index     kalender     koncertberichten     kijkje-kiekje     kolofon

 

Koncertberichten

 

"Muziek in de Maak"

3-daags festival met jonge experimentele muziekmakers uit Vlaanderen


dinsdag 4 mei: Black Jackets Company

programma:
  • Thomas Smetryns: Peace Anthem - grafische partituur voor een vrije bezetting
  • Tim Mariën: Frühling in Bayreuth - een werk voor 12-snarige gitaar
  • Stefan Van Eycken: demo van Sustainer gitaar
  • Hans Roels: Ohne Worte - werk voor stem, altviool, elektronika en all-round musikus
  • Paul Craenen: Palindroom - interaktieve performance met elektronische klank en video
  • David Helbich: "Stückbehauptungen gegen Behauptungsstücke" - performance voor diaprojecties, klankopnames en interventies

"A Peace Anthem" voor vrije bezetting, is een grafische kompositie bestaande uit sterren en strepen. Deze kompositie is gebaseerd op de theorie van W. Kandinsky die elke grafische representatie herleidt tot een kombinatie van punten, lijnen en vlakken...
Het stuk is opgedragen aan zijn vroegere studiegenoot Jonathon Kirk (Amerikaans komponist).
Thomas Smetryns (°1977) studeerde luit bij Filip Malfeyt en kompositie bij G.W. Raes aan het konservatorium van Gent. Samen met Jonathon Kirk en Brent Wetters vormt hij het ensemble Medusa. Hij schreef komposities in opdracht van het Spectra Ensemble, het Phoenix Ensemble ("Mille Regretz") en het Hermes Ensemble ("Queue"). Daarnaast werd zijn werk ook gespeeld door het Logos <M&M> Ensemble, pianist Daan Vandewalle en trompettist Jason Price.

In april 2003 bezocht Tim Mariën de pianofabriek Steingraeber in Bayreuth voor een stage als pianotechnicus. De donkere Germaanse sfeer (van Richard Wagner) drong onmiddellijk tot hem door. Vandaar ontstond de kompositie "Frühling in Bayreuth". De muziek is geschreven voor het instrument "Freia", dit is een konventionele fretloze 12-string gitaar in een stemming naar natuurtoonverhoudingen met bijkomende aanduidingen op de toets (lijnen en stippen). In dit werk worden glissando- en mikrotonale parlando-technieken onderzocht.
Tim Mariën (°1975) ontdekte tijdens zijn studie musikologie de muziektheorie van de Amerikaan Harry Partch die hem de impuls gaf zijn eigen ideeën verder vorm te geven. Momenteel bereidt hij in opdracht van het Ictus ensemble een arrangement voor van Partch's "Bartsow" voor eigen instrumenten. Eerder volgde hij een kompositie-seminarie onder leiding van de Italiaanse komponist Salvatore Sciarrino. Tim Mariën over zijn muziek: "Mijn muziek is zowel een antwoord op de waanzin en wreedheid van de levensillusie als een houvast in die wereld. Hierbij voel ik mij eerder verwant met de wereld van de "art brut" dan met het officiële muziekmilieu. Het resultaat is voor de luisteraar wellicht veeleer surreëel dan wat doorgaans als avant-garde wordt ervaren."

"In 2002 schreef ik naar aanleiding van de herdenking van het zestigjarig bestaan van het koncentratiekamp van Breendonk het stuk "Ohne Worte" voor het Belgische Q-O2 ensemble. De bezetting trok mij zo aan (2 vastgelegde instrumenten - stem & altviool - en 2 flexibele muzikanten waarvan één technisch aangelegd moet zijn) dat ik hiervoor een tweede stuk schreef (dat net als het eerste ook politiek geïnspireerd is).
Het eerste deel is geschreven voor stem, altviool, een kartonnen doos en een mengpaneel. Het is een stuk met veel ruis, soms dreigt de muziek hierin zelfs geheel te verdwijnen. De slagwerker wrijft over een kartonnen doos, de zanger zingt heel zacht (iets tussen fluisteren en fluiten in) en het mengpaneel wordt niet enkel in zijn normale funktie gebruikt (om de volumes te regelen) maar is een zelfstandig instrument. Het maakt gebruik van een eigen technische "storing": nml. de mogelijkheid om ruis te genereren (een vervelende eigenschap voor de meeste muzikanten!). Nagenoeg onhoorbaar ligt het lied "De Zeerover Jenny" van Kurt Weil ten grondslag aan het stuk.
In het tweede deel komen opnieuw de stem en de altviool voor en dit keer in kombinatie met een muzikant die een stalen borstel "bespeelt" en een vierde muzikant die de elektronika bedient. De beweging van de stalen borstel op een oppervlak zorgt voor een onvoorspelbare timing (moeilijk te voorspellen wanneer een stalen "haartje" van de borstel een volgend geluid maakt) en een zeer grillige dynamische curve. De elektronika zorgt er voor dat deze beide elementen ook toegepast worden op het stemgeluid. Het stuk is opgedragen aan de Israëlische technicus Mordechai Vanunu die in 1986 het bestaan van Israëlische atoombommen onthulde, daarvoor werd ontvoerd in Rome door de geheime dienst van Israël en tot 18 jaar gevangenschap werd veroordeeld. In april 2004 zou hij de gevangenis mogen verlaten in ruil voor "vrijheid" (eigenlijk een veredelde vorm van huisarrest). Tijdens de eerste jaren in zijn cel schreef hij het gedicht "I'm your spy" waarvan fragmenten gebruikt worden in dit tweede deel.
Hans Roels (°1971) maakte muziekstukken in opdracht van o.a. het Spectra Ensemble, QO-2, Champ d'Action, muziektheater Walpurgis en November Music. Voor de automatische piano van Logos schreef hij "Sailing the seas of down below" (1995) en "Dubbelstuk" (2003) (voor player piano en assistent die tegelijkertijd in de piano speelt). Tussen 1989 en 1996 studeerde hij achtereenvolgens piano bij de hedendaagse muziekspecialist Claude Coppens en kompositie bij Jan Rispens en Godfried-Willem Raes, telkens aan het conservatorium van Gent.

