Dr.Godfried-Willem RAES
Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 6: Mixed Media en Performance
Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama
<Terug naar inhoudstafel kursus> |
6320:
Verbosonie en lettrisme
Sound Poetry,
Fonetische poezie
Tot de vroegste voorlopers van zuivere geluids-poezie kan beslist Lewis Carroll (pseudoniem voor Charles Dodgson) gerekend worden met zijn bekende gedicht 'Jabberwocky' uit 'Through the Looking-Glass', meestal beschouwd als een soort vervolg op Alice in Wonderland:
- 'Twas bryllyg, and the slithy toves
- Did gyre and gimble in the wabe:
- All mimsy were the borogoves,
- And the mome raths outgrabe.
- Beware the Jabberwock, my son!
- the jaws that bite, the claws that catch!
- beware the jubjub bird, and shun
- the frumious Bandersnatch!
(dit zijn de eerste twee stanzas uit 1855). De eerste estetische interpretatie van dit soort poezie vinden we eveneens bij deze auteur en nog wel in hetzelfde werk waar hij Alice aan het woord laat over dit gedicht:
"... it seems to fill my head with ideas - only I don't know exactly what they are".
Hierin krijgen we dus te maken met een vorm van poezie waarin de taal niet langer gebruik maakt van woorden die naar dingen in de werkelijkheid verwijzen ( semantiek) maar die louter op grond van haar klankkonnotatie bij de lezer of luisteraar een heel arsenaal aan associaties weet op te roepen.
Gezien binnen de kontekst van mixed-media echter is en blijft dit Lewis Carroll gedicht een alleenstaand buitenbeentje. Niettemin verschenen van deze Jabbewocky in 1872 'vertalingen' in het Duits en zelfs in het Latijn.
Na Carroll, vinden we voorlopers in de dichters Christian Morgenstern ('Kroklokwafzi? Semememi! uit 1890 maar pas in 1905 gepubliceerd) en Paul Scheerbart ('Kikaloku! Ekoralaps! Wiso kollipanda opolosa').
Het is pas sedert het ontstaan van de avant-garde in de kunst - meer nog, sedert het ontstaan van de avant-garde als kunst- met name in het futurisme dat de mogelijkheden van louter sonoor gebruik van iets wat alleen nog maar op taal lijkt, meer systematisch werden onderzocht een aangewend.
Wat betreft de systematische aanwending van niet-semantisch geladen 'taal', situeert de artistieke produktie zich vooral in de tweede decade van de twintigste eeuw. De 'sonore poezie' heeft daarbij als eerste betrachting aansluiting te vinden bij de orale traditie, bij de taal als stroom van klanken, bij het rechtstreekse mond-tot-oor kontakt. Inderdaad is het zo dat de artistieke produktie op dit vlak in eerste plaats is bedoeld om te worden gesproken en gehoord. De visuele representatie - in de mate waarin zij bestond hebben we overigens uitsluitend te danken aan het bestaan van reproduktiemogelijkheden- is daaraan in hoge mate sekondair. De nadruk in het futurisme op het gesproken woord, op de retoriek, drukt een verzet uit tegen het indirekte en gemedieerde van het geschrift en van het schrijven zelf.
Bij de Russische futuristen stammen de eerste werkelijk fonetische gedichten van Velimir Khlebnnikov (1910-12) en Kruchenykh, bij wie het woord een verzelfstandiging doormaakte (1913).
De centrale figuur in de Italiaanse futuristische beweging was de kontroversiele Filippo Tommaso Marinetti die een enorm aantal kunst- manifesten publiceerde en zowat de eerste avant-garde rondom zijn figuur bijeenbracht : Umberto Boccioni, Francesco Cangiullo, Mario Carli, Giacomo Balla, Luigi Russolo, Pratella Augusto Mauro, Fortunato Depero ...
Officieel werd het futurisme opgericht op 20.02.1909 met de publikatie van het eerste manifest van Marinetti in de Parijse krant 'Le Figaro'.
Marinetti kan zelf worden aangehaald als eerste auteur van 'Hörspiele' en van klankschapkomposities. Zo bijvoorbeeld zijn 'kompositie' "I Silenzi Parlani fra di Loro" (Radio Sintesi) :
(De stilten praten onder mekaar)
- 15 " of pure silence
- Do-re-me on a flute
- 8 " of pure silence
- do-re-mi on a flute
- 29 " of pure silence
- Sol on a piano
- Do on a trumpet
- 40 " of pure silence
- Do on a trumpet
- 10 " of pure silence
- Do on a trumpet
- Ne-ne-ne of a baby
- 40" of pure silence
- Ne-ne-ne of a baby
- 11 " of pure silence
- 1' of rrrrrrr of a motor
- 11" of pure silence
- Amazed oooooo's from an eleven-year-old little girl
Nochtans blijft bij Marinetti de semantiek bijna steeds een belangrijke rol spelen. Zijn verzet tegen de afhankelijkheid van de taal van de voorschriften van het schrijven uitte zich dan ook in eerste plaats in zijn inbreuken tegen de syntax, de zinsbouw, en in het weglaten van allerlei voorvoegsels, lidwoorden... ten bate van een grotere orale en retorische direktheid. Waar Marinetti neologismen gebruikt, zijn die bijna steeds onomatopeïsch of toch op zijn minst mimetisch tegenover de uitgedrukte realiteit.
