inhoud    kalender    koncertberichten    japan    vermont    kolofon

 

Logos Duo in Japan
(deel 12)
(wat voorafging) (deel 13)

Na de koncertvoorbereidingen rijdt Eiko ons naar onze slaapplaats. Die zal zo ongeveer iedere dag wisselen. Waarom blijft ons een vraag. Tot onze verbazing zullen we de eerste maal overnachten in een soort nieuwgebouwd houten vakantieoord. Een tiental chaletjes, waarvan er nog twee in aanbouw zijn, moet de toeristen herbergen. Toeristen? Hier, temidden van Shikoku? En dat terwijl in de reisgids schaamteloos te lezen staat, dat Shikoku het bezoeken niet waard is, omdat er niets te bekijken valt. Schrijnend, hoe de westerse vakantie-industrie ganse delen van de wereld als niet eens de moeite waard bestempelt. Daar waar het leven nog in zijn oorspronkelijke vorm met zij alledaagse oude tradities zijn gezapig gangetje gaat, daar is niets te zien, oordeelt men, in de plaats van de toerist. En achteraf maar klagen dat diezelfde vakantiegangers zich als een kudde schapen gedragen. Maar Awa Ikeda heeft, ondanks de vele vooroordelen, grootse plannen. Ja hoor, er is zelfs een heus toeristisch informatiecentrum gebouwd, naast een betonnen waterval, waar vroeger een klein bergriviertje vrolijk in alle vrijheid voortkabbelde. Over het getemde water is een opzichtige houten brug gebouwd. Het centrum zelf oogt opvallend groot en paalt aan een bescheiden shoppingmall. De vloer van het toeristenkantoor blijkt een in keramiek uitgevoerde landkaart van het ganse eiland te zijn. Talrijke plaatselijke Japanners staan er zich aan te vergapen. Er zijn zelfs lampjes ingebouwd en het valt onmiddellijk op hoeveel groen er hier nog is. De stadjes ogen onnoemelijk klein temidden van de bergketens die zich samen met de rivieren als slingerende stekels van een grote draak heen en weer kronkelen.

Eiko gaat snel de sleutels van onze blokhut halen en overhandigt ons die plechtig. Later wanneer we voor onze extra overnachting twee dagen na ons koncert, zelf de rekening moeten betalen, vallen we haast om. Duur is het in Japan in ieder geval. In de bungalow staat omzeggens niets. Een betegelde ingangshal van een halve vierkante meter groot, geeft uit op een vinylvloer voor de ingemaakte keuken, die op haar beurt uitkijkt over een heerlijke tatamimat. Wat ben ik verslingerd op dat soort vloerbekleding. Het gladde stro is foutloos tot een zachte huid aaneengenaaid. Je westerse verstand staat er gewoon stil bij, wanneer je je probeert voor te stellen dat dit alles handgemaakt is. De kamer ademt een serene sfeer. De kamerschermen die traditioneel als schuifdeuren zijn uitgewerkt, zijn voorzien van translucent papier. Wat een schril kontrast met de overgordijntjes in westerse stijl aan de vensterglasraampjes. Twee foetons kunnen hier worden uitgespreid. Op tatami lig je ondanks die dunne matrasjes toch heel komfortabel. Het wordt hier in ieder geval een typisch Japanse nacht.

We laten onze schaarse bagage achter - de instrumenten zijn in de koncertzaal gebleven, dus veel meer dan een toiletzakje en een fotoapparaat hebben we niet mee - en rijden terug naar de stad. Eiko wil ons enkele musea laten zien, maar er is slechts eentje open vandaag. Nu ja, museum is hier een groot woord. We maken hier kennis met het fenomeen in zijn meest oorspronkelijke vorm. De een of de andere bewoner toont eenvoudigweg zijn of haar kollektie oude spullen, maar dat is dan wel heel wat. Japanners zijn tuk op antikwiteiten en zo'n verzameling straalt zo'n charmante ongekunsteldheid uit, dat je hoe dan ook op slag vertederd wordt. De eigenaar staat er vanzelfsprekend glunderend bij en zal je bij iedere vraag overstelpen met wetenswaardigheden, zodat je je entoesiasme wel moet doseren. Anders raak je er binnen de drie - wat zeg ik - tien uur nog niet buiten. Wat een interessante objekten leren we hier niet kennen. De reuze sakekruik, die onderaan is uitgerust met een houten tap en de houten blokschoenen of geta, zoals ze al door de eeuwen heen de tijd trotseren. Ook de 'one puff pipe' met zijn koperen kopje en een prachtig houten draagkoffertje voor asbak en tabak, ontbreken niet. Stapels kalligrafieen en oude geschriften. Lakwerk kommetjes en huwelijksschotels in rood en goudkleur uitgevoerd. Keramieken hoofdkussens met wierookbranders in… je kan het zo gek niet bedenken.

Na afloop van dit zeer merkwaardige museumbezoek, worden we getrakteerd op een plaatselijke specialiteit: een soort tortilla met kool, groenten allerhande, tofu en deegwaren als pannenkoeken aan elkaar gekit. Het smaakt o.k., vooral door de vele sojasaus die er bij voorbaat royaal overheen wordt gekipt. We blijven nog gezellig nababbelen en rijden pas laat op de avond terug naar onze bungalows. Achter de dichtgeschoven gordijnen, vleien we ons behaaglijk uit op onze futon, bovenop de tatamimat. Morgen koncert. Heerlijk is dat!

(deel 13)
M.D.