Paul Craenen: "Palindroom" is een kompositie geschreven in opdracht van vzw Kontekst. 'Schrijf een palindroom', luidde de opdracht. Een onmogelijke opgave? Misschien wel, want luisteren doen we nooit palindromisch in de ware zin van het woord: terwijl we luisteren loopt de tijd mee. Hoogstens herkennen we wat al eens geklonken heeft, maar dat is dan eerder een kwestie van opstapelen dan van terugkeren. Een palindroom is dus pas herkenbaar in zijn visuele wording / verschijning. Ik besloot dan ook te kiezen voor een letterlijke, radicale invulling : ik schrijf live een palindroom in klassiek notenschrift, met een camera op mijn schrijftafel en het geprojecteerde beeld op groot scherm voor het publiek. Anderzijds verruimde ik mijn interpretatie van het begrip 'palindroom' tot "iets dat in twee tegengestelde richtingen werkt of kan werken, of ten allen tijde de beweegrichting kan omdraaien." De hand die een schrijfbeweging uitvoert en de klank die daar het gevolg van is, of de klank die de hand tot bewegen aanzet. Het geschreven teken dat achterblijft, als een herinnering, of het teken als voor-schrift voor een uit te voeren klankbewerking. De klankingenieur op het podium die de partituur leest en uitvoert of die integendeel de hand dikteert (terwijl het tegelijkertijd lijkt alsof de componist opschrijft wat hem 'te binnen schiet'). Naast dit 'spel', en dat is tenslotte wat een palindroom in essentie is: een spel aan/met de oppervlakte van de vormen, is er in 'Palindroom' ook sprake van een lineair 'verhaal'. Een verhaal dat ik zou kunnen omschrijven als de psychologische evolutie waar het spelen van dit spel toe leidt. Waar het begin steeds ook al het einde is, waar de eindnoot steeds nog maar de eerste is, daar rest op het eind slechts psychose of verlamming."
Paul Craenen (°1972) studeerde piano aan het Leuvense Lemmensinstituut bij docenten Mark Erkens en Frans Van Beveren. Zijn pianostudie werd verder verrijkt door een pianostage in Libramont en privé-lessen bij Boyan Vodenitcharov. Als komponist is Craenen vnl. autodidakt, hij volgde wel kompositieseminaries zoals de International Ictus Compositionseminar (met Thierry Demey en Jonathan Harvey), het Acanthes kompositieseminarie in Avignon en de Ferienkürse für Neue Musik in Darmstadt. Sedert juli 2001 is hij lid van de Black Jackets Company. Zijn werken werden uitgevoerd door gitarist Tom Pauwels, pianist Frederik Croene, Black Jackets Company, Het Collectief en het Oxalys ensemble in zeer uiteenlopende landen als Rusland, Duitsland, Taiwan, Estland, Venezuela en Chili. Momenteel is hij druk doende met een opdracht voor het November Music festival 2004.

"Stückbehauptungen gegen Behauptungsstücke" zijn meerdere stukken die in elkaar overlopen en zo één lang stuk van ca. 30 min vormen. Een performer toont diareeksen, laat klankopnames horen en komt zelf geregeld tussenbeide. "Eenvoudig in opbouw, komplex in relaties: jawohl!" luidt het devies van Helbich.
David Helbich (°1973, Berlijn) woont en werkt sinds 2002 in Brussel. Hij kreeg opdrachten van ensembles als Black Jackets Company (Brussel), Resonantsid (Tallinn) en het Ensemble Modern (Frankfurt) en zijn stukken waren te horen op koncerten in Duitsland, Nederland, België, Ijsland, Engeland, Denemarken en Estland. Sinds 2001 is hij ook aktief als muzikant (gitaar en geluidsimprovisatie), performer, choreograaf, fotograaf en konceptueel kunstenaar (o.a. met de danseres Shila Anaraki in "Keine-Spiele"). Hij deed zijn kompositiestudies in Amsterdam bij Daan Manneke en in Freiburg bij Mathias Spahlinger. Later volgde hij ook kompositiekursussen bij Helmut Lachenmann en aan de Darmstädter Ferienkurse für Neue Musik.

