index     kalender     koncertberichten     on the road     .ko.     kolofon

 

Koncertberichten

 

Duo SIC
Elena Andreyev (cello) &
Françoise Rivalland (percussion)

woensdag 11 februari 2004 om 20 uur.

Programma:
  • Francis Courtot: Impromptu pour G. (zarb)
  • Georges Aperghis: Sonate (cello)
  • Georges Aperghis: Le corps à corps (zarb)
  • Morton Feldman: Projection I (cello)
  • Georges Aperghis: 5 pièces (espérou en cello)

"Cinq Pièces pour Espérou et Violoncelle" (1994)
Deze vijf stukken zijn opgedragen aan Elena Andreyev et Françoise Rivalland en werden door hen gekreëerd in 1994. Samen met de instrumentbouwer Sylvain Ravasse ontwierp Aperghis voor dit werk een nieuw instrument: de "espérou", een snaarinstrument waaraan ook metalen lamellen bevestigd zijn die zowel met een boog als de vingers bespeeld kunnen worden. Aperghis omschrijft het instrument als een "zieke cello" met een omfloerste klank en de muziek van deze Cinq Pièces als "muziek die zich middenin de ingewanden begeeft". De stem van de muzikanten daarentegen staat los van dit lichaam vol klankmassa.

Le Corps Á Corps (1982)
Bij dit stuk moet je je een autoracecircuit als decor voorstellen. De uitvoerder speelt verschillende personages: de bestuurder, de commentator, het publiek en de auto zelf. Aperghis ontwikkelt zijn materiaal op een cinematografische manier waarbij de muzikale en gesproken passages elkaar steeds sneller opvolgen totdat ze op het einde als het ware tegen elkaar botsen. De muziek wordt af en toe onderbroken door lange stiltes waarbij de aktie bevroren wordt. Het stuk is geschreven voor zarb (een Arabisch slagwerk instrument) en gesproken stem.
Georges Aperghis (°1945, Athene - Griekenland) verhuist in 1963 naar Parijs waar hij in kontakt komt met de "musique concrète" en het werk van Iannis Xenakis. Aperghis geldt in Frankrijk als de meest actieve en vermaarde vertegenwoordiger van het hedendaagse muziektheater. Hij begint zijn scenische experimenten in 1971 met "La Tragique Histoire du nécromancien Hiéronimo et de son miroir" voor 2 stemmen, luit en cello. In 1976 richt hij ATEM op (l'Atelier Théâtre et Musique) waarvoor hij gedurende twee decennia werken als Conversations (1985), Enumérations (1988), Litanie Musicale et Egalitaire (1992), Sextuor (1993), en Commentaires (1996) schrijft. Zijn werken zijn vaak gebaseerd op alledaagse of sociale gebeurtenissen die dan in een poëtische wereld (dikwijls op een absurde of satirische manier) uitgewerkt worden. Tegelijkertijd maakt hij ook werken voor zeer afwisselende bezettingen (van solo tot orkest) o.a. de cyclus "Récitations" voor solo stem. In 1997 verlaat hij ATEM en komponeert voor festivals (Musica 2000) en kunstencentra (IRCAM) Zwielicht (1999), Machinations (2000) en Hamlet Machine (2000).

"Impromptu pour G."
Dit stuk voor zarb is een portret van Georges Aperghis waarin vooral de Sprachlichkeit (zo typisch voor zijn stijl) geëerd wordt. Alhoewel Courtot zijn "Impromptu for G" niet als muziektheater typeert, omschrijft hij het stuk als een dialoog tussen twee karakters (die elk uitgebeeld worden door een muziekpupiter). De verschillende karakters worden duidelijker naar mate het stuk zich ontwikkelt. Francis Courtot (°1960) werkte tussen 1987 en 1990 in het IRCAM. Zijn stukken werden gespeeld door ensembles en solisten als Contrechamps of altviolist Garth Knox. Courtot studeerde bij Brian Ferneyhough.

Elena Adreyev speelt barokcello in ensembles en orkesten zoals "Les Arts Florissants", "Anima Eterna" en "La Grande Ecurie et La Chambre du Roy". Ook in de hedendaagse muziek is ze aktief betrokken. Ze werkte samen met verschillende muzikanten: ensembles als Kammerensemble Neue Musik Berlin of 2E2M, komponisten van de Wandelweiser groep of individuen als Gérard Pesson, Georges Gabriele en improvisatoren zoals Fred Frith. Ze speelde mee in de creaties van "sextuor (1993)" en "Commentaires" (1996) van Georges Aperghis. Sinds 1989 is ze lid van het ensemble SIC. Andreyev studeerde achtereenvolgens in Moskou (Tsjaikofsky conservatorium), London en Parijs.

