index     kalender     koncertberichten     on the road     kolofon

 

Koncertberichten

 

Tom Johnson
donderdag 4 maart 2004 om 20 uur.

Tom Johnson, gekend voor zijn wiskundige minimalistische stijl, komt bij Logos een koncert geven op zijn zelfontworpen Galileo-instrument. Ongeveer 400 jaren geleden bestudeerde de natuurkundige Galileo het zwaaien van de lampen in de wind tijdens een kerkdienst in de katedraal van Pisa. Dit voorval leidde tot de formule dat de slingerfrequentie omgekeerd evenredig is met het kwadraat van de lengte van de pendel. Het is op deze formule dat Johnson zich baseerde om een instrument te maken dat bestaat uit 5 metalen staven die aan een touw van verschillende lengte hangen. De lengte van deze slingers is zo gemaakt dat de ritmische verhoudingen 1/1, 5/4, 4/3, 3/2 en 2/2 zijn. De metalen staven worden aangeslagen met verschillende stokken. Het stuk bestaat uit een opeenvolging van verschillende stukken waarin de verschillende kombinaties van de tempi gehoord kunnen worden.

"Wat er gebeurt in Tom Johnson's muziek is grotendeels voorspelbaar. Hij houdt van tellen en rekenen met noten en zijn werk laat dit duidelijk zien in de muzikale vertalingen van formules en matematische/fysische experimenten. Zo ook in Galileo, niet enkel een kompositie maar ook een muziekinstrument. (…) Beetje bij beetje ontwikkelt het stuk zich in meer komplexe ritmische patronen, de struktuur hiervan hangt af van de verwante tempi van de slingerende objekten en van de kontrole van de uitvoerder. De toeschouwers kijken toe, aanhoren de voorspelbare muziek, rekenen daarmee en worden zo deelnemers van deze gebeurtenis: de duidelijke maar terzelfdertijd geheime toepassing van de wiskunde in muziek. Het is een oud tema maar Johnson vernieuwt het met eenvoudige en extreem poëtische middelen." (ram, Kölnische Rundschau, 19/05/01)

Galileo was de voorbije jaren te horen in Duitsland (Inventionen Festival Berlijn, Keulen, Torgau, Essen), Frankrijk (Amiens, Bordeaux, Orléans, Le Mans, Strasbourg, Jarnac), Oostenrijk (Salzburg), Nederland (Amsterdam),Spanje (Bilbao,Malpartida), Zwitserland (Zurich) en de VS (New York, Pennsylvania).

Tom Johnson (°1939, Colorado) wordt beschouwd als een minimalistische kunstenaar omdat hij bij voorkeur eenvoudige vormen en beperkt toonmateriaal gebruikt. In tegenstelling tot andere komponisten van het minimalisme als LaMonte Young of Phil Niblock heeft hij een speciale voorliefde voor wiskundige formules en voorspelbare procedé's. Hij is gekend door zijn 'opera's': vooral The Four Note Opera (1972) werd in veel landen uitgevoerd. Andere werken waardoor hij bekendheid geniet zijn o.a. Bedtime Stories, Rational Melodies, Music and Questions, Counting Duets en Failing: a very difficult piece for solo string bass.
Zijn omvangrijkste werk is het twee uur durende Bonhoeffer Oratorium voor orkest, koor en solisten op tekst van de Duitse teoloog Dietrich Bonhoeffer.
Johnson schreef ook verscheidene radiowerken in opdracht van radiozenders (J'entends un choeur - Radio France, Music and Questions - Australian Broadcasting Company, Die Melodienmaschinen - WDR). Hij was ook muziekkritikus en zijn artikelen voor de Village Voice verschenen in 1989 bij het Apollohuis onder de titel The Voice of New Music. In 1996 publiceerde hij ook het teoretische boek "Self-Similar Melodies" bij Editions 75.
Tom Johnson studeerde aan de Yale University en daarna privé bij Morton Feldman.

 

 

Het Klinkend Schilderij
Barbara Buchowiec

woensdag 10 maart 2004 om 20u.

Het "Klinkend Schilderij" van Barbara Buchowiec is een muziekteatrale performance met als basis de interaktie tussen uitvoerder en publiek. Muzikanten, grafische kunstenaars, automaten en publiek staan in voor de uitvoering van dit spektakel en gaan de dialoog aan met elkaar. Beeldende kunst en muziek vloeien door elkaar en inspireren elkaar. Beide verschijnen in hun pure vorm, met name als "improvisatie": de daad van het moment.
Het kunstwerk onstaat hier niet in het atelier, de muziek staat niet genoteerd op een partituur. Alles wordt gekreëerd terwijl het publiek aanwezig is. Het is dit unieke moment van kreativiteit waarvan de luisteraars kunnen genieten.
Het "Klinkend Schilderij" is ook een performance waar de kunstenaars hun koncentratie, transpiratie en inspiratie open en bloot tonen aan de toeschouwers. De keuzes en smaak van het publiek bepalen mee het eindresultaat - een kunstwerk. Wat precies het "kunstwerk" is, blijft een open vraag: is het dat wat op het doek wordt achtergelaten of is het muziek die erbij klinkt of is het de herinnering aan een boeiende avond op 10 maart 2004?