Black Jackets Company is een Brussels kollectief van komponisten en muzikanten dat leeft van zijn internationale input. Komponisten uit alle werelddelen werken intensief samen met het ensemble. Het resultaat is een unieke confrontatie tussen schrift en klank, idee en creatie, compositie en improvisatie. Het ensemble wil met een open blik de hedendaagse en experimentele muziek tegemoet treden. Komponisten als Paul Craenen, David Nuñezañez, Pierre Kolp, Juan Carlos Tolosa maakten reeds stukken voor hen.
Black Jackets Company trad de voorbije jaren o.a. op in vzw NADINE (Brussel), het Kaaitheater, het Paleis voor Schone Kunsten, IPEM en de Botanique. In het buitenland gven ze het beste van zichzelf in Frankrijk, Duitsland, Chili en Venezuela. De vaste muzikanten zijn: David Nuñez (viool), Tom Pauwels (gitaar), Kim Van den Brempt (piano), Susanna Fröhlich (blokfluit) en Yannick Willox (klankregie). Voor elk koncert wordt er vaak samengewerkt met komponisten en andere uitvoerders (zoals in het verleden gebeurde met het Danel strijkkwartet, Ictus en het Duitse komponistenkollektief "Krahnenbaum Company")

 

muziek in de maak
woensdag 5 mei

programma:
  • Joachim Brackx: Spring Flower Petals - stuk voor solo gitaar, dia's & publiek
  • Kris De Baerdemacker: "Contradicting Soundscapes" voor automatische piano en CD
  • Jelle Meander: "Amorgós" - interaktieve sound poetry samen met automaten
  • Sebastian Bradt: "O.FF" voor fluit, klarinet, altsax en piano

"Spring flowers petals gently move in the warm wind - and time flows slowly" (2002) is - zoals de titel doet vermoeden - een poëtische kompositie waar het publiek ook zijn inbreng heeft. Een verrassend stuk. Enkel wie naar het koncert komt, weet wat er precies zal gebeur...
Gitaar: Kristof Lauwers
Joachim Brackx (°1975) is een Vlaams komponist die o.a. voor het Goeyvaerts Consort, Champ d'Action, Spectra Ensemble, Happy New Ears, het blokfluitkwartet Apsara, de automaten van Logos en cellist Arne Deforce werken schreef. Daarnaast is hij aktief als koorzanger bij Capella Currende (E. Van Nevel), het Collegium Vocale (P. Herreweghe) en het Goeyvaerts Consort. Van 1998 tot 2003 gaf hij les aan het Gentse conservatorium (waar hij zelf ook kompositie gevolgd heeft) en tussen 2001 en 2003 gaf hij lezingen over hedendaagse muziek voor het departement musicologie van de KUL.

In "Contradicting Soundscapes" worden omgevingsgeluiden (opgenomen in Gent) gekombineerd met muziek voor player piano. In eerste instantie lijken de geluiden door de konfrontatie van verschillende konteksten (stad versus natuur, chaotisch versus geordend geluid) elkaar tegen te spreken maar door de aard van de collage genereren ze een eigen muzikaal verhaal (een metakontekst)
Kris De Baerdemacker (°1972) schreef reeds een tiental studies voor player piano (vaak in kombinatie met de andere Logos muziekautomaten). In zijn werk streeft hij naar een uitgezuiverde, bijna ascetische stijl. Naast stukken voor automaten komponeerde hij elektro-akoestische werken en komposities voor o.a. het ensemble Q-O2, het Saffraan Duo (2 gitaren), organist Marc Maes en het pianoduo Ganda Duo.

De performance "Amorgós" is een poëtische rekonstruktie van een reis naar het Griekse eiland Amorgós. Het stuk is gemaakt voor een (stem)performer en verscheidene muziekautomaten. Kristof Lauwers staat in voor het programmeren en besturen van de muziekrobots die reageren op de stemgeluiden van de performer. Het werk van Jelle Meander -die zelf de performance verzorgt- bestaat uit drie delen. In het tweede deel wordt de stem van Jelle Meander met een mikrofoon weergegeven en door <autosax> (automatische saxofoon) gestuurd die op zijn beurt het geluid vervormt.
Jelle Meander (°1977) is dichter en musikoloog. Hij brengt zijn werk konsequent op het podium in de vorm van voordrachten en performances (onder meer in Gent, Brussel, Antwerpen, Arnhem en Wenen). Titels zijn o.a. Triplum (Nr. 1), Slaapversjes voor Lorelei (Nr. 2), Hors d'oeuvre(s), Dicht Boek en Vers Boek. Momenteel is hij aktief bezig met de volgende projekten: Krikri (poëtisch kollektief), Alies (open vorm-projekt) en N.I.M (klankstrukturen). Als onderzoeker is hij bezig met een proefstuk aan de Gentse Universiteit omtrent de versmelting van poëzie en muziek na 1950.