Françoise Rivalland speelt vooral hedendaagse muziek. Samen met de perkussionist Christian Dierstein vormt ze het 'duo Monologo' en ze was ook te horen in ensembles als Musikfabrik, Contrechamps, Ensemble Recherche en in 'L'Ensemble des Percussions de Nantes'. Sinds 2000 vormt ze samen met Michel Maurer (piano) een improvisatieduo.
Naast de klassieke perkussie instrumenten speelt ze ook cymbalon, zarb en allerlei digitale slagwerkinstrumenten. Sinds 1987 werkt ze vaak samen met Georges Aperghis o.a. voor "Enumérations", "Jojo" en "Entre chien et loup". Omdat ze daarvoor in verschillende andere theater- en dansprodukties meewerkte, assisteert ze hem niet enkel voor de muziek maar ook voor de enscenering van zijn werk. In 1986 was ze mede-oprichtster van het ensemble SIC waarvan ze nu nog de artistieke leidster is.

Het ensemble SIC (Situation : Interprètes, Compositeurs) is opgericht om de hedendaagse kamermuziek te promoten en om het kontakt tussen komponisten en uitvoerders te vergroten. In het verleden konden komponisten zoals Francis Courtot, Bruno Giner, Thierry Blondeau, Michael Nyvang of Igor Ballereau een beroep doen op deze groep. Het ensemble werkte vooral intens samen met de komponist Aperghis in verschillende van zijn muziektheaterprodukties: Enumérations (1988), Jojo (1990), La baraque foraine (1990), H litanie musicale et égalitaire (1992), Sextuor (1993), Commentaires (1996). In totaal speelden ze bijna twintig van zijn werken en dit resulteerde in een CD bij Zig-Zag territoire met daarop uitsluitend kamermuziek van Aperghis. Het ensemble SIC bestaat uit Elena Andreyev (cello), Gilles Deliège (alt), Sophie Deshayes (fluit), Pierre Dutrieu (klarinet), Vincent Leterme (piano) en Françoise Rivalland (perkussie en artistieke direktie).

 

 

<M&M> ensemble
donderdag 19 februari 2004 om 20u.

Binnenkort wordt het <M&M> orkest aangevuld met 2 nieuwe leden: <Trump> (een trompetregister van een orgel) en <Puff> (een "puffend" orgel). Eén van deze twee zal zeker te horen zijn op het <M&M> koncert. Aan beide automaten wordt nu nog volop gewerkt, dus het is niet met zekerheid te voorspellen wanneer ze af zullen zijn.

Voor de bouw van <Trump> wordt gebruik gemaakt van de restanten van een tot een puinhoop herleid trompetregister van een negentiende eeuws orgel. De paviljoenen waren tot een schroothoop herleid waardoor aan restauratie niet te denken viel. Alleen de tongen en de pijpvoeten bleven in het ontwerp bewaard. In plaats van individuele resonatoren voorzag Godfried deze automaat van een gemeenschappelijke resonator (voor alle pijpen) gevormd als exponentiele hoorn. Deze hoorn werd in inox gelast. De pijpen voor de laagste tonen monden uit in het kleinste deel van de hoorn, terwijl de hoogste helemaal voorin uitmonden. Voor het stemmen moet de exponentiele hoorn worden afgenomen. De windlade is, afgezien van het bovenblad waarop de pijpen rusten waarvoor tropisch hardhout werd gebruikt, eveneens geheel vervaardigd uit gelast inox. De elektromagnetische ventielen waarmee de luchttoevoer naar de pijpen wordt geschakeld zijn in de windlade geplaatst. Een Ventus orgelblazer van de firma Laukhuff, met een winddruk van 300mm waterkolom, doet dienst als windvoorziening.

Met de bouw van deze automaat werd al in 1999 begonnen maar het is pas gedurende de laatste maanden dat de automaat zijn definitieve gestalte begint te krijgen. Momenteel staat <Trump> al volledig gemonteerd in de Logos-werkplaats. Werken mee aan deze automaat: Godfried-Willem Raes, Bert Vandekerckhove en Johannes Taelman.

Over <Puff> was in het december nummer van het Logos Blad al het één en het ander te lezen. Het wordt een orgelautomaat waarbij de luchttoevoer van elke individuele orgelpijp heel nauwkeurig kan geregeld worden. Marc Maes is nu volop bezig met de bouw van de pijpen die in kwarttonen gestemd zullen worden.

Op dit <M&M> koncert kan je verder de gebruikelijke mix verwachten van interaktieve en niet-interaktieve stukken met de automaten en Moniek Darge, Kristof Lauwers, Godfried-Willem Raes, Barbara Buchowiec en Emilie de Vlam.