Barbara Buchowiec

  • Kristof Lauwers - komputer
  • Ludmile Garaschtchuk - altviool
  • Pol Darge - beeldend kunstenaar
  • Kristof Lefebvre - trombone
  • Tylaine Van den Broeck - piano
  • Roeland Vanhoorne - klarinet, sax

 

 

The Barton Workshop (NL/VS)
& Christian Wolff (VS)

dinsdag 16 maart 2004 om 20u.

the Barton Workshop

programma: "Christian Wolff - 70th Birthday Concert"
  • String Trio (1950)
  • Violist and Percussionist (1996)
  • John Heartfield (Peace March #10) (2003)
  • Piano Pieces (2003) Christian Wolff
  • Changing the System (1972-73)

String Trio (1950)
Een vroeg werk van Wolff (hij was toen 16 jaar!). Het was in deze periode dat hij voor het eerst in kontakt kwam met John Cage (op aanraden van zijn pianoleraar). Zijn eerste komposities (1950-1957) zijn geheel op traditionele wijze genoteerd. Door het belang van de stilte en door het ontbreken van enige ontwikkeling of doelgerichtheid is de verwantschap van deze werken met Cage en Webern duidelijk. Het eerder repetitief gebruik van notenmateriaal verleent zijn muziek een statisch, meditatief karakter, waarbij de nadruk ligt op individuele klanken en hun kwaliteit en niet zozeer op hun onderlinge opeenvolging.

Changing the System (1972-73)
Vanaf 1957 zoekt Wolff naar mogelijkheden om de muzikant meer vrijheid te geven binnen duidelijk vastgelegde tijdsstrukturen. Hij ontwikkelt hiervoor het begrip van een muzikale "cue" waardoor uitvoerders moeten reageren op klanken van hun medemusici. Het verloop van een werk hangt grotendeels af van de beslissingen die de muzikanten nemen bij het reageren op deze "cues" (zoals in "Duo for Pianists" uit 1957). Na 1965 wordt het daarenboven expliciet de bedoeling om ook de vrijheid en de waardigheid van de muzikant naar voor te brengen in zijn (op improvisaties gelijkende) komposities. Enkele jaren later begint Wolff -onder invloed van de politiserende tijdsgeest- duidelijk politieke onderwerpen te verwerken in zijn muziek. Hij wil hiermee de luisteraar een gevoel geven van een "demokratisch socialisme". "Changing the System" is hiervan een uitstekend voorbeeld. De tekst is duidelijk politiek (samengevat: probeer niet aan veranderingen binnen het systeem te werken maar probeer het systeem te veranderen) terwijl de partituur zich beperkt tot algemene regels en een grafische weergave (een kodesysteem) waardoor de uitvoerders verplicht zijn om zelf aan de slag te gaan en hieruit een stuk te fabriceren.
In andere werken uit diezelfde periode (zoals "Wobbly Music" of "Bread and Roses") gebruikt Wolff ook vaak muziek die verbonden is met de geschiedenis van de Amerikaanse linkse bewegingen.

Violist and Percussionist (1996)
De muziek van na 1980 van Wolff lijkt kwa notatie soms traditioneler maar in feite begint hij de verschillende technieken en inzichten uit zijn vroegere werk nu volop te kombineren. Traditioneel genoteerde passages wisselen af met passages waarin de uitvoerder zelf moet improviseren of zelf die passage vooraf moet samenstellen aan de hand van een set regels. "Violist and Percussionist" probeert de toonhoogte-gebonden altviool te verbinden met het slagwerk (zonder vaste toonhoogtes). Het ritme is hiervoor het medium en meerbepaald de 'floating rhythms' (die bepaald worden door de lengte van de vioolboog en door het tijdsbestek waarbinnen een klank verdwijnt in de stilte), en door patronen die elkaar aanvullen (hoketus) of overlappen. Iets voorbij de helft van het stuk duiken er plots vrije improvisaties op een middeleeuws volkslied op.

