index   kalender   koncertberichten   kolofon  

Koncertberichten

 

Shiau-uen Ding

donderdag 4 maart 2010 om 20u

Programma:
  • Christopher Bailey: Balladei (piano en recorded electronics) - 2005
  • Christopher Bailey: Abstraction 4 - 1997, herzien in 2000
  • Moritz Eggert: Hämmerklavier III: One Man Band - 1994
  • Milton Babbitt: Reflections (piano en tape) - 1975
  • Pierre Jodlowski: Série Blanche (piano en electronics) - 2007
  • Pierre Jodlowski: Série Noire (piano en electronics) - 2005
  • Moritz Eggert: Hämmerklavier XX: One Man Band 2 - 2009

Shiau-uen Ding (http://shiauuending.com) is een Amerikaans-Taiwanese pianiste die inmiddels een rijzende ster in de wereld van de nieuwe pianomuziek kan worden genoemd. Haar interesses zijn drieledig: niet alleen is ze virtuoos op het klavier, ook de improvisatiescène en komputergegenereerde muziek zijn haar cup of tea. De New York Times omschreef haar eertijds als een 'daredevil' voor haar deelname aan de Bang On A Can - maraton. Ook op de Gaudeamus Vertolkers Kompetitie en op het Concours de Piano d'Orleans heeft Shiau-uen Ding haar stempel gedrukt.

Logos-sympatisant Moritz Eggert droeg indertijd zijn Hämmerklavier XIX: Hymnen der Welt (Afghanistan bis Zimbabwe) aan haar op en ook met Christopher Bailey, Eric Lyon, Burton Beerman en Steve Reich heeft ze reeds samengewerkt. De afgelopen jaren profileerde ze zich als een originele en energieke performer die zich even goed thuisvoelt in het traditionele als modernistische repertoire, en van dat laatste willen we u op deze avond het een en ander presenteren.

Tijdens het komponeerwerk aan Balladei liet Christopher Bailey zich inspireren door Middeleeuwse muziek. Onder meer de Machautiaanse dubbele leidtoon, de open kwinten en de conductusachtige struktuur verlenen dit lijvige pianowerk een tijdsoverschrijdend aura. Letterlijk dan, want er worden eveneens verbanden gelegd met 'Americana' genre Barber of Copland en er kan zelfs een knipoog naar een Ierse jig af...
Abstraction 4 tapt dan weer uit een ander vaatje en richt zich op komplekse, Varèse-achtige akkoordblokken die Bailey uitrekt in de tijd. Een trip van vertikalismen (skyscraper chords) naar horizontalismen (vast landscape chords), althans, zo klinkt het in de woorden van de komponist zelf.

Pierre Jodlowski's Série Noire is dan weer geïnspireerd door het verzameld werk van oeuvre van David Lynch, Jean-Luc Godard en Terry Gilliam. Jodlowski vertrok van enkele merkwaardige karakters uit hun films en vertaalde die naar een muzikale pluraloog waarvan alleen de komponist het komplot doorheeft.

Moritz Eggert schrijft al jaren aan een grootschalig 'work-in-progress', getiteld Hämmerklavier. Het beslaat verscheidene delen waarin telkens andere pianotechnische vraagstukken worden belicht. Hämmerklavier III: One Man Band uit 1994 is bijvoorbeeld opgetrokken uit louter special effects, alternatieve speelwijzen en inside piano-techniques. Eggert onderzoekt alles wat los en vast zit aan het instrument en laat de solist letterlijk als een eenmansorkest alle mogelijke klanken tevoorschijn toveren.
Hämmerklavier XX: One Man Band 2 dateert dan weer uit 2009 en tast de grenzen van het pianospel af zonder de speler ook maar een enkel ogenblik on keys te doen spelen. Kin, voeten, voorhoofd of neus,...de speler voert dit stuk met zijn/haar hele lichaam uit. Ook enkele extended devices zoals mondorgel, speelgoedpiano en woodblock worden hierin gebruikt. Het wordt op die manier een beetje een multitask-koreografie, aldus Eggert, die met dit werk het sérieux van al te bombastische Nieuwe Pianomuziek doelbewust relativeert.






bESIdES - Under One's Breath

maandag 8 maart 2010 2008 om 20u

Programma:
  • Johannes Schöllhorn: Under One's Breath (fluit, altviool, harp)
  • Tristan Murail: Feuilles à Travers Les Cloches (fluit, viool, cello, piano)
  • Pascal Dusapin: Etude Pour Piano n°4 (piano solo)
  • Annelies Van Parys: Phrases V (gitaar, harp, piano, perkussie)
  • Johannes Schöllhorn: Vor Augen (saxofoon, cello, piano, stem)

    Het prille ensemble bESIdES (www.ensemblebesides.be) ontstond vanuit de gemeenschappelijke interesse voor aktuele muziek van negen jonge muzikanten. Hun uitgangspunt is het uitvoeren van aktuele kamermuziek die dankzij de atypische bezetting (harp, cello, fluit, piano, gitaar, viool, saxofoon, perkussie & elektronika) willens nillens buiten het mainstream repertoire gezocht moet worden. bESIdES experimenteert graag met muziek waarbij de komponist veel artistieke vrijheid verleent aan de muzikanten. Daarnaast kiezen de leden ook voor het kreëren van werken van jonge experimentele komponisten.