"O.FF is mijn bijdrage aan het Projekt 'Muziek in de Maak'. Het is een eendelig, geseksioneerd stukje voor instrumentaal kwartet: fluit, besklarinet, altsaxofoon en piano. Aurelie, Evelien, Marco en Ward zijn dezelfde mensen die eertijds mijn eindeksamen kompositie mee hebben helpen plaatsvinden. Op dat eindeksamen speelden we de premiere van Salmi Del Squartatore, een stuk dat kwa materiaalverwerking en vormspel een beetje als het 'moederstuk' van O.FF kan gezien worden, net zoals .KO. het moederstuk van mijn automatenstukken is. O.FF is de onvermijdelijke epiloog op SDS, het laatste brokje materiaal dat om verwerking smeekte.
Wat betreft de symboliek van de titel: als geheel gelezen is het'off', Engels voor 'uit,gedaan', apart gelezen krijg je O-FF, oftewel de muzikale verhouding van uiterst stil tot zeer luid. Zowel de luidste als zachtste manifestatie van de klank bevinden zich pal aan het eind van het stuk. Beide betekenissen worden dus samengelegd.
Muziektechnisch wordt uitgegaan van slechts 1 variabele modus, dwz.een toonreeks die, na het oktaaf te hebben overschreden, andere diatonische verhoudingen hanteert. Met behulp van ostinati in de piano wordt vooreerst ritmische spanning opgebouwd die na enige tijd transformeert tot dialektische spanning, nl. die tussen klavier en blazers, die slechts heel af en toe een solistische rol krijgen en zich dus het overgrote deel van de kompositie als 1 blok gedragen. En daarmee is de cirkel rond."
Uitvoerders: fluit (Evelien Sterchen), klarinet (Marco Mazzini), altsaxofoon (Aurelie Degezelle), Ward De Vleeschhouwer (piano)
Sebastian Bradt (°1979) studeerde fagot aan de KHG, kompositie en orchestratie bij Luc Brewaeys en Godfried-Willem Raes aan het Konservatorium te Gent. Nam Masterclasses bij David Rowland in Gent en Louis Andriessen in Amsterdam. Sedert 2000/01 legt hij zich meer en meer toe op het komponeren voor het Logos Automaten Orkest. Simultaan aan het moederstuk.KO.(een ruim 200pgs.tellend traktaat waarin hij eigen droomteksten analyseert, stileert en uitpuurt dmv. metataal, a-kronologische vertelpatronen, citaten, slogans, etc.) levert hij maandelijks geautomatiseerde muziek die aansluit bij elk nieuw element uit dit traktaat.

 

muziek in de maak
donderdag 6 mei


programma:
  • Barbara Buchowiec: "Tango per due" voor 2 altviolen
  • Stefaan Smagghe: improvisatie (viool) samen met knikkerbaan-installatie "Building"
  • Roeland Luyten: "decyclage" (2004) - elektro-akoestisch werk voor vier kanalen
  • Sven Hermans: ASCII Audio (2002) - elektro-akoestisch werk
  • Kristof Lauwers & Laura Maes: "Whirl Wash" (2003-2004)- performance met klank & video

"Building" is een soort van circuit coor knikkers. Gedurende ongeveer één minuut rolt een metalen knikker doorheen het circuit naar beneden. Op elk niveau raakt de bal een lichtknop waardoor zijn route wordt geprojecteerd door de lamp op de muren. Een klein liftje brengt de knikker terug naar omhoog zodat alles kan herbeginnen. Het rollen van de knikker produceert een "soundscape" van malende en wrijvende geluiden. De knikkerbaan is uit diverse materialen vervaardigd waardoor de klank ook voortdurend verandert. Geluid en beeld suggereren de drukte van ochtendverkeer in een futuristische metropool.
Stefaan Smagghe (Gent °1969) studeerde aan het Gentse Conservatorium, waar hij in 1995 het Hoger Diploma viool behaalde. Hij volgde er ook enkele jaren de kursus vrije improvisatie en avant-garde kamermuziek bij Godfried-Willem Raes. Hij speelt zowel oude, hedendaagse en experimentele muziek als eigen werk en improvisatie. Daarnaast legt hij zich ook toe op de beeldende kunsten (tekenen en schilderen). De laatste jaren is hij vooral begaan met het ontwerpen en bouwen van klankinstallaties (o.a. de installatie voor de performance "Poel bij Valavond"). Hiermee wil hij het gebied tussen akoestische en visuele kunsten exploreren. Smagghe studeert nu aan het Hoger Instituut voor de Schone Kunsten in Antwerpen waar hij zich verder toelegt op het ontwerpen van klankinstallaties. Zijn installaties en muziek waren te horen en te zien op FLEA-festival 1997, November Music 2001 & 2003,"Visioning Sound (NL), Glasslag Eindhoven 2003.

"Whirl Wash" is een audiovisuele performance met een zelfgebouwde klankinstallatie en videoprojectie. De naam 'whirl wash' verwijst naar de wasmachine waarin klanken en beelden over elkaar heen tuimelen.
Het geluid is afkomstig van geautomatiseerde instrumenten, die in de ruimte opgehangen zijn. Deze instrumenten, oorspronkelijk wastrommels waarop snaren, metalen staven en veren gemonteerd werden, worden in wisselende combinaties door kleine motoren tot klinken gebracht. Door een bijkomende spatialisatie van zowel de trommelgeluiden als een electronische klankband, kan het geluid om het even waar in de ruimte geplaatst worden. De richting van de klanken is niet tot één punt lokaliseerbaar en lijkt van overal op de toeschouwer af te komen.
De geprojekteerde videobeelden bestaan uit vrij abstrakte opnames van licht en kleuren.
Laura Maes (°1978) studeerde klassieke gitaar aan het Gentse conservatorium bij Petra Vermote en Ida Polck. Bovendien raakte ze gefascineerd door de elektronische muziek.
Ze speelde samen met ensembles als het Khimaris Kollektief en Black Jackets Company en met individuen als de geluidskunstenaar Pierre Berthet. Samen met de gitariste Elke Soenens vormt ze het duo "Saffraan" dat de publieksprijs kreeg op de internationale kamermuziek wedstrijd van Bergues (F). Met de nodige elektronika in haar bagage ondernam ze in 2002 een solo-tour in Japan. Laura Maes organiseert ook koncerten en happenings voor o.a. Happy New Ears, .WAV (Brugge) en Cling Film.
Kristof Lauwers (°1978) legt zich toe op elektro-akoestische muziek, live-electronics en algoritmische kompositie aan de Hogeschool Gent, dept. Conservatorium bij Dr.Godfried-Willem Raes. Aan dezelfde instelling studeerde hij ook gitaar bij Ida Polck. Hij is als komponist/software-ontwikkelaar en uitvoerder verbonden aan het Logos <M&M> (Mens en Machine) ensemble, dat zich toelegt op de interaktie tussen live uitvoerders en komputergestuurde muziekrobots. Zijn muziek is regelmatig te horen in Vlaanderen en omstreken, maar werd ook gespeeld op festivals in Nederland, Polen en Portugal. Hij bracht samen met Laura Maes de CD "Kitch'n Glitch" uit en zijn werken zijn terug te vinden op verschillende CD's uit de Logos Public Domain reeks.