John Heartfield (Peace March 10) (2003)
Dit werk bestaat uit twee delen waarvan de uitvoerder kiest in welke volgorde ze gebracht worden. Het ene deel is instrumentaal (4 tot 8 uitvoerders, instrumenten vrij te kiezen binnen een bepaalde tessituur) met drie sekties waarin nu eens gekoördineerd samen dan weer onafhankelijk van elkaar gespeeld wordt. Het tweede deel is voor stem (spreken en reciteren met indikaties van de melodische richting en het ritme) en instrumenten die het ritmische materiaal spelen. De tekst komt uit een biografische samenvatting van het leven van John Heartfield (Helmut Herzfeld, 1891-1968), dadaďst, kommunist en vooral gekend voor zijn sterk anti-fascistische fotomontages.
Over een vorige Peace March (nr 8) zei Wolff het volgende: "De titel is bedoeld om ons te herinneren aan wat volgens mij de beste keuze (Peace) is en die publiek geuit moet worden (March). En zeker als de andere keuze gaat over het verkrijgen van (nog meer) macht om wille van bijvoorbeeld olie.(…)"

Incidental Music (2003) (voor piano en misschien soms ook melodika)
Volgens Wolff's eigen woorden werd dit stuk gemaakt "voor de beperkte pianotechniek van de komponist toen hij gevraagd werd om solo-muziek te schrijven voor een voorstelling van de Merce Cunningham Dance Company". Er zijn een hondertal stukken waaruit de uitvoerder een selektie kan maken. De stukken zijn bijzonder kort (soms maar enkele sekonden) en lijken meer op snelle schetsen die gemaakt zijn op een kladblok.

Christian Wolff

Christian Wolff werd geboren in Frankrijk (Nice) in 1934 maar hij verhuisde in 1941 naar de Verenigde Staten. In het begin van de jaren 50 werd hij het jongste lid van de zogenaamde "New York School" (met John Cage, Earle Brown en Morton Feldman). Wolff studeerde klassieke filologie aan de universiteit van Harvard en doceerde dit vak later aan achtereenvolgens Harvard University en Dartmouth College. Als komponist is hij voornamelijk autodidakt (behalve een paar privé-lessen bij Cage). Pas in 1979 begon hij ook aan het Dartmouth College muziek te doceren.

Wolff is gekend voor zijn nadruk op de intrinsieke politieke dimensie van muziek. Hij streeft naar een "demokratie onder de muzikanten" waarbij de uitvoerders de kans krijgen zelf de muziek vorm te geven, te reageren op klankgebeurtenissen op een min of meer vrije manier en waarbij de leidende positie van de dirigent geelimineerd wordt.
Zijn muziek wordt wereldwijd gespeeld, vnl. in de VS en Europa. Hij werkte ook samen met de Merce Cunningham Dance Company en met de danseres Lucinda Childs. Zijn opnames verschenen op de labels Columbia-Odyssey, Vox, Time-Mainstream, Wergo, Centaur, Elektrola, EMI CRI, Opus One, Philo, EMI-TOCI, Collecta, Hat Hut, Mode, Koch International, Time-Scraper en Content. In 1999 werden zijn geschriften door de uitgeverijen MusikTexte (D) en Lovely Music (VS) gebundeld in "Christian Wolff - Writings & Conversations".


 

 

<M&M> ensemble
dinsdag 23 maart 2004 om 20u.

Kristof Lauwers maakt voor dit koncert een bewerking van Crossings (1982) van Alvin Lucier. Dit werk is oorspronkelijk geschreven voor een klein orkest en een slow sweep pure wave oscillator. Nu zal het te horen in een bewerking voor het robotorkest en een sinusgenerator.
Alvin Lucier maakte de voorbije decennia vaak werken en installaties met akoestische instrumenten en sinusgeneratoren waarbij het instrument vlak naast of op de toonhoogte speelt van deze glijdende (sinus)tonen. Voorbeelden hiervan zijn "In Memoriam Stuart Marshall" (1993) (voor basklarinet & sinusgenerator) en "Q" (1996) (kwintet en sinusgenerator), stukken die vorige jaar nog in Logos op het Lucier-koncert van The Barton Workshop gespeeld werden.

Van 1966 tot 1976 maakte Alvin Lucier (°1931) deel uit van het legendarische Sonic Arts Union samen met Robert Ashley, David Behrman en Gordon Mumma. Tussen 1962 en 1970 dirigeerde hij ook het Brandeis University Chamber Chorus dat zich toelegde op nieuwe muziek. Sinds 1970 geeft hij les aan de Wesleyan University. Hij trad op in Amerika, Europa en Japan en zijn werken werden opgenomen door labels als Disques Montaigne, Nonesuch, en Lovely Music Records. Hij schreef ook een boek -Chambers- dat uitgegeven werd bij de Wesleyan University Press.

Het programma zit verder vol verrassingen: Kris De Baerdemacker en Kristof Lauwers proberen tegen dit koncert een nieuw stuk uit hun hoed te toveren en verwacht ook opnieuw interaktieve stukken met de radar-installatie van Godfried-Willem Raes met butoh danseres Emilie de Vlam en Moniek Darge, wat steeds garant staat voor een vleugje humor.