index     kalender     koncertberichten     muziekdozen cdrom     kijkje...kiekje     kolofon

 

Koncertberichten

 

Thomas Buckner (US)

dinsdag 9 november om 20u00

Programma:
  • Noah Creshevsky: Jubilate
  • Robert Ashley: Tract
  • Annea Lockwood & Thomas Buckner: Duende
  • Somei Satoh: Kizashi (omen) from Time of Communion
  • "Blue" Gene Tyranny: Somewhere in Arizona 1970
  • Alvin Lucier: Music for Baritone with Slow Sweep Pure Wave Oscillators
Alle werken op het programma werden speciaal geschreven voor Thomas Buckner.

In "Jubilate" voor stem en tape is er een groot kontrast tussen de speciale stemtechnieken die op de tape te horen zijn en de traditionele zangwijze die de zanger live gebruikt. De tape werd gemaakt aan de hand van 255 afzonderlijke samples van improvisaties van Thomas Buckner. De belangrijkste uitdaging van dit stuk is volgens de Amerikaanse komponist Noah Creshevsky om "een zo mooi mogelijke klank te bekomen en om de klank van de tape en stem te vermengen zodat ze één worden."
Noah Creshevsky (° 1945) is de vroegere direkteur van het Center for Computer Music en was ook docent aan het Brooklyn College in New York. Hij studeerde kompositie bij Nadia Boulanger in Parijs en bij Luciano Berio aan Julliard. Hij is een virtuoos gebruiker van de sampler omdat hij vertrouwde korte geluidsfragmenten gebruikt en die omvormt tot fantastische imaginaire ensembles.

De voorgeschiedenis van het stuk "Tract" is vrij complex. Bijna veertig jaar geleden had Robert Ashley een kladversie van een stuk gemaakt dat gebaseerd was op het idee van een "harmonisch aura" (samenklanken die onhoorbaar aanwezig waren, oplossingen van akkoorden die verondersteld maar niet gehoord werden). Vele jaren later voerden Ashley en Buckner diskussie over dit (nooit uitgevoerde) stuk en de teorie daarrond (en de verwantschap met sommige jazz-stijlen) en waagde de komponist zich aan het vernieuwen van dit vijfstemmige stuk. Uiteindelijk is het een werk voor stem en tape geworden waarbij het oorspronkelijke vijfstemmige idee elektronisch bewerkt werd. Ashley gaf het idee van een "verborgen" harmonie op en deze impliciete akkoorden zijn nu wel hoorbaar geworden op de klankband.
(biografie Ashley: zie koncert ma. 15 november)

Photo by Kathy LeonardNet als "Jubilate" is ook "Duende" (1997) gemaakt met behulp van samples van improvisaties van Thomas Buckner. Sommige samples deden de komponiste Annea Lockwood denken aan de vokale transformaties die je in opnames van sjamanistische gezangen hoort. Bij deze manier van zingen weerspiegelen de veranderingen in de stem wijzigingen in de toestand van de geest en het lichaam van de uitvoerder. "Duende" is een improvisatorisch raamwerk waarin Buckner de mogelijkheden van zulke veranderingen verkent.
Annea Lockwood (°1939, Nieuw Zeeland) werkte in de jaren '60 vaak samen met choreografen, klankdichters en visuele kunstenaars en raakte bekend door haar performances zoals Glass Concert (1967) (met allerlei glazen instrumenten en installaties) en events met verdronken en uitgebrande piano's. In de jaren' 70 en '80 sluipen natuur- en omgevingsgeluiden haar werk binnen (in allerlei soundscapes & klankinstallaties) en worden persoonlijke levensverhalen verwerkt in een aantal stukken. De laatste vijftien jaar maakt ze zowel stukken voor traditionele (westerse en niet-westerse) instrumenten als voor elektronika. In veel van haar werken wordt van de uitvoerder veel kreativiteit en exploratiedrang gevraagd. Annea Lockwood studeerde tussen 1961 en 1964 kompositie in Engeland, Duitsland (o.a. bij Gottfried Michael Koenig) en Nederland. Sinds 1973 woont ze in de VS.