De breuk met de semantiek van de taal in het futurisme werd veel sterker bij auteurs/scheppers zoals Giacomo Balla en Fortunato Depero: hier verkrijgen de fonemen sonore zelfstandigheid :
Giacomo Balla :
- ' ma che ho - ma che oca '
- e stu, e stu - e stupido diventa'
Fortunato Depero: (uit 'Colori' - een abstrakt toneelstuk)
Nero:
bianco:
Nero:
Griso:
Rosso:
Ook in het Russische futurisme vinden we dit soort experimenteel werk terug. Maiakowsky sluit daarbij eerder aan bij wat we hiervoor zegden over Marinetti, terwijl hier de hoger vermelde auteurs Velemir Chlebnikov en Krucenych eerder bij het duo Balla - Depero aansluiten, en daarbij zelfs nog een stapje verder gaan in het de-semantiseren van de taal.
In de Dada-beweging van na de eerste wereldoorlog - de eerste en enige grote schok in het intellektuele denken van de twintigste eeuw (een naschok kwam immers pas in 1968) - werd deze draad weer opgenomen en ontstond onder meer het opus magnum van de sonore poezie nml. de 'Ursonate' van Kurt Schwitters, die overigens op dit gebied enorm veel produceerde.
Maar ook kunstenaars zoals Tristan Tzara en vooral Hugo Ball, en Raoul Hausmann betraden deze paden.
Van Hugo Ball hier het gedicht "Gadji beri bimba" uit de cyclus 'Versen ohne Woerter' uit 1916:
Enkele verdere belangrijke namen op dit gebied :
Hans Arp: Die Wolkenpumpe (1917) a stream of words and non-words
Raoul Hausmann: Lautgedichte (K'perioum in Der Dada, 1919)
Arthur Petronio: 'La course a la lune' -een futuristisch gedicht gelezen door drie sprekers simultaan en opgevoerd in Amsterdam.
Marcel Janko
Richard Huelsenbeck
In de periode van verrechtsing die de jaren dertig kenmerkte - artistiek gezien uitgedrukt door het neo-klassicisme - was de artistieke aktiviteit op het vlak van de sonore poesie eerder sluimerend. In 1930 publiceerde Antonin Artaud weliswaar nog zijn 3 klankgedichten in het tijdschrift 'Pour en Finir', maar dan moeten we lange tijd wachten op verdere publikaties.
Na de tweede oorlog echter leefde deze stroming weer sterk op. Daarvoor zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen:
1. Antonin Artaud werd in 1947 ontslagen uit het gekkenhuis waarin hij lange tijd was opgenomen. Kort daarop -en vlak voor zijn dood in hetzelfde jaar- organizeerde hij een invloedrijke performance of happening waarbij hij het lettrisme predikte. Dit hield meer in dan alleen maar een nieuwe artistieke uitdrukkingvorm: het betekende een fundamentele veroordeling van alles wat (geschreven) literatuur was en in de plaats daarvan werd de (vokale) kreet naar voor geschoven. In de literatuur werd immers de irrationele rationaliteit geprojekteerd die aan de basis lag van de pas voorbije wereldoorlog.
Rond het lettrisme ontstonden een hele reeks tijdschriften, o.m. 'Potlatch', uitgegeven door Guy Debord die tot laat in de jaren 60 een invloedrijke figuur was, o.m. via zijn steun aan de 'Internationale Situationiste'. Dit tijdschrift werd genoemd naar het indiaanse rituele feest van de vrijgevigheid, en wilde een explosie van vitaliteit brengen. In die zin sluit de beweging zowel aan bij dada als dat ze ermee kontrasteerd: de nieuwe beweging was kreatief explosief (la dérive, het ontsporen) zoals dada maar anderzijds optimistisch, in tegenstelling tot het eerder nihilistische dada. De happenings en publikaties ademden een bevrijde sfeer: vrije liefde, obsceniteit, spontaniteit en zin voor ritueel.
