Godfried-Willem RAES

Kursus Experimentele Muziek: Boekdeel 2: Live electronics

Hogeschool Gent : Departement Muziek & Drama


<Terug naar inhoudstafel kursus>

2210:

"Bellentriptiek"

 

1. BELLENORGEL

 

Het bellenorgel is een projekt opgebouwd rond een enkel centraal elektromechanisch werkend en programmeerbaar telwerk, waardoor op telkens wisselende wijze toestellen in werking worden gesteld die met elkaar gemeen hebben, te zijn gekoncipieerd als akoestische signaalgever. Akoestische signaalgevers zijn ons allen erg bekend in de vorm van elektrische of mechanische klokken en bellen, zoemers, ding-dongs, telefoonbellen, alarmbellen, deurbellen, claxons, toeters, wekkers, sirenes, bip-bips, metronooms, kleppers, testsignalen, en wat al dies meer ... De verzameling dergelijke signaalgevers, bijeengebracht voor dit projekt en in deze machine ingebouwd, ontstond na jaren zoeken en vergaren. Om technische redenen was het niet mogelijk ook een uitgebreide reeks grotere claxons op te nemen, in eerste plaats omwille van hun doorgaans erg hoog stroomverbruik, waardoor zware en dure transformatoren nodig zouden zijn geweest. Afgezien dus hiervan, hebben we dan al die signaalgevers overgehouden en opgenomen, die normaal worden aangewend om mensen in verband met een al dan niet fysische grens, in beweging te brengen. Dit laat zich het duidelijkst illustreren aan de hand van de deurbel : de straat enerzijds is domein van de openbaarheid - met daaraan verbonden konnotaties van gevaar, kwetsbaarheid, zichtbaarheid, beweging, agressie - het huis anderzijds, tempel van privacy - daaraan verbonden : bescherming, geborgenheid, eigendom, onzichtbaarheid, geslotenheid, rust, veiligheid, liefde -. Deze twee (sociaal-kultureel bepaalde) antipoden zijn op een enkele plaats met elkaar verbonden : bij middel van een normaal steeds gesloten en stevige deur. Deze deur kan van binnenuit door ieder die zich binnen bevindt worden geopend, maar omgekeerd, kan dit slechts geschieden door hen die daartoe van binnenuit machtiging (in de vorm van de sleutel) hebben gekregen. De buitenstaander beschikt over geen enkele sociaal aanvaarde mogelijkheid binnen te treden, tenzij met de uitdrukkelijke toestemming van de binnenstaander. Het kontakt met de vreemde vijandelijke buitenwereld bestaat langs de deur, en dit kontakt dient te worden aangevraagd bij middel van een akoestisch signaal, namelijk de deurbel. Wie er ook buitenstaat en aanbelt - toelating vraagt - steeds klinkt dan eenzelfde bel, eenzelfde signaal. Het signaal zegt niets over de buitenstaander dan dat hij buitenstaander is en niets meer. Het signaal is onpersoonlijk, opgevat om a priori elke buitenstaander het etiket ‘gevaar’ op te kleven, om het vreemd zijn te benadrukken, om een afstand te scheppen. Daarom wordt het ook vaak als vernederend ervaren, de sleutel van je eigen huis te vergeten en aan je eigen huis te moeten aanbellen, als een vreemde. De bel klinkt als verwittiging, als waarschuwing voor het vreemde, vijandelijke.

 

Daarnaast is zij tevens een middel om mensen in beweging te brengen, van de ene situatie in een andere te doen overgaan. Om in ons voorbeeld te blijven, als de bel gaat kan je al dan niet de deur gaan openen, aan het raam kijken wie de vreemde is, hoho roepen, als je net met een karwei bezig bent die je niet zomaar kan achterlaten, een instruktie geven aan een huisgenoot en dergelijke meer. In ieder geval plaatst het horen van het belsignaal je voor een keuzesituatie, voor een gedragsalternatief waarin je een beslissing dient te nemen.