    Met het programma Under One's Breath verkent bESIdES de mogelijke muzikale kleuren en timbres van hun bezetting: tokkelinstrumenten kunnen klinken als perkussie terwijl fluit, strijkers en piano het spektrum en de resonantie van klokken verkennen. De echo van een reciterende stem weerklinkt in gefluister en gekleurde muzikale interventies. Zo ontstaat een instrumentale dialoog tussen de muzikanten die met uiteenlopende speeltechnieken en komplekse ritmes de mogelijkheden van hun instrument verkennen, vaak op de grens van het hoorbare.

    Annelies Van Parys' Phrases V werd in 2001 geschreven voor het Ictus-seminarie en gekreëerd door ensemble Contr'Art in Brugge. Aangetrokken door enerzijds een citaat van Arthur Rimbaud en anderzijds de rijke mix van timbres die aan gamelan refereert, heeft Van Parys gekozen voor een kombinatie van gitaar, harp, piano en perkussie. De sleutelwoorden van dit werk zijn dan ook kleuring, poëzie en verfijning. Phrases V werd bekroond met de prijs Vlaanderen/Québec en werd uitgevoerd in Montréal op 15 mei 2002 door leden van het SMCQ onder leiding van Walter Boudreau, met uitzending in Canada en cd-opname bij Atma-Classique.

    Under One's Breath van Johannes Schöllhorn is een opeenvolging van vijf studies voor fluit, harp en altviool over de verschillende aspekten van klank en ritme. Het stuk verwijst op diverse manieren naar Claude Debussy, meer bepaald naar diens Etudes Pour Piano en zijn beroemde Sonate uit 1915. Die stijlaspekten liggen, zoals de titel al doet vermoeden, niet aan het oppervlak, maar zijn verscholen in de konstant evoluerende muzikale bewegingen. Under One's Breath werd oorspronkelijk geschreven voor het Sabeth Trio. Vor Augen van diezelfde Johannes Schöllhorn dateert uit 1993 en werd geschreven voor stem, fluit, cello en piano. Het is een soort melodrama op tekst van Martin Kaltenecker, waarin het drama wordt overgelaten aan de instrumenten. De stem is dan weer de raadselachtige rode draad die alle elementen van het spel samenhoudt.

    Tristan Murail zegt over zijn Feuilles à Travers les Cloches uit 1998 het volgende: "Natuurlijk, het is het omgekeerde van de titel van Debussy (Cloches à Travers les Feuilles). Men verbeeldt zich een landelijke scène, gebladerte, een verre klok, het rustige Frankrijk of de plaats waar je terug naartoe wil na uitstapjes en avonturen. Maar vanuit akoestisch standpunt moeten de klokken de overhand hebben: in hun resonantie horen we het fluisteren van de bladeren die zich voortbewegen in de wind. De wind stijgt, er is storm in aantocht... "

    bESIdES zijn: Marieke Berendsen (viool), Romy-Alice Bols (fluit), Jasper Braet (elektronika), Fabian Coomans (piano), Toon Callier (gitaar, e-gitaar), Sam Faes (cello), Nele Geubels (saxofoon), Jeroen Stevens (perkussie) en Jutta Troch (harp).




    New Media III - Rare Degree

    donderdag 18 maart 2010 2008 om 20u

    Onze derde editie van New Media, met in de hoofdrollen Rare Degree, een polyvalent duo van saxofonist Michael Strauss en fagottiste Dana Jessen, voor de gelegenheid bijgestaan door Troy Rogers.

    Rare Degree werd in 2006 in Amsterdam opgericht door saxofonist Michael Strauss en fagottiste Dana Jessen. De bedoeling was niet om toernees te ondernemen als het zoveelste instrumentale duo, maar om aan een heel brede vorm van cross-over te doen met alle media die hen ter beschikking staan. En 'cross-over' mag men gerust letterlijk nemen, want ze bundelden reeds de krachten met turntablist DJ Dubble8, met vizueel kunstenaar Sarah Buckius, met gitarist Vitor Rua, met het Quatuor Bozzini en met soundscaper Hyaena Reich. Vaak doen ze dat met veel gevoel voor humor (bekijk bijvoorbeeld eens hun filmpje op http://www.mstraus.net).

    Ze ondernamen reeds koncertreizen naar Portugal, Dartmouth, Chicago, Huddersfield en Baltimore en werden door The Boston Music Intelligencer gelauwerd voor hun "conviction and authenticity". Los van alle improvisaties spelen ze ook geregeld komposities van Steve Reich, Michael Gordon, Terry Riley en JacobTV. Op deze voorstelling krijgen we werk te horen van onder meer Cory Kasprzyk, Dana Jessen, Matthew Burtner en Ivo Bol.