Een spirituele invloed is ook te herkennen in het stuk "Kizashi (Omen)" van de Japanse komponist Somei Satoh. Het stuk is een deel uit de multi-media produktie "Time of Communion". Deze produktie was een samenwerking tussen Buckner, de komponist Satoh, de Franse metaalkunstenaar Alain, de danser Kei Takei en de pianist Aki Takahashi.
Somei Satoh werd geboren in Sendai in 1947. Zijn moeder is docente in Japanse dans en zijn grootmoeder professor in 'Sangen', een traditioneel Japans driesnaren instrument. Beïnvloed door zijn familie hoorde Satoh op zijn vijftiende pas voor het eerst Westerse muziek. Pas op achttienjarige leeftijd raakte hij echt geïnteresseerd in Westerse muziek. Vanaf het einde van de jaren zestig maakte hij werken voor een twaalf uur durend multimedia projekt getiteld Global Vision. In 1973 schreef hij Litania voor twee piano's en digital delay (of piano en bandrekorder), zijn eerste kompositie waarin hij notenschrift gebruikte.
Satohs werken worden veelvuldig uitgevoerd in de Verenigde Staten, Europa en veel Aziatische landen. Hij is dan ook een van de meest bekende Japanse komponisten ter wereld. Met name in de VS zijn Satohs werken populair omdat ze het postminimalisme vertegen-woordigen.

De Amerikaan Blue Gene Tyranny geeft in zijn werk blijkt van een fascinatie voor vreemde psychologische teoriëen en audio illusies. De tekst van "Somewhere in Arizona 1970" is gebaseerd op een neergeschreven verhaal onder hypnose. De tekst handelt over twee vrienden in moeilijke omstandigheden en over de hun "ware bedoelingen". Ritme en melodie zijn volledig afgeleid van de tekst.
Als pianist heeft "Blue" Gene Tyranny al een hele reeks koncertreeksen in de VS, Europa, Canada en Brazilië achter de rug. In de jaren '50 bracht hij als jonge pianist werken van o.a. John Cage in première. Als komponist schreef hij een oeuvre van meer dan 50 werken bij elkaar voor elektronische, instrumentale en vokale ensembles. Vooral op het gebied van live-elektronika was hij de voorbije decennia zeer aktief. Hij komponeerde ook de muziek bij meer dan 30 films en video's en bij dansprodukties van Stefa Zawerucha, Timothy Buckley, Trisha Brown en Steve Paxton.

"Music for Baritone with Slow Sweep Pure Wave Oscillators" is één van de vele werken van Alvin Lucier waarin sinustonen tegenover live-instrumenten geplaatst worden. Sinds 1990 maakt hij vaak komposities waarbij het instrument vlak naast of op de toonhoogte speelt van deze glijdende (sinus)tonen.
Alvin Lucier is één van de pioniers en exponenten van de Amerikaanse experimentele muziek. Hij gebruikte "brain waves" in live uitvoeringen, noteerde de fysische beweging van de uitvoerders om een bepaald geluid te bekomen, experimenteerde met de interaktie tussen visuele media en muziek en gebruikte de akoestische eigenschappen van een kamer of zaal als hoofdmateriaal voor komposities. Van 1966 tot 1976 maakte Alvin Lucier (°1931) deel uit van het legendarische Sonic Arts Union samen met Robert Ashley, David Behrman en Gordon Mumma. Tussen 1962 en 1970 dirigeerde hij ook het Brandeis University Chamber Chorus dat zich toelegde op nieuwe muziek. Sinds 1970 geeft hij les aan de Wesleyan University. Hij trad op in Amerika, Europa en Japan en zijn werken werden opgenomen door labels als Disques Montaigne, Nonesuch, en Lovely Music Records.