"decyclage is het resultaat van vier verschillende werkwijzen waardoor klankmassa wordt gegenereerd. bij elke manier van produceren van klank ligt het idee van het samenvatten van de spectrale eigenschappen van het brongeluid aan de basis.
1. granulaire synthese. het versnipperen van een klein stukje geluid in miniscule kleine onderdeeltjes. deze 'grains' worden opnieuw samengesteld tot een nieuw ruisachtig geluid dat alle frequenties bevat van het brongeluid.
2. het samenstellen van 'ruis' door sampling. eerst heb ik samplebanken aangemaakt van korte "klikskes en tikskes", opgenomen met microfoon op minidisk. deze samplebanken worden via MIDI algoritmisch gestuurd.
hierdoor kunnen verschillende densiteiten gemaakt worden. door de traagheid van ons gehoor nemen we 'pulsen' bij een hoge densiteit waar als ruis. deze ruis is een samenvatting van het spectrum van de pulsen afzonderlijk. bij een lage densiteit horen we wel de pulsen afzonderlijk. interessant is hier het waarnemen van de overgang tussen 'puls' en 'ruis'.
3. het versnipperen van klankstukken in tijd en deze dan spreiden over vier pistes. hierdoor ontstaan herhalingen van kortere onderdelen van het brongeluid. in tegenstelling tot de 'granulaire synthese', waar het gaat om duizendsten van een seconde, zijn de klankdelen hier tussen de 200 milliseconden en een seconde van lengte.
4. het gebruik van extreme 'feedback' van galm-plugins. hierdoor ontstaan geluidsmassa's die op hun beurt weer een spectrale samenvatting zijn van het oorspronkelijke geluid."
Roeland Luyten (°1977) studeerde dwarsfluit aan de Fontys Hogeschool (Tilburg) en het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en tegelijkertijd kompositie elektro-akoestische muziek bij Joris de Laet in deze laatste school. Zijn stukken waren te horen op het festival voor elektronische muziek in Bourges (F) 2002, op koncerten georganiseerd door SEM (Studio voor Experimentele Muziek - Antwerpen) en door Cling Film tijdens Brugge 2002. Hij maakte ook de muziek voor de dansvoorstelling "nine floor scenes" van Andy Deneys en "Roest" van Ugo Dehaes. Voor dit jaar staan er ook premières op het programma voor stukken voor de dansvoorstellingen "Xxy" van Kataline Patkaï en voor "Rozenblad" van Ugo Dehaes.

"ASCII Audio" is geinspireerd door ASCII karakters (American Standard Code for Information Interchange) te konverteren naar noten, toonhoogte, of om het even welke andere parameter. Dit is gedaan door tekstbestanden te scannen en waardes toe te kennen aan elk karakter of letter de procedure tegenkomt.
Deze waardes, werden gebruikt in algoritmes die synthesizer kommando's genereren. Een "spatie", kan stilte zijn. Een "a" kan een lagere toonhoogte hebben dan een "z". Daarom, hebben toonhoogte en tijd geen traditionele muzikale eigenschappen. De muziek is "taal" specifiek bepaald: je zal geen accent aigu vinden in een Engelse tekst. Als klankbron, zijn zowel samples als elektronisch gegenereerde klanken gebruikt."
Sven Hermans (°1977)

Tango zonder toonhoogte, gebaseerd op tango-ritmes en samenspel tussen het vrouwlijke en mannelijke element.
(altviolen: Dominica Eyckmans & Stefaan Smagghe)
Barbara Buchowiec (° 1963, Polen) behaalde eerst haar Magister in de kunst in Wroclaw (PL); daarna studeerde ze altviool aan de konservatoria van Antwerpen en Brussel en later kompositie in Gent. Naast elektro-akoestische werken komponeerde ze o.a. stukken voor strijktrio en strijkkwartet (uitgevoerd door het uitgebreide Goeyvaerts Trio) en werken voor de Logos muziekautomaten. Samen met Moniek Darge vormt ze het improvisatieduo BasiaMo dat de nadruk legt op een onmiddelijke interaktie en een muzikale dialoog op het podium. Haar stukken werden reeds uitgevoerd in België, Polen, Italie,Nederland, Frankrijk en Zwitserland.