 

Dit aspekt van het akoestisch signaal is overigens nog duidelijker wanneer we denken aan een brandbel, alarmbel of aan een sirene. Deze signalen zijn geen vrijblijvende mededelingen, integendeel, zij verplichten tot een bepaald gedrag, dat evenwel naargelang de afspraak die bij het signaal hoort (een derde aspekt) verschillend zal zijn. Leden van een brandweerkorps zullen bij het horen van de brandbel hals over kop in of op hun voertuig duikelen en zich naar de plaats van het onheil begeven. Anderen zullen eerst kijken of de brand niet hen persoonlijk dreigt te treffen, vervolgens, al dan niet des mensens spektakelzucht volgen en gaan kijken ter plaatse. De bel van de overweg verplicht de weggebruiker tot bijzondere aandacht en tot stoppen. De bel van mijn schrijfmachine, verplicht mij een andere regel te nemen. De bel van de kassa doet mij naar mijn centen grijpen. De wekker schudt mij wakker. De ambulance-sirene veegt iedereen van het wegdek weg.

 

Ook het aspekt afspraak is belangrijk. Alleen de bel en andere signalen die ons bekend zijn (hetzij doordat hun betekenis ons op een of andere wijze werd geleerd, hetzij doordat we hun betekenis zelf hebben bepaald) plaatsen ons voor een gedragsalternatief. Het akoestisch signaal dat ons echter niet bekend is, wanneer we ermee worden gekonfronteerd levert een probleem op : ofwel interpreteren we het als synoniem van een ander bekend signaal en reageren we overeenkomstig (dit is bijvoorbeeld het geval geweest toen de Brusselse politie van de klassieke loeiende tweetoonsclaxons is overgestapt op de Amerikaanse elektronische sirene, zonder daarvan op voorhand het publiek op de hoogte te brengen); ofwel negeren we het signaal en gaan we ervan uit dat het wel voor een ander bedoeld zal zijn geweest; ofwel geeft het signaal wel degelijk aanleiding tot een betrokkenheid, maar weten we wel dat van ons iets verwacht wordt, zonder evenwel te weten wat, m.a.w. we ontwikkelen gevoelens die varieren van twijfel tot paniek. Vooral dit laatste geval is erg boeiend, en is een van de gegevens waarvan we zijn uitgegaan bij het opzetten van ons bellenorgel. Enkele van de signalen die erdoor worden voortgebracht zullen voor wellicht iedereen een bepaalde herkenning, een bepaalde betekenis oproepen, zodat het gehele projekt niet als volkomen vreemd kan overkomen. Door de verschillende kontekst echter zal het bekend signaal echter geen aanleiding geven tot het normale gedrag, maar de welhaast onderbewuste aanzet daartoe, een impuls, zal worden onderdrukt. Daarom ook wordt de machine na langere tijd onuitstaanbaar. Onbekende signalen die erdoor worden voortgebracht zullen in het ene geval als geluid zonder duidelijke signaalfunktie worden opgenomen, andere zullen je doen schrikken, nog andere zullen een herinnering oproepen ...

Ernaast horen kan je echter niet.

 

Een vierde aspekt heeft te maken met het nagenoeg steeds min of meer overwachte van het akoestisch signaal. Het akoestisch signaal is plots, abrupt en niet zelden schrikken we ervan op, ook als het signaal ons bekend is. Principieel kunnen we op elk denkbaar ogenblik door zo’n signaal worden getroffen. Een bel die op een, ons onbekend ogenblik, kan rinkelen, wekt een zekere angst. Hoe onverwachter een akoestisch signaal komt, hoe angstaanjagender het eigenlijk is. Denken we maar eens wat er in ons hoofd zou omgaan, wanneer de telefoon zou rinkelen wanneer we reeds lang te bed zijn, in het holst van de nacht.

Ook van dit aspekt is een stukje in het bellenorgel ingebouwd, doordat naast een zekere periodiciteit ook een programmeerbare hoeveelheid a-periodiciteit en dus onverwachtbaarheid werd voorzien.

