Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 2: Live electronics

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama

<Terug naar inhoudstafel kursus>

2215:

"Sirene", een robot

 

In 1986 -op mijn verjaardag- kreeg ik van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap een ietwat merkwaardige kompositieopdracht. Overigens ook de allereerste... De opdracht luidde een "projekt voor omgevingsmuziek van minstens 10 minuten" te komponeren.

Ik heb deze opdracht nogal letterlijk ter harte genomen en werkend in de geest van mijn werk een interaktieve automaat gekoncipieerd en gerealiseerd waarvan de ‘partituur’ uit elektronische schemas bestaat. Aangezien het een werkelijke komponeermachine betreft, bestaat deze partituur in hoofdzaak uit de volledige bouwbeschrijving en de programma-hardware-beschrijving van deze machine. Als kybernetische automaat is "Sirene" ook programmeerbaar , zodat een realisatie zoals in de partituur beschreven slechts een van de zeer vele mogelijkheden voorstelt.

De muziek wordt in de automaat vertolkt door 12 laagspanningssirenes, die zoals men weet in hun voortgebrachte toonhoogtes afhankelijk zijn van het toerental van hun motoren. De gelijkspanningsmotoren worden gevoed door 12 onafhankelijke spanningsgestuurde stroombronnen die elk een maximale stroom van 1.5 ampere bij maximaal 12 Volt kunnen leveren. Het signaal dat deze stroombronnen stuurt is afkomstig uit eveneens twaalf digitaal-analoog omzetters opgebouwd uit schuifregisters en tellers die elk beschikken over aparte klok- en clear- ingangen.

Het is via de sturing van deze ingangen bij middel van programmeerbare logische schakelingen die ervoor zorgen dat vier interaktief afhankelijke kloksignalen op een samenhangende en muzikale wijze worden omgerekend naar de tweemaal 12 stuuringangen (klok- en clear) van de sirene-drivers, dat de muzikale sturing -het komponeren van de machine- tot stand komt.

De vier kloksignalen waarzonder de machine helemaal niets zou doen, heb ik afhankelijk gemaakt van de omgeving van de machine zelf , inklusief haar eigen output. (auto-perceptie)

Een eerste klok geeft pulsen af in funktie van bewegingen van personen in de buurt van de werkende machine. Wanneer niemand in de buurt beweegt ,draait de machine automatisch op een laag pitje. Hiervoor werden ultrasoon-detektors gebruikt zoals in het Holosound projekt.

Een tweede klok detekteert geluidssterkte , zowel van de machine zelf als van de omgeving, en stelt op grond van een beslissingsprocedure in de vorm van een logisch algoritme, een kybernetisch regelsysteem in werking, waardoor het werkingsgebied van de machine wordt begrensd. Uiteraard werd hiervoor gebruik gemaakt van een mikrofoon .

Een derde klok is afhankelijk van parameters eigen aan de machine zelf en staat ervoor in dat de machine zichzelf niet kan vernietigen. De pulsen van deze klok zijn om dit te bereiken afkomstig van een temperatuursensor, aangebracht op de voeding evenals van een stroomtransformator waarmee het totale momentane stroomverbruik wordt gemeten.

Een vierde klok kan vrij worden geprogrammeerd om afhankelijk te zijn van de aanwezigheid van levende personen (via infraroodstralingsdetektie), van de absolute tijd (voor een koncertversie),van bewegingen van de machine zelf (via een trillinsdetektor) enz... Deze vierde klok is dan ook als een insteekkaart voor het systeem opgevat.

 

Naast deze vier kloksignalen die de machine interaktief en ‘intelligent’ maken, zijn er ook nog enkele globale sturingswijzen opgenomen. Zo kan de machine af en toe ook zelf bewegen, en , reageert ze heel boos op fotoflitstoestellen...

"Sirene" is, door het feit dat zij als kompositie een machine is , tevens een klankskulptuur. De vizuele opbouw wordt in haar ‘partituur’ door enkele schetsen verduidelijkt. "Sirene" kan werkend worden tentoongesteld en bevat zelfs haar eigen belichting. Als automaat werd zij gerealiseerd door haar auteur , in 1986 en opgenomen in het patrimonium van Stichting Logos.

Voor "Sirene" werden verschillende programmas op elektronische insteekkaarten ontwikkeld :

Het programma (Nr.1) is niet repetitief, en geeft aanleiding tot doorlopende variaties. De Sirene-muziek is polyfoon en maximaal 12-stemmig. In programma 1, is dit meestal beperkt tot 6-stemmigheid. De dinamiek van "Sirene" is intrinsiek afhankelijk van de voortgebrachte toonhoogtes. Hoe hoger de toon, hoe luider hij ook zal klinken. De klankkleur is zeer homogeen , omdat er twaalf identieke instrumenten worden gebruikt. Ritmiek en toonhoogteverloop (melodie) zijn interaktief afhankelijk , hoewel ook een autonoom programma gemakkelijk kan worden gerealiseerd.

"Sirene" werd de jongste telg na mijn triptiek rond bellen- en alarmsignalen ,bestaande uit "Bellenorgel","Beltotem" en "Beltelefoon". Een vierde wiel aan de wagen , en wellicht ook het meest ‘muzikale’...


Terug naar inhoudstafel

Naar homepage dr.Godfried-Willem RAES