 

elektro-akoestisch koncert
op moniek darge's verjaardag

dinsdag 11 mei

programma:
  • "Vol-au-vent" - Noah Creshevsky
  • "Cities' Drift" - Werner Cee
  • "Primpilipansa" - Elsa Justel
  • "Rio de los pajaros" - Beatriz Ferreyra
  • "E pur si muove…" - Kees Tazelaar
  • "Seabird Islands" - moniek darge
  • "Muggen en Bromvliegen" - moniek darge
  • "Cicaden, sprinkhanen en krekels" - moniek darge

Noah Creshevsky omschrijft zijn eigen stijl als "hyperrealisme": een elektro-akoestische taal gekonstrueerd uit geluiden die uit onze omgeving geplukt zijn maar die op zo een manier behandeld worden dat ze overdreven of excessief klinken. De komponist verdeelt zijn "hyperrealisme' in twee genres onder. In het eerste genre worden de geluiden van traditionele instrumenten over de limieten van de menselijke mogelijkheden geduwd om zo een soort supervirtuoos te kreeëren. In het tweede geval worden gewone geluiden ingebouwd in een soepele muzikale taal die bevrijd is van etnische en nationale grenzen. Essentieel is dat de geluiden van natuurlijke origine zijn en dat ze niet te veel bewerkt worden zodat ze door de luisteraar als "natuurlijk" worden ervaren.
Ook in "Vol-au-vent" (2002) is dit hyperrealisme heel goed te bespeuren.

Noah Creshevsky (° 1945) is de vroegere direkteur van het Center for Computer Music en was ook docent aan het Brooklyn College in New York. Hij studeerde kompositie bij Nadia Boulanger in parijs en bij Luciano Berio aan Julliard. Hij is een virtuoos gebruiker van de sampler omdat hij vertrouwde korte geluidsfragmenten gebruikt en die omvormt tot fantastische imaginaire ensembles.

Primpilipansa (2002) is een vlinder. De poëtische omschrijving van het stuk door de komponiste: "Een vlinder die bij elke landing een bloem uitzucht. Een geur omringt haar vlucht zoals een gekoesterde herinnering die het lichaam vleugels geeft."

Elsa Justel (°1944) studeerde kompositie en elektro-akoestische muziek in Buenos Aires. Vanaf 1980 doceerde zij avant-garde muziektechnieken aan het conservatorium van Mar del Plata. Sinds 1988 woont ze in Frankrijk waar ze een meestergraad in computermuziek behaalde aan de Parijse universiteit en waar ze nu ook professor elektronische kunst is aan de universiteit van Marbe la Vallée. Zij behaalde uiteenlopende prijzen voor haar werk, o.a. de Prix Ars Electronica (1992), International electroacoustic competition of Bourges (1989), Prix Phonurgia-Radiomix (2001) en Video Evento d'Arte (2002).

Cities' Drift (2001) is een deel uit de radio-kompositie "Drift" geproduceerd door de Hessischer Rundfunk. De geluidsbronnen zijn allerlei fragmenten die door een koor gezongen werden en daarna in de studio bewerkt zijn. De koorfragmenten worden in verschillende lagen boven elkaar gestapeld. Zo ontstaat op het ene moment een heel dichte klankmassa en op andere een zeer doorzichtig geluid. De kompositie "drijft" tussen ruis en klank, tussen het kunstmatige en het natuurlijke, tussen gestruktureerde en ongestruktureerde momenten. De menselijke stem -het meest directe kommunikatiemiddel- geeft een andere dimensie aan het werk: de komplexe, veranderende klanklandchappen weerspiegelen de innerlijke stemming. Soms versmelten de stemmen tot één harmonieus geheel en op andere chaotischere momenten kunnen individuele stemmen herkend worden in de massa.

Werner Cee (°1953, Duitsland) maakt zowel elektro-akoestische stukken als geluidsinstallaties en multimedia podukties. Hij kreeg een hele reeks onderscheidingen voor zijn werk zoals Ars Electronica (Oostenrijk), Prix de Musique electroacoustique Bourges (Frankrijk), de prijs van de nationale radio van Spanje en van Italië, International Computer Music Competition Pierre Schaeffer (Italië) en Acustica International (Duitsland). Hij studeerde aanvankelijk beeldende kunst aan de Hogeschool voor Kunst in Frankfurt.

Voor de klanksynthese in "E pur si muove…" (2001) hebben een aantal stuurpanningstechnieken model gestaan die Kees Tazelaar ontwikkeld heeft voor vorige stukken. Deze technieken zijn nu echter digitaal gesimuleerd en verder ontwikkeld. De resultaten hiervan worden gepresenteerd in het eerste deel van het stuk en zijn in het tweede deel verder getransformeerd. De resultaten van de transformaties vormen de basis voor de latere vormdelen. De grote vorm vertoont hierdoor overeenkomsten met een spiraal, in de zin dat een cyclisch aspekt samenvalt met een lijnvormige verwijdering vanaf een bepaald vertrekpunt (de herkenbaarheid van de elementen neemt geleidelijk af naarmate ze verder getransformeerd zijn).