Thomas Buckner is al meer dan 30 jaren zeer aktief in de (Amerikaanse) hedendaagse muziekscene als zanger, improvisator en koncertorganisator.
De voorbije 20 jaar hebben meer dan 70 komponisten werken exclusief voor hem geschreven. Het volledige programma dat hij in Logos brengt bestaat uit een selektie van deze aan hem opgedragen werken. Sinds 1983 werkt hij intens samen met de komponist Robert Ashley. Hij toert vaak mee met het operagezelschap van deze komponist en in verschillende van zijn opera's speelde hij hoofdrollen (o.a. in de laatste opera Celestial Excursions). Het muziekteaterstuk "eL/Aficionado" werd zelfs speciaal voor hem gemaakt. Daarnaast speelt hij ook vaak samen met de komponist/saxofonist Roscoe Mitchell, elektronisch komponist en performer Tom Hamilton, de pianist Joseph Kubera en komponisten als Alvin Lucier, Annea Lockwood, Leroy Jenkins, Phill Niblock en Pauline Oliveros.
Buckner begon zijn muzikale carrière tijdens de jaren '60 in California waar hij gedurende 8 jaren de koncertreeks "1750 Arch Concerts" organiseerde en waar hij ook het 23-koppige Arch Ensemble leidde. In 1983 verhuisde hij naar New York. Zijn koncertreeks "Interpretations" heeft in haar 15-jarig bestaan in deze stad al de nodige faam verworven als promotor van nieuwe werken en jonge komponisten. Tussen al deze drukke aktiviteiten in, richtte hij recent ook het CD-label Mutablemusic op dat zowel historische als nieuwe opnames uitbrengt.

 

 

 

Steffen Schleiermacher(D) & <M&M>ensemble

donderdag 11 november om 20u

Programma:
  • John Cage - Variations I (version 1) with machine orchestra
  • Knut Müller - Empusa & Ekhidna
  • John Cage - Variation I (version 2) with machine orchestra
  • Steffen Schleiermacher - five pieces for player piano
  • Knut Müller - Gridikon (player piano)
  • Steffen Schleiermacher - klavier&klaviere (piano and tape)

De Duitse komponist Knut Müller haalt zijn inspiratie uit oude myten en sagen die bevolkt worden door allerlei vreemde wezens. Empusa is een geest uit de Griekse mytologie die voortdurend verandert van gedaante. De beschrijvingen van haar zijn dan ook tegenstrijdig: volgens sommige schrijvers kan ze zowel een hond, ezel of een knappe vrouw zijn. Ze verleidt jonge mannen om ze daarna op te eten. Ekhida is een ander vreemd specimen van de Griekse verbeelding. Haar bovenlichaam is dat van een wondermooie nymf terwijl haar onderlijf van een slang is. De kinderen die ze samen met Typhon -een reus met 100 slangenkoppen- had waren fabelwezens als de Sphinx, de Chimaera, de hond Kerberos e.a.
Knut Müller is zowel komponist als grafisch kunstenaar. Hij studeerde eerst schilderen en grafische kunsten in Leipzig en vervolgens kompositie bij Steffen Schleiermacher en elektronische muziek in Dresden. Als komponist werden zijn stukken gespeeld door ensembles als het Kairos Quartett, Kammerensemble Neue Musik Berlin, Ensemble Avantgarde en Ensemble Köln in een 20tal steden in Duitsland en in Amsterdam en Parijs. Müller is ook aktief als komputerkunstenaar, naast websites ontwikkelde hij ook het mysterieuze 3D komputerspel RHEM waarbij spelers fragmenten van een verloren brief moeten zien terug te vinden.

"Five short pieces for player piano" zijn 5 humoristische portretten van komponisten wiens namen verborgen zitten in de titels van de vijf werken ("Am Liegetisch", "Kindermädchens Kanonenofen", "Von der Reich gedeckten Tafel", "Der Zornige Eifsschrank", "Xenias Kissen"). "Klavier und Klaviere" is ontstaan uit de fascinatie voor de live uitvoeringen van Nancarrows werk en voor veelsporenopnames. Schleiermacher wil in dit stuk een komplexe klangwereld scheppen zoals bij Nancarrow of Xenakis doordat de tape bestaat uit 8 gelijktijdige pianopartijen. "Klavier & Klaviere is geen stuk "Mens tegen Machine (=tape)" maar is eerder een droom van een pianist om toch dat te horen wat eigenlijk niet speelbaar is."
Steffen Schleiermacher (°1960) is aktief als pianist, komponist, dirigent en organisator van hedendaagse muziekfestivals. Als pianist specialiseerde hij zich in hedendaagse muziek en als solist trad hij op met orkesten als Munich Philharmonic Orchestra, German Symphony Orchestra of Berlin, Berlin Radio Symphony Orchestra en dirigenten als Vladimir Ashkenazy, Friedrich Goldmann, Ingo Metzmacher en Fabio Luisi. Schleiermacher nam al een indrukwekkende reeks CD's op. Hij heeft ongeveer 40 solo-CD's op zijn naam staan op labels als Wergo, MDG en hatART. Hij nam het volledige pianowerk van John Cage op (10 volumes + 2 extra CD's) en kreeg hiervoor in de internationale pers veel lof. Andere CD's die hij opnam zijn o.a gewijd aan: Erik Satie (5 volumes), Philip Glass, Terry Riley, Earle Brown, Japanse komponisten, Russische avant-garde, komponisten die in Darmstadt kursus volgden,... Hij is ook de oprichter van het Ensemble Avantgarde.

