Hogeschool Gent

departement muziek en drama

Hoogpoort 64 9000 GENT

Vakgroep Scheppende Muziek

afd.Kompositie

leden: Dirk Brosse, Lucien Posman,Frank Nuyts, Dr.Godfried-Willem Raes


Studiekontrakt voor de kompositievakken:

Inleiding kompositie & kompositie

 

1. Leerdoelen:

De opleiding in kompositie aan het departement muziek en drama van de Hogeschool Gent beoogt in de eerste plaats de studenten te helpen in het ontwikkelen van hun bekwaamheid om zich muzikaal uit te drukken via een op voorhand vastgelegd of bedacht muzikaal betoog. Het georganiseerd leren 'denken in klanken' is dan ook het belangrijkste leerdoel.

2. Metodiek:

Om dit leerdoel te bereiken en een kontrole mogelijk te maken in het leerproces gedurende de opleiding, zullen de leerkrachten volgende verwachtingen in de studenten stellen:

  • 1.- De studenten zullen persoonlijke muziekstukken te schrijven waardoor zij hun technische beheersing en expressiebekwaamheid ontwikkelen en waarin zij van deze ontwikkeling getuigenis afleggen.

    2. De studenten zullen middels door de leerkrachten aan te wijzen literatuur (kursusmateriaal, boeken, partituren, publikaties, manuals, software...) kennis nemen van feiten, materialen, technieken, gebeurtenissen die van belang zijn voor hun kompositorische vorming. Deze elementen kunnen van student tot student verschillend zijn aangezien een gepersonaliseerde vorming als doel wordt vooropgesteld.

    3. De studenten zullen intensief kennis nemen van en waar mogelijk ook deelachtig zijn in de eigentijdse muziekkultuur. Daartoe zullen zij minstens maandelijks 1 koncert gewijd aan hedendaagse muziek bijwonen en bespreken.

  • De leerkrachten anderzijds nemen de verplichting op zich om:

  • 1.- door het geven van regelmatige feedback op deze stukken, de studenten te helpen hun technische en expressieve beperkingen te overstijgen. Deze feedback zal daarbij onder meer het remedierend aanreiken van nuttige kennis en de bronnen daarvan, omvatten.

    2.- de leerkrachten verbinden er zich toe in te staan voor de organisatie van lezingen, masterclasses en/of workshops, die binnen het kader van de kursus van bijzonder belang zijn voor de studenten. De aanwezigheid van de studenten op deze aktiviteiten -die ad valvas worden bekend gemaakt- is verplicht.

    3. de studenten te helpen zich te orienteren in de maatschappelijke wereld van de hedendaagse muziek, o.m. door hen te wijzen op koncerten, kreaties, bijzondere uitzendingen, festivals, technische mogelijkheden, nieuwe opnames en uitgaven enz...


  • Bijzondere bepalingen in funktie van het studieniveau:

     

    1.- voor het vak 'Inleiding in de kompositie' (kandidaturen schriftuur/kompositie & keuzevakken)

    De studenten zullen elk jaar een drietal verschillende werken schrijven of realizeren waarin zij verschillende technische en/of expressieve problemen op het spoor komen en pogen op te lossen. . Daarbij dienen zij gevolg te geven aan eventuele richtlijnen en raadgevingen van hun leerkrachten.

    De inleiding in de kompositie is in eerste plaats orienterend opgevat, waardoor het essentieel is dat de studenten met verschillende kompositievormen ervaring opdoen. (solistisch werk, ensemble werk, studiowerk, software, elektronisch werk, funktionele muziek...). De artistieke waarde van het geleverde werk is niet het belangrijkste beoordelingskriterium, maar in de eerste plaats de mate waarin de problemen inherent aan de gekozen vorm of de gekregen opdracht adekwaat werden opgelost. Een belangrijk kriterium daarbij is de realiseerbaarheid. Om deze in de praktijk na te gaan worden op regelmatige tijdstippen audities georganiseerd waarbij de werkjes van de studenten worden uitgevoerd. Deze uitvoeringen moeten door de studenten worden bijgewoond en na afloop ervan worden de studenten van wie werk werd voorgesteld uitgenodigd op een gesprek met verschillende leerkrachten van de vakgroep kompositie.

     

    2. Voor het vakkenpakket 'Kompositie' (meestergraden)

    Hierbij wordt de nadruk geleidelijk aan verschoven naar de artistieke evaluatie en de expressieve zeggingskracht van de kompositorische realisaties. Vanzelfsprekend wordt hier nog steeds de nadruk gelegd op het verwerven van technische en expressieve vaardigheden, maar deze worden hier instrumenteel opgevat. De bedoeling is immers de studenten te helpen een arsenaal aan technische vaardigheden te ontwikkelen die optimaal zijn aangepast aan de persoonlijke aard en de stijl van hun muzikale uitingen.