 

 

Dominica Eyckmans & Mark Trayle
donderdag 26 februari 2004 om 20u.

programma:
  • 'Point d'Appui' (1999) per viola, declamatore ed elettronico van Peter Swinnen
  • recent (elektronisch) solo-werk van Mark Trayle.
  • een nieuw werk voor altviool-solo en tape van Dominica Eyckmans
  • 'Field' (2004) voor altviool-solo van Mark Trayle
  • korte improvisatie (altviool en elektronika)

recente solo's van Mark Trayle:
"Ik werk momenteel aan een nieuwe serie stukken met de titel "covered writing". Steganografie is de encryptietechniek om een tekst te verbergen zodat enkel de (juiste) lezer het bericht kan lezen. Een oud voorbeeld was een bericht tatoeëren op het voorhoofd van een persoon met lang haar en deze wegsturen met het bericht om bij aankomst zijn haar te knippen. Hedendaagse voorbeelden zijn het verbergen van teksten in MP3's of digitale foto's. Deze berichten zijn daardoor zeer moeilijk te vinden. In deze steganografie stukken wordt een creditcard lezer gebruikt en een grafisch systeem om die verborgen berichten te lezen en te schrijven. Deze verborgen data worden van de credit cards gelezen en worden samen met het schrijven op dat grafisch systeem als geluid gedecodeerd." (Mark Trayle)
Ook in een ander recent werk "¢apital magneti¢" gebruikt Trayle de credit card technologie. In dit werk wordt het publiek uitgenodigd om zijn kredietkaart in de lezer te steken. Omdat elke kaart een unieke code heeft wordt er steeds andere muziek gegenereerd (via allerlei algoritmes).

Mark Trayle (°1955) studeerde kompositie aan de universiteit van Oregon en aan het Mills College bij o.a. Robert Ashley, David Behrman en David Rosenboom. In 1985 werd hij ook aktief in het komputernetwerk ensemble The Hub (samen met John Bisschoff, Tim Perkis, Chris Brown, Scot Gresham-Lancaster en Phil Stone). Samen met deze groep was hij in 1988 reeds te horen bij Logos, later was hij hier ook op het Festival Algoritmische Muziek (1995) te zien. In zijn recent werk maakt hij vaak gebruik van konsumentenelektronika en andere kulturele artefakten die hij dan in een "gehackte' versie gebruikt voor zijn performances en installaties.
De voorbije 5 jaren waren zijn performances en installaties te zien op Metrònom (Barcelona), Mex (Dortmund), Resistance Fluctuations (Los Angeles), net_condition (ZKM Karlsruhe), Pro Musica Nova (Bremen), Format5 (Berlin) en de Donaueschinger Musiktage.
Voor Brugge 2002 maakte hij een werk voor het ensemble Champ d'Action gebaseerd op navigatietechnologie. Mark Trayle schrijft ook artikels voor o.a. Leonardo Music Journal (US/UK) en MusikTexte (D).

Point d'Appui (1999)
In dit stuk wil Peter Swinnen de tekst van Jean Portante omringen met muziek die als een tweede personage dienst moet doen. Zo ontstaat er een echt duet tussen het woord en de muziek (altviool + tape). Jean Portante zal zelf de tekst reciteren bij dit werk. Peter Swinnen (°1965) studeerde cello en kompositie (bij Andre Laporte) aan het konservatorium van Brussel en volgde daarna ook mastercourses bij M. Finnissy en B. Ferneyhough. Sinds 1992 geeft hij analyse aan het Brusselse konservatorium. Zijn werken voor uiteenlopende bezettingen (vaak met elektronika) waren te horen op Ars Musica, International Frederyk Chopin Festival, World Carillon Congres, SMCQ... Peter Swinnen verzorgt ook vaak de elektronika van verscheidene ensembles voor hedendaagse muziek (o.a. Champ d'Action).

De Belgische altvioliste Dominica Eyckmans (°1967) legt zich vnl. toe op de hedendaagse en experimentele muziek met daarnaast okkasionele uitstapjes in de wereld van de improvisatie, jazz en variété. Ze speelt regelmatig in ensembles als Ensemble Musiques Nouvelles, Kammerensemble Neue Musik Berlin en Musikfabrik en ze was eveneens verbonden aan o.a. Champ d'Action, Ictus, het Aquarius-Ensemble en E88. Als soliste trad ze ondermeer op in het Parijse IRCAM, Weimar (Culturele Hoofdstad 1999) en in het kader van meerdere festivals van hedendaagse muziek (November Music, ...)
Naast haar diploma altviool behaalde ze ook een eerste prijs fuga en meesterdiploma in de schriftuur. Van 1995 tot 1999 was ze lesgeefster altviool in de klas van Yves Cortvrint in het 'Conservatoire Royal de Musique de Mons'.