 

Het bellenorgel als environnement laat zich aanpassen aan de meest diverse situaties: het kan mobiel worden gemaakt en op een kar door de straten worden voortbewogen, het kan als tentoonstellingsprojekt al dan niet met door het orgel gestuurde diaprojekties worden opgebouwd, het kan deel uitmaken van een voorstelling met deelname van akteurs en/of musici, er kan een voorstelling op zichzelf rond worden opgebouwd, het kan ook, in grote vlakke ruimten, zelfstandig rondrijden en daarbij doorlopend van snelheid en richting veranderen ...

 

2.BELTOTEM - BELTELEFOON

 

Later onstonden er twee andere uit bellen en alarmen opgebouwde klankskulpturen , die thans samen met het oorspronkelijke bellenorgel , de Bellentriptiek vormen. De namen van de andere luiken zijn : "Beltelefoon" en "Beltotem" .

Beltelefoon is een soort muzikale gokautomaat, bedienbaar door het publiek via telefoonkiesschijven.

Beltotem is een muzikale ‘kop van jut’, door het publiek bespeelbaar door zo hard mogelijk te schreeuwen in de aangesloten mikrofoon. Hoe harder je schreeuwt hoe meer bellen gaan rinkelen.

Voor mij, als avant-garde muziekmaker, betekende de realisatie van deze triptiek in 1977 een kreet, een signaal, in een stilaan ver-doof-de wereld, waarin wellicht alleen nog het harde overhoedse en brutale geluid van schellen, toeters en bellen iets van de kontinuiteit van het gekoloniseerde dagelijkse leven kan breken. Het muziekmaken wordt hoe langer hoe onmogelijker gemaakt, kreativiteit in de kiem gefnuikt, elk non-verbaal geluid getaboeeerd, het mes komt op de keel te liggen en snijdt bijna, je kan alleen nog de alarmbel luiden.

 

Kanttekeningen, nota’s, aforismen ...

fietsbel, deurbel, elektrische bel, kassabel, alarmbel, winkelbel, trekbel, duwbel, draaibel, kerkbel, brandbel, huisbel, wekkerbel, fabrieksbel, seinbel, trambel, koebel, olifantenbel, noodbel, startbel, stopbel, spakenbel, doodsbel, Chinese bel, kameelbel, rammelbel, spoorwegbel, personeelsbel, telefoonbel, pauzebel, theaterbel, schoolbel, leurdersbel, zoemer.

politiesirene, brandweersirene, oorlogssirene, ambulancesirene, alarmsirene, fabriekssirene,

torenklok, alarmklok, noodklok, doodsklok, brandklok, beiaardklok, bijkorfklok, folterklok, gotische klok, buisklok,

ding-dong, carillon, elektronisch signaal

klepper, rammelaar, deurklopper,

 

De Bel

Het is een bel die je ‘s morgens doet opschrikken,de wekker of een telefoontje.

Een bel waar je hunkerend op zit te wachten

een bezoek dat zich aankondigt

of een straatjongen die je beetnam

een reusachtige bel in de toren die je de uren meedeelt

en die fabrieken stillegt

de schoolkinderen die opgelucht de bel van de middagpauze horen

de bel van de brandweer of de ziekenwagen

die je hart ineen doet krimpen de noodbel omdat het dorp overstroomt

en die duizenden soldaten de dijken doet dichten met zandzakjes de bel na de pauze in het theater

en de akteurs die weer van gedaante wisselen

het publiek dat toestroomt in de overvolle gangen

de huis aan huis bellen

die de derde wereld met magere aalmoezen sust en klein houdt

de bel die de overwinning en zege aankondigt

de bel van de voordeur die haar bij toverslag opent

of die je verrast doet rechtveren

de bel van de ijsventer die de kinderen de straat op lokt en uiteindelijk

de bel die je laatste tocht

in een lijkkist naar het graf begeleidt.


Terug naar inhoudstafel

Naar homepage dr.Godfried-Willem Raes