 

 

 

Robert Ashley (US)

maandag 15 november om 20u

Robert Ashley voert op dit koncert twee "gezongen lezingen" uit ("Love is a good example" en "Yes, but is it edible?"). Daarna geeft hij een lezing over zijn (recent) werk met allerlei voorbeelden op CD en video.

De 2 "gezongen lezingen" zijn mooie voorbeelden van de fascinatie van Ashley voor de menselijke stem. Beide werken zijn een soort van geënsceneerde klank-poëzie met betekenisvolle teksten. De (minimale) teatrale akties (vb armbewegingen) verwijzen duidelijk naar sprekers die een lezing of toespraak geven. De teksten van beide stukken zijn van Ashley zelf. In "Love is a good example" wordt de poëzie van de technische taal verkend. Ashley spreekt op verschillende toonhoogtes en ritmes terwijl zijn stem vervormd wordt door een elektronisch galm-effekt. In "Yes, but is it edible?" geeft Ashley zijn visie op de geschiedenis van de muziek weer.

Robert Ashley (°1930) is één van de prominente figuren van de Amerikaanse hedendaagse muziek. Zijn opera's en mixed-media werken genieten een internationale reputatie en bezorgden hem faam als één van de belangrijkste vernieuwers van het muziektheater en de opera. Ashley studeerde aan de Manhattan School of Music en de universiteit van Michigan. Hij deed onderzoek in de Speech Research Laboratories van die laatste universiteit op het gebied van psycho-akoestiek en kulturele spraakpatronen. Daarna werd hij Research Assistant voor akoestiek. In de eerste helft van de jaren '60 was hij mede-organisator van het zeer invloedrijke jaarlijkse ONCE festival waar verschillende jonge komponisten en muzikanten als Gordon Mumma, Terry Riley, Roger Reynolds, Pauline Oliveros, La Monte Young, Alvin Lucier en David Behrman optraden.
Met de ONCE Group en later de Sonic Arts Union (Alvin Lucier, David Behrman en Gordon Mumma) verzorgde hij binnen en buiten de VS allerlei optredens van teatrale, multi-media en live-elektronische werken. Het was ook in deze periode dat hij zijn eerste multi-media opera's schreef ( "That morning Thing " en "In Memoriam.. Kit Carson"). In 1969 werd hij ook direkteur van het "Center for Contemporary Music" van Mills College (California).
In 1980 maakte hij in opdracht van The Kitchen (New York) "Perfect Lives", een opera voor televisie. Deze opera met zeven afleveringen van een half uur ging in 1983 in première op de Engelse kunstzender Channel Four en werd daarna op andere televisiezenders in Duitsland, Oostenrijk, Spanje en de VS getoond en op video- en filmfestivals over de ganse wereld. Vervolgens richtte Ashley een eigen operagezelschap op dat zijn werken tot vandaag uitvoert. Andere opera's van hem zijn o.a. eL/Aficionado (1987) (solo-werk voor de zanger Thomas Buckner), Now Eleanor's Idea (1993), Foreign Experiences (1994) en Balseros (over de Cubaanse bootvluchtelingen). Zijn recentste opera is "Celestial Excursions" die in 2003 in Berlijn in première ging.
Ashley heeft ook voor de muziek gezorgd bij dansprodukties van Trisha Brown (Son of Gone Fishin', 1983), Merce Cunningham (Problems in the Flying Saucer, 1988), en andere choreografen (Douglas Dunn, Steve Paxton,…).
Zijn werken zijn op talrijke CD's te beluisteren van labels als Lovely Music, Nonesuch/Elektra, New World Records, Mainstream, CBS Odyssey, O.O. Discs, Koch International en Einstein Records.