Kees Tazelaar (1962) levert naast autonome muziekwerken ook bijdragen aan muziektheaterwerken van Dick Raaijmakers en Theatergroep Hollandia. Naast het komponeren houdt hij zich ook intensief bezig met het restaureren en reconstrueren van historisch belangrijke elektronische werken (van o.a. Xenakis, Ligeti en Koenig) in een speciale privé-studio. Tazelaar is docent aan het Instituut voor Sonologie van het koninklijk conservatorium van Den Haag. Aan dezelde instelling volgde hij zelf kompositie bij Jan Boerman.

"Rio de los pajaros" (1998) (de rivier van de vogels) is het eerste deel uit een triptiek getiteld "Rios del sueño" (de rivieren van de droom). De komponiste omschrijft dit werk als een bleke en vage verplaatsing van signalen en sporen van een intens muzikale ervaring -heel onduidelijk gezien- in een tropische latijns-amerikaanse droom.

Beatriz Ferreyra (°1937) is een Argentijnse die na haar studies in Argentinië verder ging studeren in Frankrijk bij Nadia Boulanger (analyse) en Edgardo Canton (elektro-akoestische kompositie). Tussen 1963 en 1970 werkte ze samen met Pierre Schaeffer in de Groupe des Recherches Musicales. Vanaf 1970 werkt ze als free-lance komponiste. Ze kreeg opdrachten van o.a. IMEB (Bourges), GRM (parijs) en ACIC. Haar werk wordt niet alleen in Frankrijk maar ook in vele andere landen vaak gespeeld.

verder ook op het programma:
3 nieuwe klankschapjes van moniek darge
"Seabird Islands" met opnames gerealiseerd te New Foundland, Canada (mei 2003-april 2004)
"Muggen en Bromvliegen" (maart- april 2004) een soundscape in opdracht van Kina (het vroegere schoolmuzeum Michel Thierry) of hoe ziet, pardon, hoort een wereld zonder spinnen eruit…
en tot slot, om bij de beestjes te blijven:
"Cicaden, sprinkhanen en krekels" (april-mei 2004) een gespatialiseerd wegdroomavontuur

Veel luistergenot!

 

<M&M> roboTango
woensdag 19 mei

Dat Moniek Darge en Godfried-Willem Raes sedert vele jaren fervente en gepassioneerde tangueros zijn is voor de lezers van Logos Blad wellicht een lang verborgen gebleven geheim. Het kon echter niet nog langer verborgen blijven want sedert lange tijd werd met het idee gespeeld voor het <M&M> ensemble een speciale tango voorstelling uit te werken. Nu is het zover: 'RoboTango' beleeft zijn eerste voorstelling op 19 mei.
Het programma omvat een erg ruime selektie uit het klassieke tangorepertoire, georkestreerd voor het robotorkest door Xavier Vehelst, inklusief heel wat tango nuevo: Carlos Gardel, Pintin Castellanos, Mores Mariano, Astor Piazzolla... Daarnaast echter ook heel wat tangos gekomponeerd door klassieke en minder klassieke komponisten wier naam meestal niet met dit genre wordt geassocieerd: denken we maar aan Kurt Weill, Igor Strawinsky, Tom Johnson, Leroy Jenkins, Tom Johnson, Erik Satie, Isaac Albeniz, Karel Goeyvaerts... Uiteraard ontbreken ook eigen en originele bijdragen niet: Moritz Eggert, Sebastian Bradt, Barbara Buchowiec en Godfried-Willem Raes schreven speciaal voor deze gelegenheid nieuwe tangos.
Tango is dansmuziek. Dans kon dus ook niet ontbreken in dit programma, en aangezien onze robots niet tot danspassen zijn te bewegen, laten we dit beslist aan mensen over. Wellicht kan dit tot enige interaktiviteit met de robots aanleiding geven. De technologie daarvoor hebben we alvast in huis. Maar ook op het muzikale vlak, ontbreken menselijke bijdragen niet en doen we beroep op musici zoals Dominika Eyckmans, Stefaan Smagghe, Paola Marquez...

Een alfabetische greep uit het repertoire...
  • Salvatore Adamo: Vous permettez, Monsieur (1964)
  • Isaac Albeniz (1860-1909): Tango in D Op.165 No.2
  • Beth Anderson: Belgian Tango
  • Eladia Blazquez: Vamos en Monton (1987)
  • Pintín Castellanos: La Punalada (1937)
  • Moritz Eggert: Vacuo (2004)
  • Carlo Gardel - Alfredo Le Perra: Sus ojos se cerraron
  • Karel Goeyvaerts: Aquarius - Tango (1984)
  • Vicente Greco (1886-1924): Saladillo
  • Leroy Jenkins: Tango, Rango, Bango (1985)
  • Tom Johnson: Tango (1984)
  • Mores Mariano: Tango Uno (1943)
  • Jose Luis Padula (1893-1945): 9 de Julio
  • Astor Piazzolla (1921-1992) Contrabajando, Sens Unique, Verano Porteno, Otono Porteno
  • Osvaldo Pugliese: La Yumba (1943)
  • Erik Satie: Tango Perpetuel (uit Sports et Divertissements) (1914)
  • Victor Solaris: Mar del Plata (1935)
  • Igor Stravinsky (1882-1971): Tango uit l'histoire du soldat (1918), Tango vr. piano (1940), Tempo di Tango uit 8 instrumental miniatures (1962)
  • Kurt Weill: Tango Ballad uit Threepenny Opera (1928), Youkali tango (1935)


foto: Benn Deceuninck

 