    Elke student in de meestergraden kompositie staat onder de begeleiding van een door hemzelf onder de leden van de vakgroep kompositie gekozen mentor. Deze fungeert als raadgever en koordinator van de verschillende onderdelen van het vakkenpakket waaruit het vak 'kompositie' is opgebouwd. (Cfr. lessentabel). Elke leerkracht waarbij een student onderdelen van het pakket volgt, beoordeelt de student individueel naar kriteria en vorm die hij op voorhand bekend maakt. De eindbeoordeling bij het eind van elk akademisch jaar, komt tot stand door de leerkrachten die bij de diverse onderdelen betrokken waren en een beoordeling hebben gemaakt, samen te brengen onder de koordinatie van de mentor. Deze groep, eventueel uitgebreid met juryleden overeenkomstig de bepalingen van het examenreglement, bepaalt autonoom het enig eindcijfer dat de student behaalt voor het vak 'kompositie'.

    De student leert in de loop van de meestergraden, via konfrontatie met de eigentijdse muzikale uitingen van anderen, eigen kriteria te ontwikkelen waaraan zijn eigen realisaties kunnen worden gemeten en beoordeeld. Op deze wijze wordt bij hem het kritisch apparaat ontwikkeld dat borg moet staan voor een autonome artistieke ontplooing als afgestudeerde.

    Naar het eind van de studie toe, wordt van de student dan ook verwacht dat hij een substantieel en samenhangend geheel van kompositorische realisaties kan voorleggen waardoorheen zijn bekwaamheid beoordeelbaar dient te zijn. De vorm en het programma van de eindproef wordt door de vakgroep in overleg met de mentor bepaald, maar zal alleszins een publieke uitvoering en een verdediging voor een aangepaste jury omvatten.


    Praktische regelingen en lestijden: Akademiejaar 2000-2001

    Octaaf VAN GEERT

  • Maandag 10u30-12u30

    Donderdag 9u30-11u30

  • Frank NUYTS

  • WOENDAG 13u45 - 17u30 - slagwerkklas, Hoogpoort
  • email: <nuyts.hrdscr@pandora.be>
  • Lucien POSMAN

  • Maandag 10u30-12u, 17u-17u30 , Poel

    Dinsdag 16u -17u30, Bijloke

  • Dirk BROSSE

  • Cfr. ad valvas berichten + individuele afspraken
  • Dr.Godfried-Willem RAES

  • Vaste uurregeling:

    Inleiding kompositie: MAANDAG 14-16u - lokaal 6, Bijloke (Klas Experimentele Muziek)

    Kompositie: MAANDAG 16u-19u - lokaal 6, Bijloke (Klas experimentele Muziek) - gezien het gebrek aan technische hulpmiddelen worden deze lessen vaak gegeven in de koncertstudio van Stichting Logos.

    Deze vaste lestijden worden in groep gegeven. Daarnaast zijn er nog praktische oefeningen, labo-werk, studiowerk (in de elektronische studio's bij Stichting Logos) waarvoor met de studenten individuele of groepsmatige lesafspraken worden gemaakt.

    Een syllabus is ter beschikking in de klas en via internet: index-kursus.html. Deze syllabus is ook op CD-Rom beschikbaar (alleen voor ingeschreven studenten in mijn klas).

    email: <godfriedwillem.raes@logosfoundation.org>

  •  


    Leerboek

    Voor alle studenten is het handboek: Wim De Ruiter, 'Kompositietechnieken in de 20eEeuw verplicht'.


    Opleiding Kompositie

    Eindtermen:

    De opleiding in kompositie beoogt in de eerste plaats de studenten te helpen in het ontwikkelen van hun bekwaamheid om zich op een persoonlijke wijze muzikaal uit te drukken via een op voorhand vastgelegd of bedacht muzikaal betoog. Het georganiseerd leren 'denken in klanken' is dan ook het belangrijkste leerdoel. In hun opleiding hebben de studenten een breed overzicht gekregen van de gehele eigentijdse muziekkultuur. Zij zijn geinformeerd over de theoretische modellen die aan de basis liggen van de vele verschillende strekkingen in het hedendaagse komponeren, en hebben daarbinnen een duidelijke persoonlijke keuze gemaakt. Ze kenmerken zich door een doorgedreven technische discipline, een open geest en een vermogen tot verwondering, en door een diepgaand exploreren van het klankuniversum.

    Studietrajekt:

    Elke student in de meestergraden kompositie staat onder de begeleiding van een door hemzelf onder de leden van de vakgroep kompositie gekozen mentor. Deze fungeert als raadgever en koordinator van de verschillende onderdelen van het vakkenpakket waaruit het vak 'kompositie' is opgebouwd. (Cfr. lessentabel). Elke leerkracht waarbij een student onderdelen van het pakket volgt, beoordeelt de student individueel naar kriteria en vorm die hij op voorhand bekend maakt. De eindbeoordeling bij het eind van elk akademisch jaar, komt tot stand door de leerkrachten die bij de diverse onderdelen betrokken waren en een beoordeling hebben gemaakt, samen te brengen onder de koordinatie van de mentor. Deze groep, eventueel uitgebreid met juryleden overeenkomstig de bepalingen van het examenreglement, bepaalt autonoom het enig eindcijfer dat de student behaalt voor het vak 'kompositie'.