 

 

 

Barbara Ellison (IRE)
(November Music)

maandag 22 november om 20u

November Music is altijd op zoek naar nieuw en jong talent. Barbara Ellison is zo iemand. Haar afstudeerwerk aan het Instituut voor Sonologie in Den Haag maakte zo'n indruk dat November Music haar meteen heeft uitgenodigd voor de festivaleditie 2004.

In 'Keen' grijpt ze terug op een Ierse (Barbara Ellison is geboren en getogen in Ierland maar woont sinds 2000 in Nederland) traditie bij dodenwaken en begrafenissen die bestaat uit een soort klaagzang. Deze grotendeels geïmproviseerde zangpartijen zijn gebaseerd op een tema van vijf noten en kunnen zowel solistisch als kollektief worden uitgevoerd. De eenvoudige melodieën zijn ritmisch vrij interpreteerbaar. Ze kombineert dit met de oude Griekse myte van de strijd tussen 'Marsyas en Apollo', waarbij sprake is van een muzikale kompetitie tussen beiden. Marsyas verliest en sterft. Het wenen (Keenen) bij de dood van 'Marsyas' leidde tot het ontstaan van een rivier met dezelfde naam. Barbara Ellison gebruikt 'Keen' en de myte van 'Marsyas en Apollo' als uitgangspunt voor haar kompositie waarbij live stemmen en instru-menten elektronisch worden gemanipuleerd. Door haar zelf gemaakte videobeelden onder-steunen de voorstelling.

Klang is een jong ensemble uit Den Haag, spelend in clubs én koncertzalen. Met een jazzachtige bezetting wordt hedendaags gekomponeerde muziek gebracht. Met basgitaar en drums ligt een keuze voor vitale, energieke stukken voor de hand.

Klang Ensemble (NL):
  • Erik-Jan de With: saxofoon
  • Heiko Geerts: saxofoon
  • Anton van Houten: trombone
  • Saskia Lankhoorn: piano
  • Pete Harden: basgitaar
  • Joey Marijs: slagwerk
Dit koncert gaat uitzonderlijk door in de Kelderzaal van De Centrale (Kraankinderstraat 2, ca. 100 meter van Logos).

 

 

 

Bart Meynckens & P.W. Pulto

dinsdag 23, woensdag 24, donderdag 25 november,
dinsdag 30 november & woensdag 1 december om 20u

Choreograaf en danser P. W. Pulto gebruikt Laban notatie als instrument om geïmproviseerd danswerk te exploreren. Het door Rudolf Laban uitgewerkte systeem voor notatie van beweging laat toe choreografische vormen die de danser nog niet kan uitvoeren, te noteren en verder te ontwikkelen.

In de eerste étude onderzoekt Pulto op het eerste gezicht eenvoudig bewegingsmateriaal. Rond het flexen van de pols en het op en neer bewegen van de schouders worden deze étude opgebouwd. In de twee daaropvolgende études wordt steeds komplexer materiaal verwerkt. De derde étude is drie-"stemmig": drie verschillende bewegingspatronen worden met elkaar verweven. De études worden afgewisseld met pianowerk van Nancarrow, dat op een verwante manier opgebouwd is.

Het tweede deel begint met een choreografie die ondersteund wordt door muziek van Ligeti. De posities en de bewegingen van het hoofd worden afgetast. De gebruikte bewegingen zijn vreemd aan het dagelijkse leven maar toch direkt leesbaar. In tegenstelling tot de derde étude die vanuit de vorm tot een integratie komt van struktureringselementen en inhoud, gebeurt in deze laatste étude hetzelfde maar dan vertrekkend van het inhoudelijke.

De voorstelling sluit af met twéé études voor beweger en piano. Dans en muziek zijn door hun verhouding tot de dimensie tijd bevoorrechte partners. Meestal krijgt echter één van beiden de overhand. Door een nauwe en voortdurende samenwerking van choreograaf en komponist wordt in deze études de ontwikkeling van het 'verhaal' niet eenzijdig aan beweging of muziek toegekend.

Koncept, choreografie en dans: P. W. Pulto
Piano : Bart Meynkens
Muziek : G. Ligeti, C. Nancarrow, B. Meynckens

Gelieve te reserveren via p.w.pulto@worldonline.be of 09/220 73 40;
Tickets liggen klaar aan de ingang. Betaling aan de kassa.

Met steun van de Stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen.


Rudolf Laban