    Michael Strauss werd in 1983 in New Orleans (LA) geboren en leerde de knepen van zijn vak aan The New England Conservatory of Music en aan The Peabody Conservatory. Op de dag van vandaag heeft hij meer dan zeventig stukken gekreëerd die speciaal voor hem werden geschreven.
    Voorts is hij allesbehalve afkerig van multimediale projekten en daarin spreidt hij een ongekende werklust tentoon. Strauss heeft namelijk zonder overdrijven een griezelig groot palmares opgebouwd vol samenwerkingen met artiesten uit alle mogelijke kunsttakken, podia en festivals waar hij op performde en ensembles waar hij lid van was of is. Voor de volledige lijst verwijzen we de geïnteresseerde lezer graag door naar 's mans website (http://www.mstraus.net).

    Fagottiste Dana Jessen (http://www.danajessen.com) werd eveneens geboren in 1983 en studeerde ook aan The New England Conservatory of Music. Van the Louisiana State University kreeg ze dan weer een Master degree. Een instrument als het hare draagt uiteraard een behoorlijk klassieke traditie mee en het doorbreken van alle klisjees dienaangaande is duidelijk haar missie. Zijsprongen naar (free)jazz, experimentele improvisatie of het opzetten van hybride arrangementen horen daar volledig bij. Jessen komponeert zelf ook en vertrekt daarvoor meer dan eens van samples van haar eigen opnames. Zo is de soundscape van haar nummer In Flux voor fagot en twee sopraansaxofoons volledig samengesteld uit hetgeen ze zelf in de studio ingespeelde en bewerkte. Ook van haar is dus nieuw werk te horen, net als een jamsessie met de <M&M> robots die door onze medewerker Troy Rogers zullen bediend worden.








    <M&M> 'Exotika'

    donderdag 25 maart 2010 2008 om 20u

    Aan de vooravond van een nieuwe lente gaat een ruim veertigkoppig machineorkest de dialoog aan met muziek uit alle hoeken van de aardkloot. Van gamelan over katajjaq (Inuit keelzang) tot Afrikaanse ritmes.

    Aan het gangbare <M&M>repertoire, bestaande uit muziek van Europese en Noordamerikaanse komponisten, willen we in deze editie nu net even iets veranderen. We richten de blik deze maand op andere kulturen, muzieksystemen en benaderingen van het fenomeen muziek. Heel veel strikte orkestraties zult u daar niet bij hoeven te verwachten. Het wordt elk voor zich een uitdaging om een zo persoonlijk mogelijke vizie te geven over een kultuur die hem of haar nauw aan het hart ligt. Ook performances, rituelen en dergelijke kunnen daarin aan bod komen.

    Begeeft Logos zich dit keer op glad ijs? We weten donders goed dat world music behoorlijk trendy is (of in een heel recent verleden toch was); het is een beetje een passe-partoutsleutel geworden om op een muziekfestival aan te kunnen geven dat je toch iets van muziek kent. Wie naar world music beweert te luisteren, is al iets moeilijker te kategoriseren dan pakweg een rock-, pop- of klassiek fanaat. Velen zijn er dan ook wel heel goed in geworden om rond de pot te draaien met zo'n modewoord.

    Maar wat is world music nu eksakt? Natuurlijk is er niets etnisch of eksotisch aan de pulp die we doorgaans in de nachtwinkel door ons oor krijgen geramd. Echte etnische muziek heeft een grote historische dimensie die vrijwel helemaal gelikwideerd is door ons beeld van wat eksotisch hoort te klinken. De redenering daarvoor is vrijwel geheel van kommerciële aard: wil iets aan de bak komen in de meeste Westerse oren, dan moet het ook Westers klinken. Liefst met een herkenbare melodie (een tune), een regelmatige puls (een beat) en een verteerbaar arrangement dat beide zaken aaneenmikst. Een diepere spirituele dimensie hoort er in deze optiek niet bij, net zomin als een autentieke stemming of instrumentarium.

    Wij hebben echter ons eigen instrumentarium: ruim veertig muzikale robots waar we het mee zullen doen. Het is dan ook de bedoeling een programma samen te stellen dat een alternatieve, maar autentieke kijk geeft op niet-westerse muziek. En daar moeten onvermijdelijk keuzes voor gemaakt worden. Godfried-Willem Raes' Afrotoms zal daar zeker bijhoren, net als James Plakovich's World Beat Music. Uiteraard zal er in enkele stukken volop gebruik worden gemaakt van de diverse stemmingen waar onze robots toe in staat zijn.

    Dit koncert vindt plaats met medewerking van Dominica Eyckmans, Barbara Buchowiec, Marian De Schryver, Moniek Darge, Yvan Vander Sanden, Sebastian Bradt, Zam Ébalé, Kristof Lauwers en Troy Rogers. Artistieke leiding is in handen van Godfried-Willem Raes.