inhoud    kalender    koncertberichten    j.-f. laporte    japan    infoshop    logos on the road    kolofon

 

JEAN-FRANCOIS LAPORTE


een verslag door Sebastien Paz Ceroni

 

Beste melomanen en verkenners van het actuele muziekleven, uw reporter is weer ter plaatse! Geen tijd te verliezen, laten we daarom meteen tot de kern van de zaak komen.
Jean-François Laporte gaf op donderdag 16 november een geestverruimend optreden. Hij trakteerde de perceptie van zijn toehoorders op nieuwe auditieve dimensies. Hij konfronteerde ons inderdaad met geluiden waarvan geen mens in zijn diepste onderbewustzijn ook maar zou kunnen vermoeden dat zij enige muzikaliteit vertonen. Vanaf het eerste moment vangt hij aan met een sonoor gegeven, namelijk de wind, waarvan de muzikaliteit, zo blijkt, onuitputtelijk is.

Electro-prana vat aan na het kenbaar geluid van een schakelaar te horen, waarna het fluiten van de wind begint op te wemelen. Het is geluid van een ijzige, snijdende wind. (een verklaring hieromtrent vind je in het vorige nummer van het Logos-Blad) Het groeit totdat men het gevoel krijgt middenin een storm te zitten. Interessant hierbij is dat de diversiteit van de bewegende luchtmassa interferenties kreëert door haar eigen voortgebrachte geluiden. Hoe kunnen we deze geluiden nu karakteriseren of m.a.w. bestaan er woorden in onze taal om dit natuurlijk fenomeen degelijk te verwoorden? Waaien, blazen, fluiten, suizen en scheuren zijn woorden die me instinktief worden ingefluisterd, maar ik vind ze te vaag en niet geschikt om ze als auditief beschrijvingsmateriaal te gebruiken. Het beschrijven van onze waarnemingen is blijkbaar gestaafd op wat we kunnen zien en niet op wat we kunnen horen. De wind als onzichtbaar fenomeen is daarom juist moeilijk definieerbaar. Het beeld (dit woord bevestigt weer eens mijn voorgaande ondervinding) van de wind is ongrijpbaar en materialiseert zich slechts als het stof doet opwaaien, waadoor het ons visueel domein betreedt. Dit even om aan te tonen dat ik gevoelsmatig te werk zal moeten gaan om deze sfeer te karakteriseren. De kruciale vraag wordt nu: welk gevoel evoceert de wind? Koud, kilte, chaos, mysterie en angst zijn de woorden die me te binnen schieten, maar waarom associeer ik dit onpersoonlijk natuurlijk fenomeen nu juist met deze gevoelens? Omdat het juist als ongrijpbaar wordt ervaren en precies daarom angst opwekt. Immaterieel als de wind is, kan de mens hem niet beheersen en is hij dus ondefinieerbaar, de woorden schieten ons m.a.w. te kort en daarmee is de cirkel rond.
Deze gedachten suizen me voorbij totdat ik ineens word opgeschrokken door het dichtslaan van een deur. In de verte hoor ik nog de storm, maar binnenin voel ik me veilig. Iets heeft eindelijk orde geschapen door een grens te trekken tussen wind en niet-wind, tussen chaos en orde. Doch intensifieert het tumult zich weer en word ik uit evenwicht gebracht omdat deze opgewekte orde het naar alle waarschijnlijkheid zal begeven. Ofwel was mijn grens niet meer dan een illusie en dat was ze ook want ze behoort tot het immateriële of het auditieve in dit geval. Het woelen van de wind bereikt een hoogtepunt totdat er weer een deur wordt gesloten. Ondanks alles ervaar ik mijn veiligheidsgevoel ditmaal niet zo intens meer als de eerste keer omdat ik al eens ben bedrogen door deze illusie. En gelijk heb ik dan ook als ik de storm andermaal hoor naderen.

jean-francois laporte

Na dit eerste werk spreekt Jean- Francois Laporte ons toe door te verklaren zijn optreden in twee delen te hebben opgedeeld. In het eerste deel zal hij werken uitvoeren voor instrumenten die hij eigenhandig heeft gefabriceerd. Wat de instrumenten van Laporte betreffen, kan ik me niet weerhouden om ze met Electro-prana te vergelijken. De drie instrumenten die we te horen kregen, respectievelijk de tu-yo, de bol en de fluitende snorrebot, kunnen worden gekarakteriseerd als aërofonen. Er dient desalniettemin te worden opgemerkt dat de fluitende snorrebot geen echte aërofoon is, doch vind ik dat dit instrument het best de vergelijking met Electro-parna illustreert. De fluitende snorrebot bestaat uit een leeg blikje bier, waaraan een kartonnen vleugel en een touw is bevestigd. Het geluid vangt aan wanneer de uitvoerder via het touw het blikje rond hem begint te draaien. Eerst stil, waardoor het gefluit slechts met veel moeite hoorbaar is, daarna hard, waardoor het blikje a.h.w. begint te loeien als een sirene. Ook de toonhoogte varieert in functie van de intensiteit van de rotatie. Net als bij Electro-prana zit er iets bedreigends in deze muziek, doch produceert dit instrument paradoxaal genoeg ook een rustgevend gevoel. Laporte blijkt duidelijk gefascineerd te zijn door geluidsproducerende luchtverplaatsingen. Geluiden die hij overigens meesterlijk weet te scheppen.
Het tweede deel van de avond bestond uit drie elektro-akoestische werken. Alhoewel de twee eerste ook interessant zijn, ga ik slechts het laatste bespreken. Ik zie deze twee eerste werken ook als voorbode van het derde. Ook in lengte is het laatste stuk beduidend langer dan de twee voorgaande, maar wat vooral boeiend is aan "Mantra" is de manier waarop het tot stand is gekomen. 'Mantra' is in feite één lange geluidsopname (26 min.) van een koelcompressor van een ijspiste. Aan de opname is niets veranderd, geen mix of remastering, het is een one-take opname. Laporte maakte een tweehonderdtal opnames voor hij er één vond die hem aanstond. Het feit dat hij dit deed en dus niet wou ingrijpen in het realisatieproces kan men zien als een soort minimalistische kompositievorm. Typerend voor deze compressors is het variëren van intensiteit en frequentie van de draaiende motor. Ook kleine verplaatsingen van de microfoon resulteren in grote hoorbare wijzingen. Wat het effect op de toehoorder betreft, kan ik verklaren dat het ronken van dergelijke compressors bijzonder rustgevend werkt. Sterker nog, het werkt als een inhibitor op bepaalde gevoelens, zoals het tijd/ruimte gevoel en verscherpt daarentegen gevoelens die meer subtiel aanwezig zijn en meestal aan ons bewustzijn ontsnappen. Tegen het einde wekt een rinkelend geluid ons zacht uit onze roes en beseffen we dat we van ver terugkomen. Ontwakend uit mijn visioen, streef ik deze kalmte en sereniteit nog even na, waarna ze uiteindelijk oplost en me als een droom bijblijft.