    De student leert in de loop van de meestergraden, via konfrontatie met de eigentijdse muzikale uitingen van anderen, eigen kriteria te ontwikkelen waaraan zijn eigen realisaties kunnen worden gemeten en beoordeeld. Op deze wijze wordt bij hem het kritisch apparaat ontwikkeld dat borg moet staan voor een autonome artistieke ontplooing als afgestudeerde. Hierbij wordt de nadruk geleidelijk aan verschoven naar de artistieke evaluatie en de expressieve zeggingskracht van de kompositorische realisaties. Vanzelfsprekend wordt hier de nadruk gelegd op het verwerven van technische en expressieve vaardigheden, maar deze worden hier instrumenteel opgevat. De bedoeling is immers de studenten te helpen een arsenaal aan technische vaardigheden te ontwikkelen die optimaal zijn aangepast aan de persoonlijke aard en de stijl van hun muzikale uitingen.

    Naar het eind van de studie toe, wordt van de student dan ook verwacht dat hij een substantieel en samenhangend geheel van kompositorische realisaties kan voorleggen waardoorheen zijn bekwaamheid beoordeelbaar dient te zijn. De vorm en het programma van de eindproef wordt door de vakgroep in overleg met de mentor bepaald, maar zal alleszins een publieke uitvoering en een verdediging voor een aangepaste jury omvatten.

    Om dit leerdoel te bereiken en een kontrole mogelijk te maken in het leerproces gedurende de opleiding, moeten de studenten:

  • uitvoerbare persoonlijke muziekstukken te schrijven waardoor zij hun technische beheersing en expressiebekwaamheid ontwikkelen en waarin zij van deze ontwikkeling getuigenis afleggen. De instelling biedt gelegenheid tot uitvoering via koncerten verzorgd door medestudenten. Bij het kiezen van de bezetting voor hun stukken zijn de studenten verplicht rekening te houden met de binnen de instelling voorhanden zijnde mogelijkheden en middelen. De medewerking aan deze uitvoeringen maakt deel uit van de opleiding.

    De studenten zullen middels door de leerkrachten aan te wijzen literatuur (kursusmateriaal, boeken, partituren, publikaties, manuals, software...) kennis nemen van feiten, materialen, technieken, gebeurtenissen die van belang zijn voor hun kompositorische vorming. Deze elementen kunnen van student tot student verschillend zijn aangezien een gepersonaliseerde vorming als doel wordt vooropgesteld.

  • Het leertrajekt laat ruimte voor het progressief invullen van het te volgen curriculum. Dit wordt mogelijk door een gaandeweg ruimer wordend aandeel van zelf te kiezen opleidingonderdelen in dit curriculum. Deze onderdelen kunnen departement- en hogeschool overschrijdend zijn.

    De studenten zullen intensief kennis nemen van en waar mogelijk ook deelachtig zijn in de eigentijdse muziekkultuur.

  • Ook het zich inschakelen in diverse projekten is een leermiddel. Naarmate de studie verder gaat, moet het aandeel van de student in de invuling van doelstellingen en opzet van deze projekten ook toenemen.
  • Artistieke toelatingsproef - begintermen

    Voorlopig hebben de kandidaat kompositiestudenten de kandidaturen gemeenschappelijk met de optie muziekteorie. De toelatingsproef is dan ook dezelfde. Niettemin moeten studenten die de richting kompositie willen uitgaan in de meestergraden, reeds bij hun toelatingsproef persoonlijk werk meebrengen waaruit hun initiele orientatie en kunde op kompositorisch vlak kan blijken. De bespreking daarvan maakt immers een geoptimaliseerde orientatie van de studie mogelijk, niet in het minst i.v.m. de keuze van de leerkracht voor het opleidingsonderdeel inleiding in de kompositie.

    Studenten moeten voor zij tot de eerste meestergraad kompositie kunnen worden toegelaten, naast de formele voorwaarden, bovendien een representatief geheel aan gerealiseerde persoonlijke komposities voorleggen aan de vakgroep. De vakgroep kan dossiers aanvaarden of afwijzen en daarmee, na een gesprek met de student, deze al dan niet tot de meestergraad toelaten.


     

    Historiek van dit dokument: 1e redaktie: 17.12.1996. Goedgekeurd in de vakgroepvergadering van 20.12.1996 en ter kennisgeving overgemaakt aan de Departementsraad. Opnieuw bevestigd in de vakgroepvergadering van 17.10.1997 en meegedeeld aan departementsraad en studenten met toevoeging van de paragraaf met praktische regelingen en lestijden voor het akademiejaar 1997-1998.

    Update 15.10.1998., bevestigd en aangepast aan nieuwe samenstelling vakgroep.

    Update 20.12.2001: bevestigd en aangepast aan nieuwe samenstelling vakgroep.