Champ d'Action & Karlheinz Essl
donderdag 27 mei

Programma "Looking for Borders":
  • Karlheinz Essl - Lexikonsonate (voor player piano)
  • Peter Swinnen - Risonanza (piano vierhandig)
  • Stefan Prins - Etude Interieure 1 (piano)
  • Keiko Harada - Etude for piano I (piano)
  • Karlheinz Essl - More or Less (basklarinet-sax-piano-percussie-gitaar + 5 laptops)

Het project Looking for the borders van Champ d'Action tast de grenzen af tussen geschreven en geïmproviseerde muziek. De titel 'Interieure 'van het werk dat Stefan Prins voor deze gelegenheid maakte, geeft de toon aan van dit programma waarin de piano centraal staat. In de meeste pianowerken die worden vertolkt, worden de toetsen nauwelijks beroerd. De piano wordt tot in de kleinste hoekjes afgetast op zoek naar nieuwe klanken en articulaties. Electronische middelen worden gebruikt om de vaak microscopische geluiden hoorbaar te maken en in de ruimte te projecteren.

In het werk van Karlheinz Essl (Oostenrijk) leveren enkele laptops de speelinstrukties en stellen zo een steeds wisselende structuur voor aan de muzikanten. De eerste zeer geslaagde uitvoering in De Singel met muzikanten van Champ d' action en van het jonge ensemble Collectif Réflexible ontlokte opmerkelijke reacties. De musici van Champ d' action reageerden positief op de 'grote vrijheid' die het werk hen bood en de leden van het 'collectif réflexible' vonden het 'richtinggevende van het stuk' dan weer interessant. Het werk is in ieder geval voor beide ensembles een inspirerende ervaring en een voorbeeld van hoe verschillende benaderingen elkaar kunnen ontmoeten en inspireren.
Karlheinz Essl (°1960) studeerde kompositie, elektronische muziek en contrabas aan de Weense Musikhochschule. In 1991 doktoreerde hij aan de Weense universiteit met een thesis over het synthese-denken bij Anton Webern. Hij was als kontrabassist aktief in diverse ensembles voor kamermuziek, experimentele muziek en jazzgroepen. Zijn kompositorisch denken wordt sterk beïnvloed door zijn belangstelling voor computers en seriële muziek.
Naast het schrijven van instrumentale muziek is Karlheinz Essl ook nog begaan met elektronische muziek, interaktieve real-time komposities, klankinstallaties en ontwikkelt hij software voor algoritmische kompositie.

Van de Japanse componiste Keiko Harada speelt Yutaka Oya de "Etude for Piano I", een werk waarbij ook enkel de binnenkant van de piano wordt gebruikt. Het stuk werd geschreven in 2000 en beleeft op dit concert zijn Europese première. Keiko Harada (°1968) is de laatste jaren steeds vaker te horen op festivals in Zweden, Italië, Duitsland en Japan. Ze schreef werken voor groepen als het Ictus Ensemble, Nieuw Ensemble (Nederland), Elision Ensemble (Australië) en het Ensemble Modern. Ook voor individuele muzikanten zoals Takashi Yamane of Yo-Yo- Ma komponeerde ze. Harada werkte ook samen met de Japanse choreograaf Koshi Hidama, het Ku Nauka theater en in 2002 komponeerde ze de soundtrack voor de film "Women in the Mirror" van Kiju Yoshida. Zelf dirigeert ze in Tokyo ook het "Ensemble Manufacture" sinds 1989. In 2001 verscheen een CD met haar werken gespeeld door het Ictus Ensemble.

In tegenstelling tot een klassiek stuk voor 4-handig piano, waar beide partners op eenzelfde instrument een dialoog aangaan, kiest Peter Swinnen in Risonanza resoluut voor een andere aanpak. Beide pianisten beïnvloeden elkaars klank, en bespelen zo samen a.h.w. één enkel 'extended instrument'. Centraal idee hierbij is de resonantie. Vanuit een spectrale analyse van de trilling van een bassnaar, wordt deze resonantie stukje bij beetje harmonisch opgebouwd tot de volle pianoklank bereikt is. Waarna ze geleidelijk weer afgedempt wordt tot er enkel ruis overblijft.
Peter Swinnen (°1965) studeerde cello en kompositie (bij Andre Laporte) aan het konservatorium van Brussel en volgde daarna ook mastercourses bij M. Finnissy en B. Ferneyhough. Sinds 1992 geeft hij analyse aan het Brusselse conservatorium. Zijn werken voor uiteenlopende bezettingen (vaak met elektronika) waren te horen op Ars Musica, International Frederyk Chopin Festival, World Carillon Congres, SMCQ... Peter Swinnen verzorgt ook vaak de elektronika van verscheidene ensembles voor hedendaagse muziek (o.a. Champ d'Action).

Stefan Prins is componist en uitvoerder van Etude Interieure nr 1, een werk voor piano en knikkers. Deze jonge pianist heeft reeds een reputatie opgebouwd in de geïmproviseerde muziek.


Uitvoerders:
Champ d'Action ism Collectif Réxible

  • Jaan Bossier, basklarinet
  • Yutaka Oya, piano
  • Fedor Teunisse, percussie
  • Stefan Prins, piano
  • Thomas Olbrechts, saxofoon
  • Tom Pauwels, gitaar
  • Serge Verstockt, electronics