2. De fonetische poezie en het lettrisme vond aansluiting bij de nieuw ter beschikking gekomen technologische mogelijkheden: opnameapparatuur. Dit gaf de sonore poezie de mogelijkheid zich nog veel verder in de richting van wat wij het muzikale zouden noemen te begeven: isolatie van klanken uit gesproken tekst, snelheidsmodulaties, opstapeling van gesproken materialen , polyfonie, ruimtelijkheidseffekten gingen tot de eenvoudige mogelijkheden behoren. In de jaren zestig ontwikkelde de elektronische studio van Stockholm zelfs een hele apparatuur die speciaal was gericht op de produktie van verbosonisch werk.
We gaan hier verder niet ingaan op de diverse klassifikaties, stijlrichtingen en artistieke manifesten van de vele bewegingen die dit gebied direkt of indirekt raken, maar volstaan met het geven van een overigens onvolledige lijst - van enkele belangrijke auteurs/komponisten op dit gebied, waarvan de meesten ook vandaag nog steeds produktief zijn.
Fluxus : Jackson Mac Low:' Stanzas for Iris Lezak'
' Words nd ends from Ez'
' Anthology' (met La Monte Young)
John CAGE : - mesostics for Merce Cunningham
Lettrisme (vooral een franse beweging sedert 1940):
Antonin ARTAUD
Isidore Isou
'Ultralettrisme':
Francois DUFRESNE:'Le Tombeau de Pierre Larousse'
(overleden)
Henri Chopin :'Le Dernier Roman du Monde'
Paul DE VREE
(overleden)
Bernard Heidsieck
Arthur Petronio
Lautpoesie :
Ernst Jandl "Laut und Luise"
"Sprechblasen"
"Der Kunstliche Baum"
"Aus der Fremde" (1980)
(spreekopera in 7 scenes)
Gerhard Ruehm
Carl Friedrich Claus
Franz Mon
Hans G. Helms
Clarenz Barlow
Josef Anton Riedl
Dieter Schnebel
Minimalisme:
Steve Reich : 'Come out to show them' Charlie Morrow
Verbosonie:
Ferdinand Kriwet : ' Apollo-America'
' Voice of America'
Lilly Greenham
Bob Cobbing
Bryon Gysin
Sten Hanson
Ladislav Novak
Freddy De Vree
Gust Gils: ' Random Noise'
Poesia Sonora (Italiaans):
Adriano Spatola
Maurizio Nannucci
Demetrio Stratos
Arrigo Lora-Totino
Danielle Lombardi
Sound Poetry:
Jerome Rothenberg
Charles Amirkhanian
Armand Schwerner
Larry Wendt
The four Horseman
Carles Santos
Kenneth Gaburo
Chris Mann
Charlie Morrow
Wie hiervoor belangstelling heeft, kan voor verder opzoekingswerk en informatie steeds terecht in de archieven van Stichting Logos , die op dit gebied wellicht tot de meest uitgebreidde van West-Europa kunnen worden gerekend.
Lesvoorbeelden :
Ferdinand KRIWET "Voice of America"
"Apollo America"
Kurt SCHWITTERS "Die Sonate in Urlauten"
(zelf voordragen)
François DUFRESNE "Concertino pour Hiver et Printemps"
Belangrijke hedendaagse performers op het gebied van de sound-poetry zijn:
Jaap BLONK
"DE MAN DIE ALTIJD LINKSAF SLOEG"
Jaap Blonk is een onorthodox vokalist en performer. Hij verwierf in 1986 bekendheid met zijn LP van Kurt Schwitters' Ursonate.
Blonk komponeert muziek en klankpoëzie, en was al vaak met enorm sukses te gast bij Stichting Logos met o.m. het Ango Laina trio.
Voor het Vertelfestival kreëert hij samen met Bart van der Putten (altsax en klarinet) en Jan Nydam (kontrabas) een "concert-en-scène".
Een eigen geschreven verhaal dient als uitgangspunt voor muziek en klankpoëzie. "We hebben te maken met drie eigenzinnige improviserende musici, die stappen zullen ondernemen welke niet van tevoren beraamd waren, telkens weer. Het verhaal bevat dan ook vele mogelijkheden tot zijwegen, omwegen, dwaalwegen en doodlopende wegen. Als de hoofdgang van het verhaal de werkelijke toedracht is, worden daaraan toegevoegd de dagdromen, nachtmerries, het "maar als het nu zo was gegaan..." het "had ik maar...", "was ik maar...", "als zij nu eens..." en natuurlijk, live op de scène ontstaan, gebeurtenissen die zelfs in 's vertellers hoofd nog niet waren opgekomen", aldus Blonk.
Chris MANN ( file inlezen, hyperlink toevoegen!)
Lilly GREENHAM
Bob COBBING
Henry CHOPIN
Jerome ROTHENBERG
Carles SANTOS
Anton BRUHIN
Phil MINTON
Filedate: 970928
Terug naar inhoudstafel kursus: <Index Kursus> | Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES |