systeem. Zo’n bodyweathertraining issteeds zeer intensief en zeer dynamisch: twee uur springen, twee uur manipulatie en partnerwerk en tenslotte twee uur sensiviteitstraining. Dat wil zeggen dat we bijvoorbeeld een zintuig uitschakelen waardoor de andere zintuigen alerter worden bijvoorbeeld met een blinddoek.”
Emilie: “Net zoals met de andere kunstvormen kun je butoh eigenlijk niet echt leren. Maar aan de andere kant: iedereen kan het want er zijn geen maatstaven zoals bij ballet. Toch zie ik telkens opnieuw dat bij getrainde dansers de gevoeligheid gewoon veel groter is. Hun lichaamsbewustzijn is groter waardoor de dans sowieso rijker is.”
Je danst ook in “Vooruit met de Kuit”, een vrolijke majorettenkorps. Is dit een tegenhanger voor je butoh-activiteiten?
Emilie: “Ik zie dat niet als een tegenhanger want ik verwerk heel veel butoh-elementen in mijn choreografieën. Ik heb gekeken naar al die lichamen die niet thuis zijn in dans, laat staan butoh. En zo ben ik aan de slag gegaan. Ik heb een aantal dingen vastgelegd op basis van wat zij aanbrengen en op basis van het materiaal dat ik in de trainingen gebruik. Dus in zekere zin staat het ver van butoh maar… het punt van overeenkomst is het groepsgevoel.”
Ontstaansgeschiedenis
Het Japanse teken voor butoh bestaat uit twee karakters: bu betekent dans en toh betekent stap of stamp. Letterlijk dus: ‘stampende dans’. Butoh is het best te omschrijven als optelsom van elementen uit het traditionele Japanse theater, Ausdrucktanz en mime. De dansers, witgepoederd en ontdaan van elke individualiteit, roepen het beeld op van een verdoemde wereld. Thema’s als verval, angst en vertwijfeling, van erotiek, extase… worden op een beklijvende manier in beeld gebracht. De bedoeling van butoh is in contact komen met je innerlijke zelf. De vroege butoh-dansers draaien hun ogen weg en kijken zo naar hun ziel. Butoh is ontstaan in het Japan van na de Tweede Wereldoorlog en maakt deel uit van een bredere artistieke beweging. In het post-Hiroshima en Nagasaki tijdperk revolteren avant-garde artiesten en studenten tegen de snelle verwestering en de invasie van Amerikaanse gadgets in de Japanse cultuur. In deze tijdsgeest creëerde de 31-jarige Tatsumi Hijikata zijn eerste performance: ‘Kinjiki’ of ‘Verboden Kleuren’. ‘Kinjiki’, een voorstelling over de schaduwkanten van de liefde, werd voor het eerst opgevoerd in 1959 in Tokio en veroorzaakte een groot schandaal. Met zijn voorstelling reageerde hij tegen het schoonheidsideaal. Hijikata wou het lichaam tonen met al zijn onvolkomenheden en brak met alle gevestigde dansregels. Hij noemt zijn dans zelf ‘Ankoku Butoh’ of ‘Dans der Duisternis’.
last updated: 2009-03-18